direct naar inhoud van 3.4 Bedrijvigheid
Plan: Veegplan, Andelst-Zetten
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0148ZTTNvgplan2013-ONHE

3.4 Bedrijvigheid

In dit bestemmingsplan is de bestaande situatie vastgelegd. Dit geldt ook voor de bestaande bedrijven. Deze zijn veelal gelegen in de directe nabijheid van woningen. Omdat in deze bestaande situatie de hinderafstanden, zoals genoemd in de VNG-brochure vaak niet worden gehaald, zijn de meeste bedrijven specifiek bestemd. De hinderuitstraling naar de omgeving is geregeld via het spoor van de milieuvergunning of de AMvB.

In en aan de randen van het plangebied zijn enkele agrarische en niet-agrarische bedrijven gevestigd. Op basis van hun bedrijfsactiviteiten kunnen de bedrijven overlast veroorzaken voor milieugevoelige functies zoals wonen.

3.4.1 Agrarische bedrijvigheid

Voor omliggende agrarische bedrijven is het agrarische bouwblok in combinatie met hun (toekomstige) veehouderijactiviteiten bepalend voor de afstand tot milieugevoelige functies, de zogenaamde stankcirkels. Afhankelijk van de aard en omvang van het agrarische bedrijf wordt de stankcirkel bepaald door een AmvB of indien voor bedrijfsvoering noodzakelijk, een milieuvergunning.

Het gemeentelijke uitgangspunt is dan ook dat het aantal gehinderden niet mag toenemen. Uitbreiding van bebouwing en/of uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten kunnen hiertoe leiden, maar ook uitbreidingen aan woningen waardoor deze uitbreiding binnen de stankcirkel komt te liggen. Voor de betreffende agrarische bedrijven blijven de bestaande rechten gehandhaafd. Een uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten is waarschijnlijk niet mogelijk, aangezien de feitelijke situatie dit niet (meer) toelaat. De woningen – welke reeds in de stankcirkel zijn gelegen – kunnen conform de bebouwingsregeling in de regels aan- en uitbouwen of bijgebouwen e.d. realiseren, daar het aantal gehinderden als gevolg van deze bouwactiviteiten niet zal toenemen.

3.4.2 Niet agrarische bedrijvigheid

Voor niet-agrarische bedrijven wordt voor de indicatieve beoordeling gebruik gemaakt van de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in uitgave 'Bedrijven en milieuzonering' van de VNG (2009). Per milieuaspect (geur, stof, geluid, gevaar, lucht-, water- en bodemverontreiniging, verkeersaantrekkende werking en visuele hinder) is in deze brochure voor inrichtingen een afstand genoemd, welke tot de dichtstbijzijnde milieugevoelige bebouwing in beginsel in acht moet worden genomen. Zonering op basis van de VNG-methode gebeurt aan de hand van een categorie-indeling. Bedrijven zijn in categorieën ingedeeld, waarbij de categorie is gekoppeld aan een afstand die aangehouden dient te worden tot gevoelige functies. Bepalend is de afstand van het meest hinderlijke milieuaspect, hetgeen resulteert in de zogenaamde grootste afstand. De grootste afstand is de afstand, die tenminste in acht dient te worden genomen ten opzichte van een rustige woonwijk. Binnen de grootste afstanden dient te worden afgewogen in hoeverre de functies passend zijn ten opzichte van elkaar. Uit specifiek milieuonderzoek in het kader van het milieuvergunningtraject kan blijken dat de grootste afstand voor het betreffende bedrijf kleiner is dan op basis van de VNG-lijst is aangegeven, bijvoorbeeld door de omvang en/of aard van de activiteiten en/of technische vooruitgang.

Binnen een woonmilieu, zoals aanwezig in het plangebied, wordt – in aansluiting op het provinciale beleid – maximaal milieucategorie 2 aanvaardbaar geacht, omdat de bedrijven wat betreft milieuhinder moeten passen in een woonwijk. Voor bedrijven in milieucategorie 1 geldt een grootste afstand van 0 of 10 meter en voor bedrijven in milieucategorie 2 geldt een grootste afstand van 30 meter. In de bestemmingsplanregeling is aan de regels voor de bestemming 'Bedrijf' een Staat van bedrijfsactiviteiten gekoppeld, waarin de bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 zijn opgenomen. Dit biedt enige flexibiliteit binnen duidelijke milieukaders in het geval van een wijziging in bedrijfsaard, al dan niet als gevolg van eigendomsverandering. De Staat van de bedrijfsactiviteiten is toegevoegd als bijlage van de regels.

In het plangebied zijn in totaal vijf percelen bestemd als bedrijf. De bedrijfsactiviteit dient qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving; in dit verband zijn alleen activiteiten toegestaan die vallen in categorie 1 en 2 van de staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage bij het plan). De maximaal toelaatbare milieuhinder wordt via het spoor van een milieuvergunning geregeld. Een aantal bedrijven passen wat betreft het gebruik niet binnen de milieucategorie1 en 2 van de staat van bedrijfsactiviteiten. Deze bedrijven zijn op de verbeelding nader aangeduid.

Uit de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn logischerwijs water- en luchthavengebonden bedrijven geschrapt. Eveneens is 'verkooppunt motorbrandstoffen' (milieucategorie 2) uit de lijst geschrapt, daar de willekeurige vestiging van een dergelijk bedrijf kan leiden tot ongewenste gevolgen voor de verkeerstructuur en verkeersveiligheid in verblijfsgebieden. De lijst is verder toegespitst op een woonomgeving. Middels een afwijking van de gebruiksregels kunnen bedrijven met een gelijkwaardige milieubelasting of bedrijven van één milieucategorie hoger met een gelijkwaardige milieubelasting, welke niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, worden toegelaten.

3.4.3 Conclusie

De bestaande niet agrarische bedrijven in de kern behoren tot milieucategorieën 1 en 2 of zijn voor het door middel van een aanduiding op de verbeelding mogelijk gemaakt. De mate van hinder geproduceerd door deze bedrijven is vastgelegd in milieuvergunningen.

Aangezien de aard van de bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven niet leidt tot een stankhinder in het plangebied, vormt het aspect agrarische bedrijvigheid geen beperking voor onderhavig bestemmingsplan. Het bestemmingsplan voorziet niet in de planologische mogelijkheid voor nieuwe bedrijven.