direct naar inhoud van 2.5 Gemeentelijk beleid
Plan: Veegplan, Andelst-Zetten
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0148ZTTNvgplan2013-ONHE

2.5 Gemeentelijk beleid

2.5.1 Kadernota 'Visie op ruimte'

In 2004 is door de gemeente Overbetuwe de kadernota 'Visie op ruimte' opgesteld. Deze kadernota biedt een landschappelijk en stedenbouwkundig kader, de criteria die de geschiktheid en beperkingen van gebieden voor verschillende vormen van grondgebruik aangeven en een handleiding voor de toepassing van die criteria. Binnen de gemeente Overbetuwe zal, voordat uitbreiding voor woningbouw aan de orde komt, eerst gezocht worden naar mogelijkheden voor inbreiding binnen bestaande kernen. Hierbij wordt niet alleen gedacht aan een (her-)opvulling van onbebouwde plekken, maar moet vooral worden gedacht aan creatieve toepassingsmogelijkheden voor intensief, meervoudig en/of flexibel ruimtegebruik, geënt op de aard en de schaal van de kern. Op de navolgende afbeeldingen is de legenda en enkele fragmenten van de visiekaarten per kern opgenomen. De globale ligging van de deelgebieden is met een oranje kader aangeduid.

afbeelding "i_NL.IMRO.1734.0148ZTTNvgplan2013-ONHE_0008.jpg"

2.5.2 Woonvisie 2004-2010 'Wonen van Andelst tot Zetten'

De Woonvisie is in 2003 opgesteld en beschrijft het woonbeleid van de gemeente Overbetuwe voor de periode 2004-2010 met een doorkijk naar 2015. Het woonbeleid omvat een breed spectrum van activiteiten, zoals de omvang en aard van de nieuwbouw, maatregelen om de bestaande woningvoorraad aan te passen aan toekomstige woonwensen, de zeggenschap van de bewoners over hun woning en woonomgeving, de woonruimteverdeling, het verkoopbeleid van woningcorporaties, wonen en zorg voor ouderen en mensen met een handicap en de leefbaarheid van dorpen en wijken. De woonvisie beoogt samenhang in deze verschillende activiteiten te brengen.

De gemeente Overbetuwe streeft naar een gedifferentieerd, levensloopbestendig, kwalitatief goed en betaalbaar woningaanbod, waardoor voor een ieder die een woning zoekt voldoende keuzevrijheid bestaat. Aangezien in de bestaande woningvoorraad sprake is van een ruim woningaanbod voor gezinshuishoudens, wil de gemeente in het nieuwbouwprogramma meer prioriteit geven aan het voorzien in de woningbehoefte van starters, een- en tweepersoonshuishoudens, ouderen en mensen met een handicap. Voor hen die dit nodig hebben, dient tevens voldoende aanbod aan zorg en dienstverlening aanwezig te zijn.

2.5.3 Toekomstvisie+ 2020, Overbetuwe verbindt...

Op 8 september 2009 heeft de raad van de gemeente Overbetuwe de toekomstvisie 2020, Overbetuwe verbindt... vastgesteld. De Toekomstvisie+ van Overbetuwe is het kader voor de ontwikkeling van de gemeente Overbetuwe tot 2020. De visie geeft een richting voor de ruimtelijke, maatschappelijke en economische ontwikkeling. De geschetste identiteit kan bijdragen aan het behouden en aantrekken van inwoners en bedrijven. De visie kan mensen inspireren en motiveren die werken aan stedenbouw, sport, ondernemerschap, onderwijs, openbare ruimte, welzijnswerk, et cetera. De visie is tenslotte ook een duidelijke positionering naar andere gemeenten en partners; het geeft Overbetuwe een eigen gezicht in de regio. De Toekomstvisie+ omvat het gehele gemeentelijke beleidsterrein. Voor wat betreft de ruimtelijke onderdelen is de Toekomstvisie+ te zien als structuurvisie in de zin van artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) voor het grondgebied van de gemeente Overbetuwe. In de toekomstvisie zijn de aspecten leefomgeving, vergrijzing, economische gesteldheid (werk en werkgelegenheid) en duurzaamheid opgenomen om een gewenste identiteit uiteen te zetten. De opgave die is vastgelegd in de toekomstvisie is gebaseerd op een lagenbenadering. Aan deze hand van deze methodiek is aandacht voor de volgende doelstellingen:

  • Eigenheid en kenmerken landschap behouden en versterken;
  • Parels en panorama's behouden en versterken;
  • Zorgvuldige inpassing bij eventueel noodzakelijke dijkverleggingen;
  • Linge als drager van structuur;
  • Zichtbaar maken en versterken van cultuurhistorische elementen;
  • Verbeteren doorstroming verkeer;
  • Optimaliseren van het Rondje Overbetuwe;
  • Verbeteren en optimaliseren openbaar vervoernetwerk en verbeteren kwaliteit waternetwerken;
  • Uitbreiden recreatieve netwerken en snelfietsroute realiseren;
  • Groei passend bij het oostelijk en westelijk deel van de gemeente;
  • Kwaliteit van de kernen is uitgangspunt bij eventuele groei;
  • Waarborgen kwaliteit bedrijventerreinen;
  • Diversiteit in werkgelegenheid;
  • Voorzieningen bezien in clusters;
  • Duurzaamheid;
  • Verankeren kwaliteit samenleving;
  • Borgen van een sociaal netwerk en impuls leren en ontwikkelen;
  • Versterken ontmoeten en cultuur als bindende elementen.

De navolgende afbeelding bevat een fragment van de visiekaart.

afbeelding "i_NL.IMRO.1734.0148ZTTNvgplan2013-ONHE_0009.jpg"

2.5.4 Beleidskaders op archeologisch gebied

Archeologisch beleid van de gemeente Overbetuwe, actualisatie van de archeologische kaarten

In opdracht van de gemeente Overbetuwe heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau van 15 mei tot en met 10 juni 2009 een actualisatie doorgevoerd van de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Overbetuwe. De actualisatie betreft het bijwerken van de archeologische beleidsadvieskaart uit 2004, alsmede de achterliggende databestanden met nieuwe/aanvullende archeologische en landschappelijke (geomorfologische) gegevens en inzichten. Daarnaast is de bestaande kaart opgeschaald naar kaartschaal 1:10.000 om op perceelsniveau verantwoorde uitspraken te kunnen doen over eventueel aanwezige bekende archeologische waarden en/of de archeologische verwachting en de daaruit volgende verplichtingen of adviezen.

Erfgoedplan - Sleutel tot de schatkist

In opdracht van de gemeente Overbetuwe heeft ADC Heritage in samenwerking met DLA+ landscape architects en RAAP Archeologisch Adviesbureau in 2004 een erfgoedplan, genaamd Sleutel tot de schatkist, vervaardigd ter ondersteuning van het gemeentelijk beleid. Het erfgoedplan beoogt versterking van de plaats en betekenis van cultuurhistorie als factor in het ruimtelijk beleidsproces. De gemeente Overbetuwe beschikt over tal van cultuurhistorische waarden van hoge kwaliteit. Het huidige beleid is gericht op behoud van die waarden. Cultuurhistorie is één van de afwegingsfactoren in het gemeentelijk ruimtelijk beleidsproces, naast factoren als ruimtelijke ordening, stedenbouw, milieu, water, welstand en financiën. De cultuurhistorische waarden omvatten de ruimtelijke kwaliteit van het rivierenlandschap met zijn oeverwallen en komgronden; de fraaie monumenten als boerderijen, kerken en huizen, het rijke bodemarchief en het archeologisch erfgoed.

Onderhavig bestemmingsplan is consoliderend van aard. Daardoor wordt de bodem niet op grote schaal geroerd. Om aantasting van archeologische waarden te voorkomen, is een aantal dubbelbestemmingen opgenomen. Ter plaatse van deze gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem. In hoofdstuk 3.9 wordt nader ingegaan op deze dubbelbestemmingen.

Met behulp van het erfgoedplan en de Archeologische beleidsadvieskaart is aan een vaste aanpak en structuur voor het beheer en behoud van de archeologische waarden gewerkt. Onderhavig bestemmingsplan voldoet op het gebied van archeologie aan voorgaand beschreven beleidskaders.

Beeldbepalende panden

Binnen het plangebied zijn gebouwen aanwezig met een architectuurhistorische waarde of architectuurhistorische waarde en ensemblewaarde/historische waarde, die zijn aangewezen als beeldbepalende panden. Volgens de Monumentennota 2003 van de gemeente Overbetuwe zijn het bevorderen van het behoud van de aanwezige cultuurhistorische waarden en het stimuleren van het beheer van deze waarden belangrijke doelstellingen binnen de gemeentelijke beleidsvisie. De beeldbepalende panden zijn geïnventariseerd in het Monumenten Inventarisatie Project (MIP). In het plangebied betreft het de percelen Wageningsestraat 51, 53, 60, 62,en 72

Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten

De Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn opgenomen in bijlage 3 van de welstandsnota Overbetuwe. In het plangebied betreft het de percelen Wageningsestraat 43, 45 en 58 en Stationsstraat 68.

2.5.5 Welstandsnota

Elke 2 jaar wordt een nieuwe welstandsnota vastgesteld door de gemeente Overbetuwe. De welstandsnota gaat over het duurzaam bevorderen van de kwaliteit van bebouwing en omgeving in de gemeente Overbetuwe. De welstandstoets is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Door middel van welstandscriteria wordt zo concreet mogelijk aangegeven aan welke uitgangspunten de ontwerper van een bouwplan zich moet houden. Deze uitgangspunten zijn deels gelijk voor de hele gemeente en deels verschillend per deelgebied omdat ieder gebied zijn eigen kenmerken heeft. Bovendien zijn per gebied de welstandscriteria beschreven. In principe moet altijd worden voldaan aan de criteria in het hele gebied. Uitzonderingen blijven echter mogelijk. Voorwaarde is wel dat er een gegronde reden moet zijn om van de criteria af te wijken. Of een reden gegrond is of niet, is uiteindelijk ter beoordeling aan burgemeester en wethouders. Voor veel gebieden geldt dat nieuwe en eigentijdse ontwikkelingen mogelijk zijn. Een belangrijke voorwaarde is meestal dat ze niet mogen conflicteren met de directe omgeving. Met andere woorden er zal altijd rekening moeten worden gehouden met en respect moeten worden getoond voor de omgeving en de daarin te verwachten ontwikkelingen.

Plangebied

Voor de diverse welstandscriteria wordt verwezen naar de welstandsnota. Op onderstaande afbeelding is een uitsnede van de overzichtskaart van de deelgebieden uit de welstandsnota opgenomen. Het plangebied van de welstandsnota is onderverdeeld in typen gebieden ten behoeve van de gebiedsgerichte criteria.

Voor het lichtbruine deelgebieden gelden de gebiedsgerichte criteria 'Historische invalswegen'. Voor de gele deelgebieden gelden de gebiedsgerichte criteria 'Vooroorlogs tot jaren '50 wijken'. Voor de groene deelgebieden gelden de gebiedsgerichte criteria 'Woonwijken wederopbouw'. Voor het blauwe gebied geldt de gebiedsgerichte criteria 'Woonwijken zeventiger en tachtiger jaren'. Voor de bruine gebieden gelden de gebiedsgerichte criteria 'Recente uitbreidingen'. Voor de paarse gebieden gelden de gebiedsgerichte criteria 'bedrijventerreinen'. Het laatstgenoemde gebied, 'bedrijventerreinen, valt echter buiten onderhavig bestemmingsplan. Tot slot wordt gewezen op de 'bijzondere beoordeling' dat in de directe omgeving van monumenten rekening moet worden gehouden met de invloed van het bouwplan op het monument, het bouwplan moet harmoniëren met het monument. Concreet betekent dit dat het bouwplan geen groot contrast mag vormen met het monument en zo mogelijk kenmerken van het monument overneemt. Daarbij moet het bouwplan architectonische kwaliteit hebben en dus voldoen aan de criteria voor architectonische kwaliteit.

afbeelding "i_NL.IMRO.1734.0148ZTTNvgplan2013-ONHE_0010.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.1734.0148ZTTNvgplan2013-ONHE_0011.jpg"

Beeldkwaliteitplannen

Voor sommige gebieden wordt verwezen naar een beeldkwaliteitplan (BKP). Als dit specifiek is vermeld komt het beeldkwaliteitplan in de plaats van de welstandsnota. Een beeldkwaliteitplan heeft deels een vergelijkbare functie als de welstandsnota, namelijk:

  • samenhang aanbrengen tussen de stedenbouwkundige en architectonische vormgeving;
  • toetsingscriteria geven bij de beoordeling van bouwaanvragen door de welstandscommissie.

Voor de gebieden waarvoor een beeldkwaliteitplan is vastgesteld, geldt dan ook het beeldkwaliteitplan in plaats van de welstandsnota. De beeldkwaliteitplannen vormen een integraal onderdeel van deze welstandsnota.

2.5.6 Beleidskader mantelzorg

Mantelzorgers zijn mensen die voor een lange periode voor een familielid of goede bekende zorgen zonder dat ze daarvoor betaald krijgen. Zonder mantelzorg zouden veel chronisch zieken, gehandicapten en ouderen niet in hun woning kunnen blijven wonen.

Het bestemmingsplan maakt het mogelijk af te wijken en een bijgebouw bij een woning te gebruiken als afhankelijke woonruimte, indien dit in het kader van mantelzorg noodzakelijk is. Bij de aanvraag om te mogen afwijken moet informatie worden verstrekt op basis waarvan burgemeester en wethouders op objectieve wijze kunnen vaststellen, dat sprake is van ondersteuning in het kader van mantelzorg. In de praktijk kan de afdeling Sociale Zaken van de gemeente Overbetuwe aangeven of de zorgbehoefte aanwezig is. De afwijkingsregels geven aan onder welke overige voorwaarden kan worden afgeweken. Bij beëindiging van de mantelzorg mag het bijgebouw dan niet meer geschikt zijn voor bewoning (dus ook niet voor niet-zelfstandige bewoning, dan wel recreatieve bewoning).

2.5.7 Prostitutiebeleid

De gemeente Overbetuwe heeft in 2002 de beleidsnota Prostitutiebeleid 2002 vastgesteld, teneinde de vestiging en exploitatie van seksinrichtingen in de gemeente te reguleren. Dit is het gevolg van het verdwijnen van het bordeelverbod uit het Wetboek van Strafrecht. In de beleidsnota heeft de gemeente zoekrichtingen en afwegingscriteria benoemd voor eventuele medewerking aan de vestiging van dergelijke inrichtingen. Doordat in het plangebied voornamelijk woonbestemmingen zijn gelegen is de vestiging van dergelijke inrichtingen niet wenselijk. In het plangebied is namelijk geen centrumgebied opgenomen.