direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal- en regionaal beleid
Plan: Zetten, Magdalena en Kerkewei
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0123ZTTNmagdakerke-ONHE

2.2 Provinciaal- en regionaal beleid

Streekplan Gelderland 2005
Met het Streekplan 'Gelderland 2005; kansen voor regio's' kiest de provincie voor de versterking van de ecologische, economische en sociaal-culturele positie van Gelderland. In het streekplan heeft de provincie voor de periode 2005-2015 de doelstelling geformuleerd om de ruimtebehoefte zorgvuldig in regionaal verband te accommoderen en te bevorderen dat publieke en private partijen de benodigde ruimte vinden op een wijze die meervoudig ruimtegebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt, gebruik makend van de aanwezige identiteiten en ruimtelijke kenmerken. Daarbij heeft de provincie Gelderland een aantal doelen opgesteld:

  • sterke stedelijke netwerken en regionale centra bevorderen;
  • versterken van de economische kracht en de concurrentiepositie van Gelderland;
  • bevorderen van een duurzame toeristische-recreatieve sector in Gelderland met een bovengemiddelde groei;
  • de vitaliteit van het landelijk gebied en de leefbaarheid van daarin aanwezige kernen versterken;
  • de waardevolle landschappen verbeteren en de Ecologische Hoofdstructuur realiseren;
  • de watersystemen veilig en duurzaam afstemmen op de veranderende water aan- en afvoer en de benodigde waterkwaliteit;
  • een gezonde en veilige milieu(basis)kwaliteit bewerkstelligen;
  • met ruimtelijk beleid bijdragen aan de verbetering van de bereikbaarheid van en in de provincie;
  • bijdragen aan een evenwichtige regionaal gedifferentieerde ruimtelijke ontwikkeling, door de cultuurhistorische identiteiten en ruimtelijke kenmerken als inspiratiebron te hanteren in de ruimtelijke planning.

Ruimtelijke Verordening
Gedeputeerde Staten stelden op 15 december 2010 de Ruimtelijke Verordening Gelderland vast. De verordening is op 22 januari 2011 in werking getreden. De regels in de verordening kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied, delen of gebiedsgerichte thema's. Gemeenten moeten binnen een bepaalde termijn hun bestemmingsplan afstemmen op de in de verordening opgenomen regels. De voorschriften in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de provinciale structuurvisie.

Ten aanzien van het aspect wonen zijn onderstaande voorschriften (artikel 21) opgenomen:

  • 21.1 Alle nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen passen in het vigerende, door Gedeputeerde Staten vastgestelde Kwalitatief Woonprogramma voor de betreffende regio en het daarin opgenomen regiototaal aan woningen.
  • 21.2 In de toelichting op het bestemmingsplan wordt aangegeven op welke wijze nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen passen in het Kwalitatief Woonprogramma, als bedoeld in 21.1.
  • 21.3 In de toelichting op het bestemmingsplan wordt aangegeven hoe de kwalitatieve differentiatie en fasering van de woningbouw in regionaal verband is afgestemd en op welke wijze de te bouwen woningen in die regionaal afgestemde differentiatie en fasering passen.

De nieuwbouw van woningen dient zich te beperken tot de gebieden die vallen binnen de zogeheten woningbouwcontour SAN. Het plangebied ligt binnen deze woningbouwcontour. Het plan dient te voldoen aan het Kwalitatief Woonprogramma.

Conclusie
In het Kwalitatief Woonprogramma 2010 tot en met 2019 (KWP3) zijn eind 2009 afspraken gemaakt met de Gelderse gemeenten en woningcorporaties over te bouwen woningen en de woningdifferentiatie op regionaal niveau. In het KWP3 wordt de Stadsregio een netto woningbouwprogramma opgelegd van 26.000 woningen. De gemeenten in de Stadsregio hebben nog geen verdere afspraken gemaakt over de 'binnenregionale verdeling' van het programma. Het netto woningbouwprogramma van voorliggend plan betreft 18 woningen, geen uitbreiding zijnde ten opzichte van de mogelijkheden die het vigerend bestemmingsplan biedt. Omdat het geen uitbreiding betreft ten opzichte van de bestaande rechten, is toetsing aan het woonprogramma niet noodzakelijk .Geconcludeerd wordt dat onderhavige ontwikkeling past binnen de kaders van de Ruimtelijke Verordening Gelderland.