Plan: | Heteren-Centrum |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1734.0043HTRNhtrncentru-ONHE |
In toenemende mate wordt bij de voorbereiding van bestemmingsplannen gestreefd naar een duurzame en integrale benadering van de totale waterhuishouding binnen een plangebied en een milieutechnisch verantwoorde keuze van de inrichting van het watersysteem, volgens het concept 'Duurzaam Stedelijk Waterbeheer'. Deze visie wordt onder andere verwoord in de 4e Nota Waterhuishouding, het provinciale waterhuishoudingsplan en is nader uitgewerkt in het beleid "stedelijk water" van het Waterschap Rivierenland. Het landelijke waterbeleid kent de waterkwantiteits- en waterkwaliteitstrits, respectievelijk 'vasthouden - bergen - afvoeren' en 'schoonhouden - scheiden - zuiveren'. Waterschap Rivierenland heeft deze tritsen uitgewerkt tot algemene uitgangpunten voor stedelijke nieuwbouw. Uitgangspunt is dat realisering van dit beleid dient plaats te vinden tegen de laagst maatschappelijke kosten.
Een nieuw in te richten situatie dient derhalve direct op de voor het watersysteem duurzame wijze te worden ingericht. De meest duurzame waterhuishoudkundige situatie in het stedelijk watersysteem is een situatie waarbij:
Uitgangspunt bij deze zoveel mogelijk gesloten waterkringlopen is, dat een groot deel van de neerslag niet meer onmiddellijk via het rioolstelsel of via watergangen uit het gebied wordt afgevoerd maar wordt gebufferd in oppervlaktewater, wordt geïnfiltreerd in de bodem of voor andere doeleinden wordt gebruikt.
Binnen dit concept wordt gebruik gemaakt van nieuwe 'innovatieve' oplossingsrichtingen en hierin te onderscheiden technieken en methoden. Niet aankoppelen (van verhard oppervlak), hergebruik van regenwater, infiltreren (van regenwater) en geïntegreerde rioolstelsels zijn hierbij de nieuwe oplossingsrichtingen.
Het waterschap hanteert bij het afkoppelen van oppervlakken de "Beslisboom voor hemelwater", vastgesteld door het BOR-G (Bestuurlijk Overleg Riolering - Gelderland) en de WRW-beslisboom 2003. Samengevat betekent deze beslisboom het volgende:
De voorkeursvolgorde voor de omgang met regenwater:
En ten aanzien van de waterkwaliteit:
Toetsing berging:
De toename van verharding is minder dan 500 m2. Compenserende maatregelen zijn daarom niet nodig.