Plan: | Heteren-Centrum |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1734.0043HTRNhtrncentru-ONHE |
In 2004 is door de gemeente Overbetuwe de kadernota "Visie op ruimte" (zie afbeelding 2.1) opgesteld.
Deze kadernota biedt een landschappelijk en stedenbouwkundig kader in de vorm van criteria; de criteria die de geschiktheid en beperkingen van gebieden voor verschillende vormen van grondgebruik aangeven en een handleiding voor de toepassing van die criteria.
Figuur 3.1: Het landschappelijk kader uit de kadernota "visie op ruimte" |
De kadernota kent twee uitgangspunten. Allereerst zal binnen de gemeente Overbetuwe, voordat uitbreiding van woningbouw aan de orde komt, gezocht worden naar mogelijkheden voor inbreiding binnen bestaande kernen. Hierbij wordt niet alleen gedacht aan een (her-)opvulling van onbebouwde plekken, maar moet vooral worden gedacht aan creatieve toepassingsmogelijkheden voor intensief, meervoudig en/of flexibel ruimtegebruik, ge‘nt op de aard en de schaal van de kern. Het tweede uitgangspunt betreft de toenemende druk op de gemeente Overbetuwe om de stedelijke ontwikkeling van de Stadsregio Arnhem Nijmegen verder vorm te geven in het oostelijk deel van de gemeente. Vanuit de regionale ontwikkelingsbehoefte wordt vooral ruimte gezocht voor woningbouw, bedrijventerreinen en windenergie. Het oostelijk deel van de gemeente valt binnen het te verstedelijken gebied. Hierdoor ontstaat voor de gemeente de mogelijkheid voor het ontwikkelen van zowel een dynamisch, stedelijk gebied met een hoog voorzieningenniveau, als een groen en landelijk gebied. Door te kiezen voor het versterken van de identiteit van beide soorten gebieden, ontstaat een grote meerwaarde voor de gemeente als geheel.
In de kadernota wordt specifiek over Heteren het volgende gezegd:
Heteren heeft een oude historische woonkern en karakteristieke kleinschalige bebouwing, zie ook afbeelding 3.2. In en rondom de kern zijn landschappelijk waardevolle elementen nog herkenbaar, zoals de verhoogde woongronden, de woerden en de historische watergang. In de kadernota zijn de uiterwaarden en de oeverwallen opgenomen als waardevol gebied. Uitbreiding richting de komgebieden is daarmee niet meer mogelijk.
Figuur 3.2: Uitwerking landschappelijk kader kern Heteren, uit Kadernota "Visie op ruimte". |
De opwaardering van Heteren, geënt op de aard en de schaal van de kern past in de doelstellingen van de kadernota. Landschappelijk waardevolle elementen worden niet aangetast. De uitbreiding van het voorzieningenniveau en de zorgvuldige inpassing van woningbouw binnen de kern versterkt de identiteit van het dorpse milieu en is dan ook voor de gemeente als geheel van belang.
De Woonvisie beschrijft het woonbeleid van de gemeente Overbetuwe voor de periode 2010-2015 met een doorkijk naar 2020. In de Toekomstvisie+ (deze komt in de volgende paragraaf aan bod) staat de visie op Overbetuwe op de langere termijn: het gewenste karakter van de gemeente in ruimtelijk, economisch en sociaal opzicht. De woonvisie bevat de uitwerking van die visie voor het beleidsveld wonen en geeft richting aan de uitwerking op het niveau van kernen en projecten.
Wonen in Overbetuwe betekent wonen in een dorpse omgeving met volop ruimte en groen, en met stedelijke voorzieningen binnen handbereik. De verschillende kernen waaruit de gemeente bestaat hebben elk een eigen karakter. Overbetuwe biedt kleinstedelijk wonen in Elst en landelijk en dorps wonen in de andere kernen.
Demografische en andere ontwikkelingen hebben consequenties voor de woningvraag, zowel kwantitatief als kwalitatief. Om de huidige tekorten op te lossen en de autonome huishoudengroei op te kunnen vangen is een uitbreiding van de woningvoorraad nodig van ruim 2.400 woningen in de periode 2008-2020. Overbetuwe heeft bouwmogelijkheden voor circa 3.100 woningen. Dit betekent dat er ruimte is voor ongeveer 700 woningen voor de regionale opgave.
De behoefte aan gelijkvloerse woningen is relatief beperkt maar overstijgt het aanbod. Al met al ligt daar een behoorlijke opgave. De voorkeur gaat daarbij vaker uit naar een huurwoning dan naar een koopwoning. De behoefte komt grotendeels van starters en ouderen. Vooral voor deze laatste groep is kwaliteit, ligging en fasering van belang. Eén belangrijk kwaliteitsaspect is het ontwikkelen van levensloopgeschikte, eenvoudig aan te passen, woningen.
Daarnaast ligt er in de gemeente een grote opgave in het middeldure en dure grondgebonden koopsegment. Deze behoefte komt voort uit de groeiende groep huishoudens in de leeftijd 45-65 jaar. Er is daarnaast een bescheiden maar constante vraag naar betaalbare koop (8 tot 10% van de totale behoefte). De behoefte aan betaalbare koop is relatief gering, maar wel groter dan het aanbod. Daar blijft dus ook een opgave liggen. De behoefte aan huurwoningen neemt toe, voornamelijk in de gelijkvloerse sfeer. De behoefte aan eengezinshuur is groot, maar kent geen forse toename richting 2020. Daar staat ook een relatief groot aanbod eengezinshuurwoningen tegenover.
Bij het opstellen van een woningbouwprogramma komt meer kijken dan alleen de overzichten waarin vraag en aanbod zijn geconfronteerd. Het is ook nodig te kijken naar de ambities (welke doelgroepen vragen extra aandacht) en de mogelijkheden (locaties, kenmerken, ruimtelijke spreiding, etcetera).
Het nieuw te realiseren woningbouwprogramma (hoofdstuk 2) past binnen de gemeentelijke doelstellingen zoals verwoord in de Woonvisie.
Op 8 september 2009 heeft de raad van de gemeente Overbetuwe de "Toekomstvisie 2020, Overbetuwe verbindt… " vastgesteld. De Toekomstvisie+ is het kader voor de ontwikkeling van de gemeente Overbetuwe tot 2020. De visie geeft de richting aan voor de ruimtelijke, maatschappelijke en economische ontwikkeling. De geschetste identiteit kan bijdragen aan het behouden en aantrekken van inwoners en bedrijven. De visie kan mensen inspireren en motiveren die werken aan stedenbouw, sport, ondernemerschap, onderwijs, openbare ruimte, welzijnswerk, etcetera. De visie is tenslotte ook een duidelijke positionering naar andere gemeenten en partners; het geeft Overbetuwe een eigen gezicht in de regio. De Toekomstvisie+ omvat het gehele gemeentelijke beleidsterrein. Voor wat betreft de ruimtelijke onderdelen is de Toekomstvisie+ te beschouwen als structuurvisie in de zin van artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) voor het grondgebied van de gemeente Overbetuwe. In de toekomstvisie zijn de aspecten leefomgeving, vergrijzing, economische gesteldheid (werk en werkgelegenheid) en duurzaamheid opgenomen om een gewenste identiteit uiteen te zetten. De opgave die is vastgelegd in de toekomstvisie is gebaseerd op een zogenaamde lagenbenadering.
Aan de hand van deze benadering zijn, voor dit bestemmingsplan, de volgende relevante doelstellingen aan de orde:
Alle hierboven genoemde doelstellingen op lange termijn komen tot zijn recht in dit bestemmingsplan. Met name de kwaliteitsimpuls in het voorzieningenaanbod en de beoogde verankering in de plaatselijke samenleving borgen de genoemde doelstellingen.
In 1996 heeft de voormalige gemeente Heteren een groenstructuurplan laten opstellen, waarin het beleid voor het openbaar groen is geformuleerd. Tevens zijn de consequenties voor de kwaliteit, de organisatie en het budget in beeld gebracht. Voor de kern Heteren is een hoofdgroenstructuur aangegeven, die volledig in stand moet worden gehouden. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat in Heteren geen sprake is van karakteristiek groen. Typische bomen van de Betuwe zoals knotwilgen en zwarte elzen komen nauwelijks voor. De wens uit het groenstructuurplan van 1989 om de Flessestraat als hoofdontsluiting een eenvormig (groen) beeld te geven is nog niet gehonoreerd. De te kiezen boomsoort zou van streekeigen karakter moeten zijn, bij voorbeeld es of zomereik. In het groenbeleidsplan wordt nog opgemerkt dat voor het afremmen van het verkeer een andere oplossing moet worden gezocht dan plantenbakken.
Voorliggend bestemmingsplan doet geen afbreuk aan het Groenbeleidsplan. In het inrichtingsplan openbare ruimte zal rekening gehouden worden met het beleid en zal zo mogelijk aan een aantal onvoltooide wensen uit het Groenbeleidsplan invulling gegeven worden (zie ook hoofdstuk 2.3).
Mantelzorgers zijn mensen die voor een lange periode voor een familielid of goede bekende zorgen zonder dat ze daarvoor betaald krijgen. Zonder mantelzorg zouden veel chronisch zieken, gehandicapten en ouderen niet in hun woning kunnen blijven wonen.
Dit bestemmingsplan maakt het mogelijk om met verlening van een omgevingsvergunning (afwijken bestemmingsplan) een bijgebouw bij een woning te gebruiken als onafhankelijke woonruimte, indien dit in het kader van mantelzorg noodzakelijk is. Bij de aanvraag om omgevingsvergunning moet informatie worden verstrekt op basis waarvan burgemeester en wethouders op objectieve wijze kunnen vaststellen dat sprake is van ondersteuning in het kader van mantelzorg. De afwijkingsregels van dit bestemmingsplan geven aan onder welke overige voorwaarden de omgevingsvergunning kan worden verleend.
Bij beëindiging van de mantelzorg mag het bijgebouw dan niet meer gebruikt worden voor zelfstandige bewoning.
Het gemeentelijk erfgoedplan 'Sleutel tot de schatkist'
In opdracht van de gemeente Overbetuwe heeft ADC Heritage in samenwerking met DLA+ landscape architects en RAAP Archeologisch Adviesbureau in 2004 een erfgoedplan, genaamd Sleutel tot de schatkist, vervaardigd. Dit plan heeft tot doel een integraal kader met beleidsvoornemens op te stellen om de cultuurhistorie (archeologie, historische geografie en historische bouwkunde) beter te verankeren in de ruimtelijke planning, de cultuurhistorie beter zichtbaar te maken en de educatieve en recreatieve waarde ervan te verhogen.
Het erfgoedplan beoogt een versterking van de plaats en betekenis van cultuurhistorie als factor in het ruimtelijk beleidsproces. De gemeente Overbetuwe beschikt over tal van cultuurhistorische waarden van hoge kwaliteit. Het huidige beleid is gericht op behoud van die waarden. Cultuurhistorie is één van de afwegingsfactoren in het gemeentelijk ruimtelijk beleidsproces, naast factoren als ruimtelijke ordening, stedenbouw, milieu, water, welstand en financiën. De cultuurhistorische waarden omvatten de ruimtelijke kwaliteit van het rivierenlandschap met zijn oeverwallen en komgronden; de fraaie monumenten als boerderijen, kerken en huizen, het rijke bodemarchief en het archeologisch erfgoed.
Eén van de pijlers van het erfgoedplan is de archeologische beleidsadvieskaart (inclusief een themakaart). De Archeologische beleidsadvieskaart geeft een globaal beeld van de archeologische verwachtingswaarde. Daarnaast wordt de bekende archeologische verwachtingswaarde van de gronden in de gemeente Overbetuwe weergegeven. Met behulp van de Archeologische beleidsadvieskaart is het archeologisch erfgoed op de kaart gezet. Samen met de bijbehorende informatie die in het rapport is opgenomen kan dit erfgoed een aanknopingspunt zijn voor de bepaling van de ruimtelijke beeldkwaliteit.
Actualisatie archeologische beleidsadvieskaart
In opdracht van de gemeente Overbetuwe heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in 2009 een actualisatie doorgevoerd van de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Overbetuwe. De actualisatie betreft het bijwerken van de archeologische beleidsadvieskaart uit 2004, alsmede de achterliggende databestanden met nieuwe/aanvullende archeologische en landschappelijke (geomorfologische) gegevens en inzichten. Daarnaast is de bestaande kaart opgeschaald naar kaartschaal 1:10.000 om op perceelsniveau verantwoorde uitspraken te kunnen doen over eventueel aanwezige bekende archeologische waarden en/of de archeologische verwachting en de daaruit volgende verplichtingen of adviezen. Afbeelding 3.3 bevat een uitsnede van de actualisatiekaart. In hoofdstuk 4.8 wordt verder ingegaan op de archeologische verwachtingen op de verschillende locaties.
Figuur 3.3: Fragment actualisatiekaart, weergave Heteren. De rode kleur geeft een hoge archeologische verwachting weer |
Dit bestemmingsplan voldoet op het gebied van archeologie aan de eerder beschreven beleidskaders.
In 2010 is de nieuwe welstandsnota vastgesteld door de gemeente Overbetuwe.
De welstandsnota gaat over het duurzaam bevorderen van de kwaliteit van bebouwing en omgeving in de gemeente Overbetuwe. De welstandstoets is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Door middel van welstandscriteria wordt zo concreet mogelijk aangegeven aan welke uitgangspunten de ontwerper van een bouwplan zich moet houden. Deze uitgangspunten zijn deels gelijk voor de hele gemeente en deels verschillend per deelgebied omdat ieder gebied zijn eigen kenmerken heeft. Bovendien zijn per gebied de welstandscriteria beschreven. In principe moet altijd worden voldaan aan de criteria in het hele gebied. Uitzonderingen blijven echter mogelijk. Voorwaarde is wel dat er een gegronde reden moet zijn om van de criteria af te wijken. Of een reden gegrond is of niet, is uiteindelijk ter beoordeling aan het college van burgemeester en wethouders.
Voor veel gebieden geldt dat nieuwe en eigentijdse ontwikkelingen mogelijk zijn. Een belangrijke voorwaarde is meestal dat ze niet mogen conflicteren met de directe omgeving. Met andere woorden: er zal altijd rekening moeten worden gehouden met, en respect moeten worden getoond voor, de omgeving en de daarin te verwachten ontwikkelingen.
Voor de diverse welstandscriteria wordt verwezen naar de welstandsnota. Afbeelding 3.4 toont een uitsnede van de overzichtskaart van Heteren met daarin de verschillende deelgebieden aangegeven. Het plangebied van de welstandsnota is onderverdeeld in typen gebieden ten behoeve van de gebiedsgerichte criteria. Voor het lichtbruin deelgebieden geldt de gebiedsgerichte criteria 'Historische invalswegen'.
Figuur 3.4: Uitsnede welstandsnota gemeente Overbetuwe |
Voor de gele deelgebieden geldt de gebiedsgerichte criteria 'Vooroorlogs tot jaren '50 wijken'. Voor de groene deelgebieden geldt de gebiedsgerichte criteria 'Woonwijken wederopbouw'. Voor het blauwe gebied geldt de gebiedsgerichte criteria 'Woonwijken zeventiger en tachtiger jaren'. Voor de bruine gebieden gelden de gebiedsgerichte criteria 'Recente uitbreidingen'. Voor de paarse gebieden gelden de gebiedsgerichte criteria 'bedrijventerreinen'.
Tot slot wordt gewezen op de 'bijzondere beoordeling' dat in de directe omgeving van monumenten rekening moet worden gehouden met de invloed van het bouwplan op het monument; het bouwplan moet harmoniëren met het monument. Concreet betekent dit dat het bouwplan geen groot contrast mag vormen met het monument en zo mogelijk kenmerken van het monument overneemt. Daarbij moet het bouwplan architectonische kwaliteit hebben en dus voldoen aan de criteria voor architectonische kwaliteit.
Beeldkwaliteitplan
Het gemeentebestuur heeft besloten voor de nieuwbouwontwikkelingen van onderhavig bestemmingsplan een afzonderlijk beeldkwaliteitplan op te stellen. In tegenstelling tot een bestemmingsplan geeft een beeldkwaliteitplan geen bebouwingsmogelijkheden. Een beeldkwaliteitplan gaat wel in op de verschijningsvorm van bebouwing en openbare ruimte. Voor bebouwing worden bijvoorbeeld situering, vormgeving, kleuren en materialen behandeld. Voor de openbare ruimte bevat het beeldkwaliteitplan de hoofdlijnen van de inrichting. Hiertoe bevat het plan een globale beschrijving van de ontwerpfilosofie.
Het beeldkwaliteitplan heeft de volgende doelen:
Het beeldkwaliteitplan bevat specifiek welstandsbeleid voor het plangebied en geldt in plaats van de Welstandsnota als toetsingskader. Bij herziening van de Welstandsnota wordt de inhoud van het beeldkwaliteitplan integraal opgenomen in de nota.
Het beeldkwaliteitplan wat wordt opgesteld voor Heteren Centrum is bedoeld om de ontwikkellocaties en de openbare ruimte een kwaliteitsimpuls te geven door het combineren van bestaande en het toevoegen van nieuwe functies. Vrijwel alle locaties worden ontdaan van de bestaande bebouwing, die niet alleen in functionele zin verouderd zijn, maar die vaak ook weinig architectonische kwaliteiten bezitten. De functies op deze locaties krijgen een nieuwe bestemming zodat zij beter kunnen bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van het centrum van Heteren.