Plan: | Oosterhout |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1734.0018OOSToosterhout-ONHE |
Wettelijk kader
Op grond van de Wet geluidhinder moet bij de voorbereiding van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek gepaard gaan. De Wet geluidhinder maakt evenwel een onderscheid in nieuwe en bestaande situaties voor wat betreft de normering en de te volgen procedure. In het kader van dit bestemmingsplan is sprake van het vastleggen van de bestaande situatie.
Beleidskader
De gemeente Overbetuwe heeft voor haar grondgebied gemeentelijk geluidsbeleid9 opgesteld. De doelstelling van het beleid is het behouden van de goede kwaliteit van de leefomgeving en het benutten van kansen om, daar waar het noodzakelijk is, de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. Een belangrijke subdoelstelling is het realiseren van een passende geluidskwaliteit in elk gebied. Voor verschillende gebieden binnen de gemeente is de geambieerde geluidskwaliteit vastgesteld. Hiervoor is de gemeente ingedeeld in gebieden. Voor de verschillende deelgebieden is de geluidsambitie en een minimale kwaliteit vastgesteld. Oosterhout valt op te delen in de deelgebieden 'Buitencentrum (de woongebieden)' en 'Centrum Dorps'. Per deelgebied zijn in de nota gebiedsgerichte ambities opgesteld. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de bestaande knelpunten in de gemeente en de aanpak hiervan.
Onderzoek
Wegverkeerslawaai
Omdat het bestemmingsplan conserverend van karakter is, is de invloed van het wegverkeer voor de al aanwezige geluidgevoelige functies niet van belang. Voor deze functies is de situatie namelijk niet gewijzigd. In het bestemmingsplan wordt alleen de huidige situatie vastgelegd.
Industrielawaai
Het plangebied is niet gelegen binnen de geluidszone afkomstig van nabij gelegen bedrijvigheid, zoals het nog in ontwikkeling zijnde bedrijvenpark gelegen ten noorden van Oosterhout.
Railverkeerslawaai
Het plangebied is niet gelegen binnen de zones van spoorlijnen Arnhem-Nijmegen en de Betuwelijn. Nader akoestisch onderzoek naar de geluidbelasting vanwege spoorweglawaai is derhalve niet noodzakelijk.
Conclusie
Het bestemmingsplan is conserverend van aard. Een akoestisch onderzoek is dan niet noodzakelijk en in onderhavig geval niet uitgevoerd, aangezien er geen nieuwe woningen of andere geluidgevoelige functies worden gerealiseerd.