direct naar inhoud van 4.2 Bedrijven en voorzieningen
Plan: Oosterhout
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0018OOSToosterhout-ONHE

4.2 Bedrijven en voorzieningen

Beleidskader

Structuurvisie Bedrijventerreinen en werklocaties
Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben op 8 september 2009 de Ontwerp Structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties vastgesteld. De ontwerpstructuurvisie vervangt het bedrijventerreinenbeleid uit het Streekplan Gelderland 2005. De provincie Gelderland richt haar beleid op:

  • regionale samenwerking van gemeenten bij bedrijventerreinenplanning;
  • toepassen van de SER-ladder;
  • herstructureren van verouderde bedrijventerreinen;
  • maatregelen die zorgen dat bedrijventerreinen langer meegaan;
  • werklandschappen, dit zijn experimenten met het mengen van bedrijvigheid met andere functies zoals wonen en groen;
  • aanleg van snelle ICT-verbindingen op bedrijventerreinen.


In de visie is Oosterhout aangeduid als werklandschap. De provincie wil hier een omgeving creëren waar werk zichtbaar wordt als onderdeel van onze dagelijkse leefomgeving. Mengvormen van werken met andere functies zoals wonen, recreatie en natuur, worden nagestreefd. Niet alle bedrijfstypen komen in aanmerking voor het combineren of mengen met andere functies. Gemengde werkgebieden zijn in de eerste plaats bedoeld voor mengbare bedrijfsactiviteiten zoals aangegeven in de "Voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten Functiemening". In een planconcept Werklandschap worden stedenbouwkundig plan, landschappelijke inpassing, beeldkwaliteit en architectuur vorm gegeven. Wij willen werken terugbrengen in onze dagelijkse leefomgeving. Bedrijven, kantoren, instellingen, grootschalige winkels en alle andere werkfuncties die zich laten mengen met ander functies worden waar mogelijk op gemengde locaties geaccommodeerd.

Ten behoeve van een werklandschap dient een beheersplan te worden opgesteld, met name om te voorkomen dat functies elkaar in de toekomst zouden kunnen gaan hinderen. Bij het opstellen van bestemmingsplannen in het stedelijk gebied dient aandacht te worden geschonken aan de mogelijkheid om verschillende bedrijfstypen te combineren met andere functies. De milieunormering en de technische ontwikkeling zijn zover gevorderd dat een dergelijke menging ook daadwerkelijk mogelijk is.

Sociaal Economisch Beleidsplan
In 2009 heeft de gemeente Overbetuwe, samen met ondernemers, netwerken, onderwijs en raadsleden, het Sociaal Ecomisch Beleidsplan (SEB) Overbetuwe geactualiseerd. Het SEB 2010-2015 schetst vier beleidslijnen waar de sectie Economische Zaken de komende vijf jaar op inzet. De vier beleidslijnen zijn:

  • 4. Overbetuwe zet in op (behoud van) sterke werklocaties;
  • 5. Overbetuwe streeft naar vitale dorpskernen;
  • 6. Overbetuwe wil de samenhang tussen onderwijs, arbeidsmarkt en bedrijfsleven versterken;
  • 7. Overbetuwe zet in op versterking van het segment toerisme en recreatie.


Elke beleidslijn is uitgewerkt in acties. Aan elke actie zijn vervolgens een doel en fasering gekoppeld. De gemeente Overbetuwe zet zich in voor een passend niveau van voorzieningen, (kleinschalige) bedrijvigheid en winkels in haar gemeente. Dit is vooral belangrijk voor de leefbaarheid en economische vitaliteit in de kleinere dorpskernen, zoals Oosterhout. Oosterhout heeft verhoudingsgewijs een lage bevolkingsdichtheid en een beperkt draagvlak voor winkel- en voorzieningenaanbod. Bovendien gaat het koop- en activiteitenpatroon van bewoners gelijk op met algemene ontwikkelingen als schaalvergroting en mobiliteitsgroei ('liever winkelen in Kronenburg of Wageningen'). Ook kiezen ondernemers zelf voor vestiging of vertrek ('marktwerking'). De rol en taak van de gemeente is daarom vooral ook faciliterend en stimulerend.

Kern van het beleid is om de economische en sociale component van sterke, vitale dorpskernen met elkaar te verbinden. Voorzieningen als een brede school, cultuurhuis en/of andere ontmoetingsplek worden gemeentebreed opgepakt en gestimuleerd. Hierbij is maximale aansluiting op en aandacht voor uitvoering van de DOP's (Dorpontwikkelingsplannen). De taak van de gemeente is de juiste randvoorwaarden creëren zodat passende economische functies zich in de dorpskernen kunnen vestigen en ontwikkelen, zoals kleinschalige, ambachtelijke en dienstverlenende bedrijven – al dan niet aan huis – en toerisme. Evenals de diversiteit in het winkel- en voorzieningenaanbod stimuleren en versterken.

Om dit te bereiken zal de gemeente:

  • Aan de voorkant sturen: initiatieven ondersteunen en begeleiden en helder communiceren over wat kan en mag;
  • Scherp zijn op mogelijke herontwikkelingslocaties. Met name in de dorpskernen;
  • Sterk maken voor voorzieningen in dorpskernen: brede school, cultuurhuis, of ontmoetingsplek;
  • Kleinschalige bedrijfsruimte in kernen mogelijk maken (faciliteren).

Prostitutiebeleid
De gemeente Overbetuwe heeft in 2002 de beleidsnota Prostitutiebeleid 2002 vastgesteld, teneinde de vestiging en exploitatie van seksinrichtingen in de gemeente te reguleren. Dit is het gevolg van het verdwijnen van het bordeelverbod uit het Wetboek van Strafrecht. In de beleidsnota heeft de gemeente zoekrichtingen en afwegingscriteria benoemd voor eventuele medewerking aan de vestiging van dergelijke inrichtingen. Doordat in het plangebied voornamelijk woonbestemmingen zijn gelegen is de vestiging van dergelijke inrichtingen niet wenselijk. In het plangebied is namelijk geen centrumgebied opgenomen.

Beleid aan huis verbonden beroep/bedrijvigheid
Het gemeentelijk beleid geeft aan dat binnen de woonfunctie onder voorwaarden nevenactiviteiten worden toegelaten, die qua functie ondergeschikt zijn aan de woonfunctie. In dit plan is ervoor gekozen om de mate van publieksaantrekkende werking van de activiteiten als relevant onderscheid te hanteren tussen activiteiten die wel gewenst zijn in een woonomgeving en activiteiten die onder omstandigheden gewenst kunnen zijn in een woonomgeving. De 'aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit' is rechtstreeks mogelijk, mits wordt voldaan aan bedrijfsactiviteit aan huis' is via een afwijking van de regels mogelijk. Het onderscheid richt zich een aantal voorwaarden. De 'publieksaantrekkende beroeps- en, zoals vermeld, op het al dan niet publieksaantrekkend zijn van de activiteit. Hierbij is ervan uitgegaan dat een niet-publieksaantrekkende activiteit (geen verkeersaantrekkende werking/ geen parkeerdruk) doorgaans zonder problemen in een woning zal kunnen plaatsvinden. Het betreffen activiteiten met een introvert karakter, die inherent zijn aan de woonfunctie, zoals kantoorfuncties en ateliers. Uitgangspunt is dat geen milieuvergunningplichtige bedrijven worden toegestaan. Dit is van belang om te voorkomen dat activiteiten kunnen plaatsvinden, die weliswaar niet een publieksaantrekkend karakter hebben, maar die in verband met milieuaspecten niet bij de woonfunctie passen. De publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis kunnen wel verkeersaantrekkend zijn. Zij dienen echter kleinschalig en in de woonomgeving in te passen te zijn. Voorbeelden zijn persoonlijke dienstverlening (kapper/pedicure), medische/therapeutische dienstverlening en/of ambachtelijke bedrijvigheid.

Doorvertaling
Dit bestemmingsplan legt de bestaande situatie in de kern Oosterhout vast. De bestaande (agrarische) bedrijvigheid, kantoren en (commerciële) voorzieningen zijn in dit plan conform het huidige gebruik van de gronden bestemd. Voor nieuwbouw van bedrijfspanden en een eventuele herstructurering van bestaande bedrijfspanden en/of voorzieningen dient een afzonderlijk juridisch planologische procedure te worden gevolgd. Daarnaast geldt voor dit bestemmingsplan dat de vestiging en exploitatie van seksinrichtingen niet wordt toegestaan. In de regels voor het plangebied worden de vestiging van seksinrichtingen derhalve verboden. De 'aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit' is rechtstreeks mogelijk, mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. De 'publieksaantrekkende beroeps- en bedrijfsactiviteit aan huis' is via een afwijking mogelijk.

Voor nutsvoorzieningen is voor de systematiek gekozen om nutsvoorzieningen tot 25 m2 onder de direct aangrenzende bestemming te laten vallen. Boven de 25 m2 is de bestemming 'Bedrijf' van toepassing.