direct naar inhoud van Artikel 27 Wonen
Plan: Buitengebied Overbetuwe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0007BUITbuitengebi-VSG1

Artikel 27 Wonen

27.1 bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de bestaande woningen, waarbij inwoning is toegestaan;
  • b. maximaal het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • c. aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan-, uitbouwen en bijgebouwen, tot maximaal 75 m2 mag worden gebruikt voor de activiteit;
    • 2. de activiteit qua aard en omvang past in de woonomgeving;
    • 3. parkeren plaatsvindt op het eigen terrein;
    • 4. degene die de activiteit in de woning, inclusief aan-, uitbouwen en bijgebouwen, uitoefent tevens de bewoner van de woning is;
    • 5. er geen detailhandel anders dan de verkoop van lokaal of streekeigen geproduceerde agrarische producten mag plaatsvinden;
  • d. nevenactiviteiten, met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend nevenactiviteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in bijlage 6, 'Lijst van nevenactiviteiten' met inachtneming van de gebiedsaanduidingen zoals opgenomen in die bijlage;
    • 2. nevenactiviteiten zijn uitsluitend toegestaan in geval van een voormalig agrarisch bedrijf;
    • 3. maximaal 25% met een absoluut maximum van 350 m2 van de bestaande bebouwing mag worden gebruikt;
    • 4. degene die de activiteit uitoefent tevens de bewoner van de woning is;
    • 5. er geen detailhandel anders dan de verkoop van lokaal of streekeigen geproduceerde agrarische producten mag plaatsvinden;
    • 6. parkeren op eigen erf dient plaats te vinden;
    • 7. buitenopslag niet is toegestaan;
  • e. de bestaande publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis;
  • f. de bestaande paardenbakken;
  • g. de bestaande (verblijfs)recreatieve voorzieningen;
  • h. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
  • i. wachtruimte station ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - station';
  • j. logiesgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - logiesaccommodatie';
  • k. kantoor en bedrijfsruimte ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • l. opslag, niet zijnde buitenopslag, en atelier ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - opslag en atelier';
  • m. agrarisch hulpbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch hulpbedrijf';
  • n. drukkerij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - drukkerij';
  • o. handelsonderneming/autoservice ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handelsonderneming en autoservice´;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, tuinen en erven.

27.2 bouwregels
27.2.1 hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. voor zover een bouwvlak is opgenomen, worden hoofgebouwen binnen dat bouwvlak gebouwd;
  • b. goothoogte is maximaal:
    • 1. de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte;
    • 2. 4 m voor overige woningen met een bestaande inhoud kleiner dan of gelijk aan 450 m3;
    • 3. 6 m voor de overige woningen;
  • c. bouwhoogte is maximaal:
    • 1. de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
    • 2. 8 m voor overige woningen met een bestaande inhoud kleiner dan of gelijk aan 450 m3;
    • 3. 10 m voor de overige woningen;
  • d. inhoud van:
    • 1. woningen in voormalige agrarische bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met bedrijfsgebouwen, de bestaande inhoud van het totale woongebouw;
    • 2. gesplitste woningen als genoemd in bijlage 2 maximaal de bestaande inhoud;
    • 3. woningen met een bestaande inhoud kleiner dan of gelijk aan 450 m3 maximaal 450 m3;
    • 4. woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume' maximaal de ter plaatse aangegeven inhoud;
    • 5. overige woningen maximaal 600 m3.

27.2.2 bijgebouwen

Bijgebouwen, niet zijnde overkappingen, voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning;
  • b. afstand tot het hoofdgebouw maximaal 20 m;
  • c. gezamenlijke oppervlakte maximaal 90 m2;
  • d. goothoogte maximaal 3 m;
  • e. bouwhoogte maximaal 5 m;
  • f. achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning blijft minimaal 50% van de gronden onbebouwd.

27.2.3 overkappingen

Overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning;
  • b. afstand tot het hoofdgebouw maximaal 20 m;
  • c. gezamenlijke oppervlakte maximaal 30 m2;
  • d. bouwhoogte maximaal 3 m;
  • e. achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning blijft minimaal 50% van de gronden onbebouwd.

27.2.4 bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, gelden de volgende regels:

  • a. zwembaden zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    • 1. gebouwd minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning;
    • 2. afstand tot het hoofdgebouw maximaal 20;
    • 3. oppervlakte maximaal 90 m2;
    • 4. bouwhoogte maximaal 0,3 m;
    • 5. verticale bouwdiepte maximaal 4 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;
    • 2. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m;
    • 3. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.

27.2.5 herbouw woning bestaande locatie

Herbouw van een bestaande woning is uitsluitend toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak met inachtneming van het bepaalde in artikel 27.2.1.

27.3 afwijken van de bouwregels
27.3.1 verplaatsing van de woning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.2.5 ten behoeve van het verplaatsen van de woning, mits:

  • a. woning op maximaal 10 m van de bestaande (voormalige) woning wordt gebouwd, met dien verstande dat wanneer in verband met het bepaalde in artikel 27.3.1 onder b een grotere afstand vereist is deze afstand wordt aangehouden;
  • b. met betrekking tot wegverkeergeluid een aanvaardbaar woonklimaat wordt gerealiseerd;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • e. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 27.2.1.

27.3.2 bijgebouw op andere locatie bestemmingsvlak

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.2.2 onder a en/of b dan wel van het bepaalde in artikel 27.2.3 onder a en/of b voor het bouwen van een bijgebouw of overkapping op een andere plaats binnen het bestemmingsvlak, mits:

  • a. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteiten van de omgeving.

27.3.3 oppervlakte bijgebouwen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.2.2 onder c voor het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen bij de woning, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte maximaal 120 m2 bedraagt;
  • b. het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig wordt beperkt;
  • d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteiten van de omgeving.

27.3.4 bouwhoogte bijgebouwen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.2.2 onder e voor het verhogen van de bouwhoogte van bijgebouwen bij de woning, mits:

  • a. de bouwhoogte maximaal 7 m bedraagt;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteiten van de omgeving.

27.4 afwijken van de gebruiksregels
27.4.1 mantelzorg

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.1 voor het toestaan dat een bijgebouw bij de woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;
  • b. duidelijk is wie de zorgbehoevende is of zorgbehoevenden zijn;
  • c. de bereikbaarheid voor (aanleg van) algemene voorzieningen en nutsvoorzieningen en voor hulpdiensten gewaarborgd blijft;
  • d. de oppervlakte maximaal 90 m2 bedraagt;
  • e. er geen zelfstandige woning ontstaat;
  • f. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

27.4.2 afwijkende nevenactiviteiten

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.1 onder d voor het toestaan van een nevenactiviteit dat niet is opgenomen in bijlage 6, 'Lijst van nevenactiviteiten' mits:

  • a. de nevenactiviteit wordt uitgeoefend op een voormalig agrarisch bedrijfsperceel;
  • b. maximaal 25% met een absoluut maximum van 350 m2 van de bestaande bebouwing mag worden gebruikt;
  • c. er geen detailhandel anders dan de verkoop van lokaal of streekeigen geproduceerde agrarische producten mag plaatsvinden;
  • d. er geen horeca mag plaatsvinden;
  • e. er geen verblijfsrecreatie mag plaatsvinden;
  • f. parkeren op eigen erf dient plaats te vinden;
  • g. buitenopslag niet is toegestaan;
  • h. er geen activiteiten plaatsvinden die vergunningplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer;
  • i. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeers- en parkeersituatie ter plaatse;
  • j. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • k. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

27.4.3 publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.1 onder e voor het toestaan van een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, mits:

  • a. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan-, uitbouwen en bijgebouwen, tot maximaal 75 m2 wordt gebruikt voor de activiteit;
  • b. degene die de activiteit in de woning, inclusief aan-, uitbouwen en bijgebouwen, uitoefent tevens de bewoner van de woning is;
  • c. de activiteit qua aard en omvang past in de woonomgeving;
  • d. het een activiteit betreft die valt in de categorieën 1 en 2 zoals opgenomen in bijlage 3 Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel het een activiteit betreft die naar aard en mate van hinder te vergelijken is met een activiteit in de categorieën 1 en 2 zoals opgenomen in bijlage 3;
  • e. er geen activiteiten plaatsvinden die vergunningplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer;
  • f. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeers- en parkeersituatie ter plaatse;
  • g. geen detailhandel anders dan de verkoop van lokaal of streekeigen geproduceerde producten plaatsvindt;
  • h. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • i. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

27.4.4 paardenbak

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.1 onder f voor het gebruik van de gronden ten behoeve van één paardenbak, mits:

  • a. de volgende maten in acht worden genomen:
    • 1. minimaal 30 m uit de as van de weg;
    • 2. minimaal 30 m vanaf woningen van derden;
  • b. oppervlakte maximaal 800 m2 bedraagt;
  • c. bouwhoogte terreinafscheiding maximaal 1,75 m;
  • d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • e. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

27.4.5 recreatieve nevenactiviteiten

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.1 onder g voor het toestaan van recreatieve nevenactiviteiten in de vorm van

  • a. kleinschalige kampeerterrein op het bestemmingsvlak, mits:
    • 1. de oppervlakte van het bestemmingsvlak minimaal 0,5 ha bedraagt;
    • 2. de afstand tot de perceelsgrens van het dichtstbijzijnde (kleinschalige) kampeerterrein minimaal 50 m bedraagt;
    • 3. in afwijking van het bepaalde onder 2 geldt een afstand van minimaal 50 m tot de perceelsgrens van gronden met een (bedrijfs)woning;
    • 4. de (sanitaire) voorzieningen binnen de op het moment van het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande bebouwing worden opgericht met een maximale oppervlakte van 50 m2, met dien verstande dat voor zover voorzieningen binnen bestaande bebouwing niet mogelijk zijn, de bebouwing ten behoeve van de (sanitaire) voorzieningen wordt opgericht binnen het bestemmingsvlak met een maximale oppervlakte van 50 m2, een maximale goothoogte van 3 m en een maximale bouwhoogte van 5 m;
    • 5. het aantal aaneengesloten nachten gedurende welke gebruik gemaakt mag worden van de recreatieve nevenactiviteit maximaal 45 bedraagt;
    • 6. er een landschapsplan wordt overlegd, waaruit de landschappelijke inpassing blijkt;
    • 7. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
    • 8. er geen aanpassing of verharding van de infrastructuur buiten het bouwvlak noodzakelijk is;
    • 9. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
    • 10. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • b. bed & breakfast, mits:
    • 1. opgericht binnen de op het moment van het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande bebouwing;
    • 2. gezamenlijke oppervlakte maximaal 120 m2 bedraagt, waarbij de maximale oppervlakte per slaapverblijf 30 m2 mag bedragen;
    • 3. er verder geen voorzieningen als speeltuin, stallingen, detailhandel e.d. worden opgericht;
    • 4. het aantal aaneengesloten nachten gedurende welke gebruik gemaakt mag worden van de recreatieve nevenactiviteit maximaal 14 bedraagt;
    • 5. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
    • 6. er geen aanpassing of verharding van de infrastructuur buiten het bouwvlak noodzakelijk is;
    • 7. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
    • 8. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  • c. recreatiewoningen / -appartementen, mits:
    • 1. opgericht binnen de op het moment van het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande bebouwing;
    • 2. maximaal 3 recreatiewoningen/-appartementen worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 75 m2 per recreatiewoning/-appartement;
    • 3. het aantal aaneengesloten nachten gedurende welke gebruik gemaakt mag worden van de recreatieve nevenactiviteit maximaal 45 bedraagt;
    • 4. er geen aanpassing of verharding van de infrastructuur buiten het bouwvlak noodzakelijk is;
    • 5. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
    • 6. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
    • 7. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;

27.4.6 stapeling

Bij een combinatie van afwijkingen uit artikel 27.4.5 onder b en c geldt de laagste toegestane vloeroppervlakte als totale toegestane maximum.

27.5 wijzigingsbevoegdheid
27.5.1 woningsplitsing

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het splitsen van woningen in twee woningen, mits:

  • a. de gesplitste woningen een inhoud hebben van minimaal 400 m3;
  • b. de oppervlakte of inhoud van de gesplitste woningen en de bijgebouwen niet wordt vergroot;
  • c. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  • d. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.

27.5.2 extra woningen bij sloop van voormalige agrarische bebouwing

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor de bouw van één of meerdere extra woningen, in verband met sloop van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. ter compensatie van de sloop van minimaal 750 m2 voormalige agrarische bedrijfsbebouwing en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, niet zijnde monumentale of karakteristieke bebouwing, mogen:
    1. twee woningen in één bestaand bijgebouw of
    2. twee woningen in één nieuw gebouw of
    3. een vrijstaande woning
    worden opgericht;
  • b. ter compensatie van de sloop van minimaal 1.500 m2 voormalige agrarische bedrijfsbebouwing en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, mogen:
    1. maximaal drie woningen in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw of
    2. één woning in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw en maximaal twee woningen in één 3. nieuw woongebouw of
    4. maximaal drie woningen in één nieuw woongebouw of
    5. maximaal twee vrijstaande woningen
    worden opgericht;
  • c. alle voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, niet zijnde bedrijfsbebouwing zoals bedoeld onder a en/of b, welke niet als monumentaal of karakteristiek kunnen worden aangemerkt, wordt gesloopt;
  • d. de oppervlakte van de nieuw te bouwen woongebouwen en/of woningen bedraagt maximaal 50% van de gesloopte oppervlakte;
  • e. de nieuw te realiseren woningen hebben een inhoud van minimaal 400 m3 en maximaal 800 m3;
  • f. bijgebouwen bij de nieuw te realiseren woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
    • 1. oppervlakte maximaal 90 m2 per woning;
    • 2. gebouwd op maximaal 20 m afstand van de nieuw te realiseren woning;
    • 3. indien er meerdere nieuwe woningen worden gerealiseerd dienen de bijgebouwen in één gebouw te worden ondergebracht;
  • g. er sprake is van een landschappelijke inpassing, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld;
  • h. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • i. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • j. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  • k. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.