Plan: | Buitengebied Overbetuwe |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1734.0007BUITbuitengebi-GOH2 |
Omdat het buitengebied gekenmerkt wordt door bijzondere kwaliteit op het gebied van landschap, natuur, milieu en rust, is het beleid dat in dit bestemmingsplan is opgenomen gebaseerd op het zorgvuldigheidsprincipe. Dit houdt in dat gekozen is voor het bieden van ruime mogelijkheden zonder overbodige procedures voor activiteiten waarvan op voorhand duidelijk is dat zij geen schade kunnen berokkenen aan het woon- of leefmilieu, natuur of landschap e.d. Voor nieuwe activiteiten die een zeker risico vormen voor de in het gebied aanwezige waarden of voor belangen van derden wordt echter een grote mate van zorgvuldigheid in acht genomen. Er geldt een 'nee, tenzij' principe, dat inhoudt dat dergelijke activiteiten niet zonder meer zijn toegestaan, maar dat er een afwijking voor kan worden verleend. Voor verschillende nieuwe ontwikkelingen zijn in de regels afwijkingen opgenomen, waarbij per ontwikkeling is aangegeven welke voorwaarden gelden. De bevoegdheid tot het verlenen van een dergelijke afwijking ligt bij het bevoegd gezag. Het maximum dat in iedere afwijking is opgenomen vormt een begrenzing van de bevoegdheid. Bij beoordeling van een aanvraag om een afwijking wordt onderzoek verricht naar de waarden die op het betreffende perceel en haar omgeving voorkomen. Afhankelijk van deze waarden wordt bepaald in hoeverre de nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan. Dit vormt maatwerk per locatie. Het bevoegd gezag hoeft daarom niet per definitie het maximale waartoe het bevoegd is ook daadwerkelijk toe te staan. Voor nieuwe activiteiten die een wezenlijke verandering vormen voor de situatie ter plekke is het college van burgemeester en wethouders bevoegd een wijzigingsplan op te stellen. Ook deze bevoegdheid is begrensd. Ook bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid zal het college maatwerk leveren dat is toegesneden op de aard van de betreffende locatie.