direct naar inhoud van Artikel 21 Sport
Plan: Buitengebied Overbetuwe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0007BUITbuitengebi-GOH2

Artikel 21 Sport

21.1 bestemmingsomschrijving

De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. buitensportvoorzieningen;
  • b. sportvelden;
  • c. ondersteunende horeca;
  • d. een manege uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'manege';
  • e. een zwembad, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zwembad';
  • f. evenementen als medegebruik gedurende maximaal 7 aaneengesloten dagen inclusief opbouw en afbraak van bijbehorende voorzieningen;
  • g. een zend-/ ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ ontvangstinstallatie';
  • h. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • i. een groepsaccomodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccomodatie';
  • j. nevenactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'manege', met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend nevenactiviteiten zijn toegestaan zoals opgenomen in bijlage 6, 'Lijst van nevenactiviteiten' met inachtneming van de gebiedsaanduidingen zoals opgenomen in die bijlage;
    • 2. maximaal 25% met een absoluut maximum van 350 m2 van de bestaande bebouwing mag worden gebruikt;
    • 3. er geen detailhandel anders dan de verkoop van lokaal of streekeigen geproduceerde agrarische producten mag plaatsvinden;
    • 4. parkeren op eigen erf dient plaats te vinden;
    • 5. buitenopslag niet is toegestaan;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

21.2 bouwregels
21.2.1 gebouwen ten behoeve van buitensportvoorzieningen

Gebouwen ten behoeve van buitensportvoorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. in afwijking van het gestelde onder a zijn gebouwen buiten het bouwvlak toegestaan, mits:
    • 1. de totale gezamenlijke bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m2;
    • 2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m;
  • c. de goot- en bouwhoogte maximaal de bestaande goot- en bouwhoogte;
  • d. voor zover een bebouwingspercentage is opgenomen bedraagt het bebouwingspercentage maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage.

21.2.2 gebouwen ten behoeve van manege

Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'manege' voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goothoogte van:
    • 1. bedrijfsgebouwen maximaal 4,5 m;
    • 2. bedrijfswoningen maximaal 6 m;
    • 3. bijgebouwen bij bedrijfswoningen maximaal 3 m;
  • c. bouwhoogte van:
    • 1. bedrijfsgebouwen maximaal 7 m;
    • 2. bedrijfswoningen maximaal 10 m;
    • 3. bijgebouwen bij bedrijfswoningen maximaal 5 m;
  • d. inhoud van de bedrijfswoningen maximaal 600 m3;
  • e. gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij bedrijfswoningen maximaal 90 m2;

21.2.3 bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen maximaal 3 m;
  • b. vlaggenmasten maximaal 6 m;
  • c. bouwwerken die direct verband houden met de sportbeoefening 10 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 16 m bedragen;
  • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 4 m.

21.3 afwijken van de bouwregels

bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor de sportbeoefening

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.2.3 onder c voor het verhogen van de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die direct verband houden met de sportbeoefening, mits:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 16 m bedraagt;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

21.4 specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt mede verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van sporten die veel omgevingslawaai tot gevolg hebben, zoals (model)vliegsport en motorcross.

21.5 afwijken van de gebruiksregels
21.5.1 afwijkende nevenactiviteiten

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.1 voor het ter plaatse van de aanduiding 'manege' toestaan van een nevenactiviteit dat niet is opgenomen in bijlage 6, 'Lijst van nevenactiviteiten' mits:

  • a. maximaal 25% met een absoluut maximum van 350 m2 van de bestaande bebouwing mag worden gebruikt;
  • b. er geen detailhandel anders dan de verkoop van lokaal of streekeigen geproduceerde agrarische producten mag plaatsvinden;
  • c. er geen horeca mag plaatsvinden;
  • d. er geen verblijfsrecreatie mag plaatsvinden;
  • e. parkeren op eigen erf dient plaats te vinden;
  • f. buitenopslag niet is toegestaan;
  • g. er geen activiteiten plaatsvinden die vergunningplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer;
  • h. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeers- en parkeersituatie ter plaatse;
  • i. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • j. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

21.5.2 mantelzorg

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.1 voor het toestaan dat een bijgebouw bij de bedrijfswoning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;
  • b. duidelijk is wie de zorgbehoevende is of zorgbehoevenden zijn;
  • c. de bereikbaarheid voor (aanleg van) algemene voorzieningen en nutsvoorzieningen en voor hulpdiensten gewaarborgd blijft;
  • d. de oppervlakte maximaal 90 m2 bedraagt;
  • e. er geen zelfstandige woning ontstaat;
  • f. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

21.5.3 Langdurige evenementen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.1 onder f voor het tijdelijk gebruik van gronden voor langdurige evenementen, mits:

  • a. de duur van het evenement maximaal 14 aaneengesloten dagen inclusief opbouw en afbraak bedraagt;
  • b. een evenement (inclusief opbouw) vindt pas plaats na het verstrijken van een aantal dagen na het voorgaande evenement (inclusief afbraak), waarbij het aantal verstreken dagen minimaal gelijk is aan de duur van het voorgaande evenement (inclusief opbouw en afbraak;
  • c. het aantal evenementen maximaal 10 per kalenderjaar bedraagt;
  • d. er voldoende parkeerplaatsen al dan niet op eigen terrein aanwezig zijn;
  • e. de aan te brengen voorzieningen tijdelijk zijn wat inhoudt dat het houden van een evenement niet mag leiden tot onomkeerbare voorzieningen en/of ingrepen;
  • f. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • g. de belangen van eigenaars en/of gebruikers van betrokken of nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.