direct naar inhoud van Artikel 15 Kantoor - Uiterwaarden
Plan: Buitengebied Overbetuwe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0007BUITbuitengebi-GOH2

Artikel 15 Kantoor - Uiterwaarden

15.1 bestemmingsomschrijving

De voor Kantoor - Uiterwaarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. de bestaande bedrijfswoningen, waarbij inwoning is toegestaan in de aanwezige bedrijfswoningen;
  • c. waterstaatkundige doeleinden, zoals de berging en afvoer van water, ijs en sediment;
  • d. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven.

15.2 bouwregels
15.2.1 kantoorgebouwen en bedrijfswoningen

Kantoorgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gezamenlijke oppervlakte maximaal de oppervlakte als in bijlage 4 aangegeven;
  • b. goothoogte van:
    • 1. gebouwen ten behoeve van kantoren maximaal 4,5 m;
    • 2. bedrijfswoningen maximaal 6 m;
    • 3. bijgebouwen bij bedrijfswoningen maximaal 3 m;
  • c. bouwhoogte van:
    • 1. gebouwen ten behoeve van kantoren maximaal 7 m;
    • 2. bedrijfswoningen maximaal 10 m;
    • 3. bijgebouwen bij bedrijfswoningen maximaal 5 m;
  • d. inhoud bedrijfswoning maximaal 600 m3.

15.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. alleen de bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijn toegestaan;
  • b. bouwhoogte maximaal 2 m.

15.2.3 herbouw bestaande locatie

Het is niet toegestaan om een bestaand gebouw geheel of gedeeltelijk te herbouwen op, dan wel geheel of gedeeltelijk te verplaatsen naar een andere dan de bestaande locatie.

15.2.4 verbod vervangende nieuwbouw

Het is niet toegestaan om de bestaande gebouwen te vervangen door één nieuw gebouw, dan wel door een kleiner aantal gebouwen dan het bestaande aantal.

15.3 specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van lawaaisporten.

15.4 afwijken van de gebruiksregels
15.4.1 mantelzorg

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.1 voor het toestaan dat een bijgebouw bij de bedrijfswoning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;
  • b. duidelijk is wie de zorgbehoevende is of zorgbehoevenden zijn;
  • c. de bereikbaarheid voor (aanleg van) algemene voorzieningen en nutsvoorzieningen en voor hulpdiensten gewaarborgd blijft;
  • d. de oppervlakte maximaal 90 m2 bedraagt;
  • e. er geen zelfstandige woning ontstaat;
  • f. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

15.5 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.5.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 15.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van vijvers, poelen, kolken en waterlopen;
  • d. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting, houtopstanden en bebossing.

15.5.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterstaatkundige doeleinden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

15.5.3

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.5.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van de een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning.