direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Nagtegael
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.Nagtegael-VST1

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Structuurvisie Platteland Leeft

De Structuurvisie Platteland Leeft is op 28 juni 2012 vastgesteld. Basis voor de Structuurvisie is de in november 2008 door de gemeenteraad vastgestelde visiefilm "Platteland Leeft". Veel elementen uit deze film zijn nog steeds actueel en komen als thema terug in de Structuurvisie.

Midden-Drenthe is een gemeente met een grote diversiteit. De manier waarop de mensen er wonen verschilt per dorp. Daarnaast kent het een grote diversiteit aan landschappen: de grootschalige voormalige hoogveengebieden, de hoger gelegen zandgronden en de kleinschalige beekdalen. Deze gegevenheid vanuit de ondergrond is van grote invloed op de ruimtelijke inrichting van Midden-Drenthe, vormgeving van de dorpen en het type samenleving die zich daarop heeft gevormd.

Bij het inzetten op een levendig platteland hoort ook het maken van scherpe keuzes in dat wat je samen wel en dat wat je vooral ook niet doet. In de structuurvisie worden de keuzes gemaakt. Voor dit bestemmingsplan is het relevant dat Beilen wordt ontwikkeld tot de centrale kern van de gemeente met bijbehorende uitstraling en voorzieningen. Hier wordt ruimte geboden om te groeien zowel qua woningen als voor bedrijven.

Beilen centraal

In deze structuurvisie speelt Beilen, met haar centrale ligging in de gemeente, een belangrijke rol. Beilen onderscheidt zich van andere kernen in (Midden-)Drenthe vanwege de ligging aan de A28 en de aanwezigheid van het station op de lijn Zwolle-Groningen. Met twee afslagen van de A28 en het station komen veel bezoekers hier Midden-Drenthe binnen voor een bezoek aan één van de kernen of het Drentse landschap.

Wonen

Naast het vormgeven aan de entreefunctie van Beilen, wordt hier ook de voornaamste groei van de gemeente opgevangen. In Beilen zal worden ingezet op uitbreiding.

Landschap

De schaal van het landschap speelt een essentiële rol bij het wel of niet meewerken aan ontwikkelingen. Het beheer van het landschap wordt gestimuleerd door het oprichten van een landschapsfonds.

Verkeer en vervoer

De ontsluiting van Midden-Drenthe is uitstekend. Het recreatieve netwerk kan nog worden verfijnd.

Zorg/leefbaarheid

In de structuurvisie wordt het begrip nieuw naoberschap geïntroduceerd en staat voor een positieve betrokkenheid. Dit begrip is eigenlijk de rode draad in de hele visie en komt binnen elk thema weer naar voren.

3.3.2 Woonplan Midden-Drenthe 2012-2020

Op 19 juni 2012 heeft het college ingestemd met het concept-Woonplan Midden- Drenthe.

In het Woonplan verwoordt de gemeente haar visie op het wonen voor de periode 2012-2020. Het plan geeft de visie en ambities van het gemeentelijke woonbeleid weer en bevat een kerngericht woonprogramma.

Woonprogramma Beilen

Beilen kent verreweg de grootste groei van het inwoneraantal en de woningvoorraad van de gemeente de afgelopen jaren. Met name op de nieuwbouwlocatie Nagtegael zijn veel woningen gerealiseerd. De bouwmogelijkheden voor Beilen tot 2020 liggen tussen de 335 en 480 woningen, afhankelijk van de economische ontwikkelingen en de daadwerkelijke behoefte. In principe bieden de nu bekende planlocaties voldoende ruimte om te voorzien in de woningbehoefte tot 2020. In het bouwprogramma van Beilen is Nagtegael fase 3 opgenomen, evenals de extra plancapaciteit (Nagtegael fase 3 uitbreiding, 60 woningen).

Naar verwachting kan er op de potentiële locaties meer gebouwd worden dan noodzakelijk is om in de behoefte te voorzien. Dit vraagt om het maken van keuzes en het faseren van projecten. Verder zijn er potentiële locaties waarvan de plancapaciteit nog niet bekend is.

Het accent van de woningbouwopgave in Beilen zal liggen op jonge gezinnen (deze hebben zich het meeste van elders in onze gemeente gevestigd), starters en senioren. Om starters aan een woning te helpen zal onder andere de doorstroming worden gestimuleerd. Door woningen voor ouderen te bouwen kunnen woningen voor starters vrijkomen.

3.3.3 Welstandsnota Midden-Drenthe

Met de welstandsnota (vastgesteld op 7 juli 2011) is een deel van het gemeentelijk beleid voor de openbare ruimte vastgelegd.

In de welstandsnota gaat het daarbij om de vraag hoe allerlei bouwwerken "er uit zien". Op zichzelf, maar ook in relatie tot de gebouwen er om heen en de openbare ruimte (de straat, het groen en dergelijke). Door de hele welstandsnota heen loopt als rode draad de richtlijn "houd bij het bouwen rekening met je buren/omgeving". Daarmee wordt de sociale en ruimtelijke component in de gemeente verbonden.

Midden-Drenthe is een gemeente waarin naoberschap aanwezig is. De wens is dit te houden en zo mogelijk uit te bouwen. Naoberschap betekent ook dat inwoners bij bouwplannen rekening houden met de bouwwerken van de buren/omgeving.

Daarnaast kan de welstandnota er aan meehelpen dat de gemeente een mooie gemeente is. Wel wordt gerealiseerd dat "mooi" subjectief, persoonlijk is. Toch is er de overtuiging dat met deze welstandsnota wordt bijgedragen aan wat iedereen mooi vindt.

De gemeentelijke wens en overtuiging is dat met deze nota op een eigentijdse manier Midden-Drenthe nog mooier kan worden gemaakt.

Ook voor de woonwijk Nagtegael geldt dat elk bouwplan moet voldoen aan alle toetsingselementen en criteria uit de welstandsnota. Hoe dichter de bebouwing in een gebied, hoe nauwkeuriger de gemeente het welstandselement zal beoordelen. Bij woningbouwontwikkeling in een gebied dat nog criteria kent die horen bij een agrarisch gebied is het gebruikelijk voor die gronden criteria "op maat" in een beeldkwaliteitsplan op te stellen. Voor de wijk Nagtegael is dan ook een beeldkwaliteitplan opgesteld , die na vaststelling deel is gaan uitmaken van de Welstandsnota.

3.3.4 Groenbeleidsplan 2006-2015

De gemeente heeft veel openbaar groen in haar kernen. Het groenbeleidsplan geeft voor een langere termijn in hoofdlijnen aan hoe het groenonderhoud wordt uitgevoerd, welke bomen en groenvlakken waardevol zijn, waar rekening mee gehouden moet worden bij nieuwe aanleg en hoe de groenvoorzieningen kunnen worden verbeterd.

Hoofddoelstelling van het groenbeleidsplan is een consistent en samenhangend beleid en beheer van het openbaar groen in de bebouwde kommen en waar mogelijk het versterken van kwaliteiten.

Enkele voor het bestemmingsplan relevante beleidsuitgangspunten zijn:

  • groenstructuur vaststellen, beschermen en versterken;
  • om het eigen karakter van dorpen of wijken te versterken, wordt een indeling in sferen gebruikt: standaard, cultuurhistorisch of landschappelijk;
  • de visie van het landschapsbeleidsplan doorvertalen naar de dorpen;
  • met name in woonbuurten moet het groen functioneel zijn, afgestemd op het algemeen nut van bewoners;
  • inrichting en beheer afstemmen op principes van de duurzame stedenbouw.

In het groenbeleidsplan worden maatregelen genoemd die zijn bedoeld om de groenstructuur te versterken. Deze maatregelen betreffen met name het aanvullen van belangrijke bomenrijen, het accentueren van dorpsentrees en markante punten en het versterken van de identiteit.

In dit deel is voor elk dorp een uitwerking gemaakt in de vorm van een beschrijving en kaarten. Er is een beschrijving gegeven van de huidige groensituatie binnen de verschillende buurten en zijn structuurverbeterende maatregelen en overige aanbevelingen benoemd. De structuurverbeterende maatregelen zijn inmiddels uitgevoerd.

In vergelijking met de overige woonwijken in de kern Beilen, heeft de wijk Nagtegael een sterkere relatie met het buitengebied.

Landschappelijk belangrijke elementen (en dus belangrijk voor de gewenste uitstraling) zijn de Beilerstroom, het kanaal en de vele houtwallen en bosjes. Smalbroek en Ter Horst (buiten het plangebied) moeten hun eigen kwaliteiten behouden. Hierlangs liggen daarom overgangsgebieden, met bijzondere bepalingen. In het zuidelijk deel van Nagtegael blijft een bosstrookje gehandhaafd, dit is het bosje wat van oorsprong de naam "Nagtegael" had, waar de wijk naar vernoemd is.

Vanuit de wijk zijn er goede verbindingen met enerzijds de rest van Beilen, en anderzijds met het omliggende landschap en nabijgelegen natuurgebieden. De entree van de wijk ligt aan de Domoweg en wordt gemarkeerd door een bijzondere rotonde en door een bijzondere boogvormige fietsbrug. Langs de Domoweg ligt een brede groenstrook met waterpartijen. Evenwijdig hieraan ligt dwars door de wijk ook een brede groenstrook met waterpartij. Die strook is ingericht voor recreatief gebruik.

Ook langs het kanaal ligt een groenstrook met recreatieve mogelijkheden. Richting Ter Horst ligt een fietspad.

Behalve het behoud van oorspronkelijke structuren, is ook de overige inrichting in Nagtegael bijzonder. Wat betreft het groen, is er veel gebruik gemaakt van hagen en van brinkachtige groenelementen. Deze onderdelen benadrukken nog eens extra de eigen (dorpse) identiteit. De ontsluitingsweg wordt begeleid met een dubbele boombeplanting.

Door de aanwezigheid van de (veelal oorspronkelijke) water-, bos- en houtwalelementen zijn er volop mogelijkheden voor de ontwikkeling van flora en fauna in dit gebied.

3.3.5 Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan

In 2000 is het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan opgesteld (GVVP2000). Het GVVP geeft invulling aan de regulering van het verkeer, zodat de bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid gegarandeerd blijft. In 2005/2006 is het GVVP geëvalueerd en geactualiseerd. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in de Actualisatie GVVP 2000-2010 Midden-Drenthe, technische rapportage. In het Strategisch Beleidsdocument zijn de resultaten uit de technische rapportage vertaald in strategische keuzes en in een concreet uitvoeringsprogramma voor de periode 2007-2010. Op dit moment wordt er een nieuw GVVP voorbereid, waarin een visie wordt neergelegd op het gebied van verkeer en vervoer tot en met 2020.

Ten opzichte van het beleid vastgelegd in het GVVP2000 heeft zich op landelijk niveau een beleidswijziging voorgedaan: mobiliteit mag weer. Voor het GVVP betekent dit een accentverschuiving. De meeste doelstellingen blijven overeind, maar er zullen andere prioriteiten worden gesteld.

Prioriteit ligt bij bereikbaarheid (van de economische kernzones) en blijvende aandacht voor verkeersveiligheid. Verder zijn er nieuwe richtlijnen (zoals parkeerrichtlijnen) uitgekomen, die in het gemeentelijke beleid zijn verwerkt.

Ten aanzien van de bereikbaarheid is er per vervoerswijze (auto, openbaar vervoer en fiets) ingezet op een aantal maatregelen. Voor het voorliggend bestemmingsplan is de vervoerswijze auto met de volgende maatregelen relevant:

  • de bereikbaarheid vanuit de gemeente naar omliggende steden (met name de provinciale en rijkswegen). Door de doorstroming op de provinciale en rijkswegen te verbeteren neemt het sluipverkeer op de gemeentelijke wegen af;
  • de bereikbaarheid van de voorzieningen in de kernen (voldoende parkeergelegenheid en duidelijke en veilige routes).

Op dit moment is een nieuw GVVP in voorbereiding en het college van B&W heeft begin juli 2012 een nieuw concept GVVP vastgesteld.

In het plan staat onder meer dat de gemeente een aantal ontbrekende fietsverbindingen wil realiseren. Zo zou er een fietspad moeten komen tussen Beilen en Hijken en moet de Stille Kant van het Oranjekanaal meer geschikt worden gemaakt voor fietsverkeer.

Door verschillende schoolprojecten op het gebied van verkeersveiligheid gaat Midden-Drenthe ook de komende jaren inzetten op gedragsbeïnvloeding in het verkeer. In het GVVP is aandacht voor een aantal zogenaamde ‘black spots’, met het doel een aantal kruisingen veiliger te maken.

Verder beschrijft het GVVP waar 30 km/u en 60 km/u zones kunnen worden ingesteld en waar juist 50 km/u en 80 km/u behouden kan blijven.

Het concept GVVP is tot stand gekomen na overleg met diverse partijen. Verkeersdeskundigen van onder meer politie, provincie Rijkswaterstaat en de ANWB zijn geraadpleegd. Tijdens drie inloopavonden is de mening van inwoners gepeild. Al deze input heeft nu geresulteerd in het concept GVVP.

3.3.6 Milieubeleidsplan Midden-Drenthe 2011-2014

In het milieubeleidsplan 2011-2014 is vastgelegd wat de gemeente de komende jaren op milieugebied wil bereiken en welke aanpak daarbij wordt gehanteerd.

Er is gekozen voor een doelgroepgerichte aanpak in het milieubeleid. Dit houdt in dat in het plan een programma is opgesteld waarin inwoners, ondernemers en de eigen organisatie centraal staan. Reden hiervoor is dat inzichtelijk zou moeten zijn wat het milieubeleid betekent voor inwoners en ondernemers en waar de gemeentelijke organisatie mee bezig is. Ook is gekozen voor een plan waarbij het uitvoeringsprogramma centraal staat. Daarmee wordt op een pragmatische manier invulling gegeven aan het milieubeleid.

Aan het milieubeleidsplan 2011-2014 is een meerjaren uitvoeringsprogramma gekoppeld, gericht op inwoners, ondernemers, de gemeentelijke organisatie en de omgevingskwaliteit.

Inwoners

De gemeente wil energiebesparende maatregelen, duurzame energie en duurzaam bouwen actief stimuleren bij inwoners van Midden-Drenthe. Hierbij wordt als uitgangspunt bij nieuwbouw gehanteerd het streven naar passief bouwen: een huis op een dusdanige manier ontwerpen dat het energiegebruik minimaal is.

Ondernemers

De gemeente wil inzetten op het stimuleren van het opwekken van duurzame energie. Opwekking en gebruik van groen gas neemt bij de duurzame energie voorziening in Midden-Drenthe de belangrijkste plaats in.

Eigen organisatie

De gemeente streeft bij nieuw- en verbouw van gemeentelijke gebouwen en openbare verlichting naar een zo laag mogelijk energiegebruik en het toepassen van milieuvriendelijke materialen. Verder wil de gemeente het energieverbruik zoveel mogelijk reduceren. Dit geldt zowel voor de gebouwen, de openbare verlichting en het wagenpark. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van duurzame energie. Op deze wijze wil de gemeente een voorbeeldfunctie vervullen voor haar inwoners en ondernemers.

Omgevingskwaliteit

Het stimuleren van preventie en hergebruik van afvalstoffen bij burgers staat voorop in Midden-Drenthe. De gemeente streeft er verder naar de inzameling en scheiding van afvalstoffen steeds verder te optimaliseren, zodat het milieurendement optimaal is en de kosten zo laag mogelijk.

3.3.7 Ecoscan Midden-Drenthe

In 2007 is de Ecoscan Midden-Drenthe uitgevoerd als voorbereiding op het Waterplan. Vanuit het streven naar duurzame en gezonde watersystemen vormt waterkwaliteit en -ecologie in toenemende mate een aandachtspunt binnen het waterbeheer. Om indruk te krijgen hoe het is gesteld met de waterkwaliteit binnen de gemeente is een ecologische beoordeling uitgevoerd.

De Ecoscan bevat de resultaten van deze beoordeling en legt hiermee de huidige situatie vast. De resultaten hebben een belangrijke basis gevormd voor het waterplan.

Twee van de belangrijkste conclusies die naar aanleiding van het uitgevoerde ecologisch onderzoek naar de waterkwaliteit (ecoscan) getrokken zijn, zijn dat het in het algemeen relatief redelijk goed gesteld is met de (ecologische) waterkwaliteit van het stedelijk water. De oevers scoren echter slecht vanwege steile taluds en bijna alle geïnventariseerde wateren scoren met betrekking tot beleving voldoende tot goed.

3.3.8 Waterplan Midden-Drenthe

De gemeente Midden-Drenthe, het waterschap Reest en Wieden en Waterleidingmaatschappij Drenthe hebben in 2007 het waterbeleid opgesteld dat is verwoord in het Waterplan Midden-Drenthe. Met het opstellen van het waterplan is invulling gegeven aan afspraken zoals die onder andere zijn gemaakt in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), later overgenomen in het Regionaal Bestuursakkoord Water (RBW). De Ecoscan heeft als basis gediend.

Het toekomstbeeld is dat alle functies optimaal gebruik kunnen maken van water in de gemeente, zonder daarbij de waarden van het watersysteem tekort te doen. Water heeft een ecologische functie en draagt bij aan een goed woon- en werkklimaat, waar zowel oog is voor de stedelijke als agrarische functies van het water.

Gezien de klimaatsverandering krijgt water een steeds belangrijkere rol in de ruimtelijke ordening. Het is van belang dat water één van de sturende elementen wordt in alle beleidsplannen.

3.3.9 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan

Vanuit de Wet milieubeheer is iedere gemeente verplicht om een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) op te stellen. Het vGRP tot en met 2015 geeft invulling aan drie gemeentelijke zorgplichten (afvalwater, hemelwater en grondwater). De inhoud is afgestemd op alle relevante beleidsvelden van de gemeente en met (het beleid van) de waterschappen en de provincie.

De gemeente Midden-Drenthe wil haar (riool)voorzieningen met betrekking tot de zorgplichten doelmatig beheren, waarbij overlast voor de burgers en omgeving tot een minimum beperkt wordt. Deze doelmatigheid wordt als volgt ingevuld voor de drie zorgplichten:

  • 1. Stedelijk afvalwater. Als aansluiting op de riolering kosteneffectief kan, wordt riool aangelegd, anders een IBA (Individuele Behandeling van Afvalwater). Inmiddels is uitvoering van dit beleid afgerond. In Midden-Drenthe zijn alle percelen aangesloten.
  • 2. Afvloeiend hemelwater. Bij nieuwbouw wordt hemelwater altijd gescheiden van afvalwater aangeleverd. Bij bestaande bouw worden bij rioolrenovatie in het openbaar gebied voorzieningen voor de inzameling van hemelwater aangelegd als daarmee wateroverlast opgelost kan worden of als er een substantiële bijdrage aan de vermindering van emissies uit de riolering kan worden bereikt en de investering daarvoor lager is dan € 20/m2 af te koppelen oppervlak.
  • 3. Grondwater. In hoeverre de gemeente in openbaar gebied voorzieningen aanlegt voor de inzameling van overtollig grondwater wordt in het nog vast te stellen grondwaterbeleid.

Voor de planperiode 2011-2015 zijn maatregelen opgesteld om de bovenstaande doelen te realiseren.

Eerst meten dan investeren (onderzoek)

Midden-Drenthe wil het inzicht in en de kennis van het daadwerkelijk functioneren van het rioolstelsel vergroten. Hiermee wordt geborgd dat maatregelen die de gemeente neemt doelmatig zijn.

Beheerwerkzaamheden

Om water op straat, vervuiling van het riool en storingen te voorkomen, wordt de frequentie van het onderhoud verhoogd en beter op elkaar afgestemd. Het onderhoud van de schouwsloten wordt gefinancierd uit de rioolheffing, omdat deze een rol vervullen in transport en berging van regenwater. Om grondwateroverlast te beperken, worden drainagestelsels periodiek doorgespoten.

Beheerplan

In een beheerplan worden de gekozen werkwijzen uitgebreid omschreven. Dit zal leiden tot een meer procesmatige bedrijfsvoering die beter inzichtelijk wordt. Niet alleen de interne afstemming met de andere disciplines is een belangrijk onderdeel maar ook de afstemming met waterschap en nutsbedrijven. Dit heeft als doel om werk met werk te maken en daarmee ook de overlast voor de burgers zo klein mogelijk te houden.

Ten opzichte van de start van de vorige planperiode van het GRP (GRP 2006-2010) zijn een groot aantal randvoorwaarden ingevuld voor goed beheer van de voorzieningen ten behoeve van de zorgplichten.

Hiermee zijn de (financiële) risico's beter inzichtelijk gemaakt. Het beleid voor de komende planperiode (vGRP 2011-2015) zal een voortzetting zijn op het vorige GRP. Het beheer van de voorzieningen zal een meer proces en planmatig karakter krijgen met als doel een grotere doelmatigheid en een nog beter inzicht in de risico's.

3.3.10 Externe veiligheid

Externe veiligheid betreft het risico dat aan bepaalde activiteiten verbonden is voor niet bij de activiteit betrokken personen. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het voorkomen en beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en van risicovol transport. Het gaat daarbij om de bescherming van individuele burgers en groepen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen.Risicobronnen kunnen worden onderscheiden in risicovolle inrichtingen (onder andere lpg-tankstations) en transport van gevaarlijke stoffen (overweg, spoor en water en door buisleidingen). Om voldoende ruimte te scheppen tussen een risicobron en personen of objecten die risico lopen (kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten) moeten vaak afstanden in acht worden genomen. Ook ontwikkelingsmogelijkheden die ingrijpen in de personendichtheid kunnen om onderzoek vragen.

In 2009 is het gemeentelijk ‘Externe veiligheidsbeleidsplan 2009-2012’ vastgesteld.