direct naar inhoud van 4.9 Externe veiligheid
Plan: Hoogersmilde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.Hoogersmilde-VST1

4.9 Externe veiligheid

Inleiding

Bij het aspect externe veiligheid gaat het om de gevaren die de directe omgeving loopt in het geval van een calamiteit als gevolg van productie, het behandelen, of het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het plangebied is gelegen in het invloedsgebied van een risicobron. Het gaat hierbij om de hogedrukaardgastransportleiding de N-521-45 van de N.V. Gasunie (transport gevaarlijke stoffen) die ten oosten van het plangebied is gelegen. In de directe nabijheid van het plangebied is een LPG-tankstation gesitueerd die onder de werkingssfeer valt het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Aangezien het invloedsgebied van het LPG-tankstation buiten het plangebied is gelegen hoeft daarom geen risicoberekening/analyse te worden uitgevoerd. Enkel is gekeken naar de risico's van de aardgasleiding.

Hogedrukaardgastransportleidingen

In het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (Bevb), welke per 1 januari 2011 van kracht is geworden, zijn risiconormen opgenomen voor buisleidingen met brandbare stoffen, aardgas of chemicaliën.

Plaatsgebonden Risico

Het Plaatsgebonden Risico (PR) geeft inzicht in de theoretische kans op overlijden van een individu op een bepaalde horizontale afstand van een risicovolle activiteit. Het PR wordt bepaald door te stellen dat een (fictieve) persoon zich 24 uur per dag gedurende een heel jaar, onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt. Het PR is geheel afhankelijk van de hoeveelheid vervoer en de aard van gevaarlijke stoffen en de ongevalfrequentie. Het PR kan als contour worden weergegeven op een topografische kaart door middel van lijnen die getrokken zijn door de punten met een gelijk risico.

De grenswaarde van het PR voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is 10-6 per jaar. Voor nieuwe situaties geldt deze norm als grenswaarde. Nieuwe (beperkt) kwetsbare bestemmingen mogen niet binnen deze contour worden toegevoegd. Het Rijk heeft echter nog geen inzicht gegeven in wanneer dit het geval zal zijn. Als het plaatsgebonden risico 10-8 per jaar is, wordt het als verwaarloosbaar beschouwd.

Groepsrisico

Het Groepsrisico (GR) wordt naast de mogelijke ongevallen en bijbehorende ongeval- en uitstromingsfrequentie bepaald door de aanwezige mensen in de nabijheid van een eventueel ongeval. Bij het aangeven van representatieve aantallen personen wordt gewerkt vanuit zowel de kwetsbare als de minder kwetsbare bestemmingen. Met het GR wordt aangegeven hoe hoog het totale aantal slachtoffers bij een ongeval kan zijn op basis van de aanwezige mensen. Naarmate de groep slachtoffers (N) groter wordt, moet de kans (f) op een dergelijk ongeval (kwadratisch) kleiner zijn. Dit resulteert in een fN-curve waarbij de kans tegen het aantal slachtoffers is uitgezet.

Bij het bepalen van het GR wordt er getoetst aan de oriëntatiewaarde. De oriëntatiewaarde is geen norm of grenswaarde, maar geldt als ijkpunt. In de praktijk wordt de oriëntatiewaarde vaak als richtlijn genomen. Het lokale bevoegd gezag bepaalt echter zelf of zij een groepsrisico in een bepaalde situatie acceptabel vindt of niet. Het groepsrisico geeft de aandachtspunten op een transportroute aan waar zich mogelijk een ramp met veel slachtoffers kan voordoen. Op basis van deze informatie kan het bevoegde gezag zijn standpunt bepalen.

In het Bevb is aangegeven dat bij overschrijding van de oriëntatiewaarde of bij significante verhoging van het GR, de verantwoordingsplicht doorlopen moet worden. Dit geldt voor zowel wijzigingen in de ruimtelijke ordening (gemeente bevoegd gezag).

Plangebied

Het onderzochte gebied is gelegen binnen de 200 meter ter weerszijden van de aardgasleiding te Hoogersmilde. Hierbij ligt de focus op een deel van de gasleiding van ruim een kilometer bij het plangebied Hoogersmilde. In deze situatie bevinden zich in de nabijheid van de projectlocatie een aantal woningen en boerderijen. Een belangrijke parameter voor de berekening van het groepsrisico (GR) is de omgeving binnen 200 meter aan weerszijden van de aardgasleiding. De bestaande situatie is geanalyseerd met de feitelijke bebouwing. Voor de aanwezigheid van de bevolking in de woongebieden en op bedrijventerreinen zijn de volgende algemene aannames gehanteerd. Voor de aanwezigheid van het aantal bewoners in de woongebieden wordt 's nachts 100% en overdag 70% gehanteerd. Op een eventueel aanwezige bedrijventerrein bevindt 100% van de werknemers zich overdag op het werk. 's Nachts wordt verondersteld dat er niemand aanwezig is.

Resultaten

Voor het plaatsgebonden risico (PR) wordt op basis van het gastransport geen 10-6 contour berekend. Het plaatsgebonden risico met de 10-8 contour is op ongeveer 45 meter vanaf de as van de aardgasleiding gelegen. Dit plaatsgebonden risico is gelijk voor de huidige situatie en de situatie met het ingevulde plan. Door de afwezigheid van de PR10-6 contour voldoet het plaatsgebonden risico aan de wettelijke norm.

Naast het Plaatsgebonden risico (PR) is tevens een berekening gemaakt van het Groepsrisico (GR), welke door middel van een fN-curve is weergegeven. Gesteld kan worden dat het groepsrisico nihil (curve niet zichtbaar) en dus ver onder de oriëntatiewaarde ligt.

Conclusies

Er mogen op grond van het Bevb geen kwetsbare objecten binnen een vastgestelde afstand tot een aardgasleiding liggen. De grenswaarde van het plaatsgebonden risico voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is 10-6 per jaar. De berekening van de externe veiligheids-risico's toont aan dat de PR 10-6 contour niet aanwezig is in het plangebied van de aardgasleiding bij de projectlocatie Hoogersmilde. Daardoor voldoet het plaatsgebonden risico aan de wettelijke norm.

De PR 10-8 kan worden beschouwd als het invloedsgebied van de aardgasleiding bij Hoogersmilde. Dat wil zeggen dat bij de huidge aard en omvang van het transport van gevaarlijke stoffen van het projectplan, buiten de 45 meter vanaf de as van de aardgasleiding, een verwaarloosbare invloed hebben op het groepsrisico. Het groepsrisico ligt in de huidge situatie ruim onder de oriëntatiewaarde. Als het groepsrisico (nihil) ruim onder de oriëntatiewaarde ligt en/of het groepsrisico niet toeneemt door het besluit is een verantwoording van het groepsrisico niet vereist. Omdat aan deze voorwaarden wordt voldaan is geen verantwoording groepsrisico vereist (zie Bijlage 1 Rapportage EV-onderzoek Hoogersmilde).