direct naar inhoud van 3.2 Provincie
Plan: Bovensmilde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.Bovensmilde-VST1

3.2 Provincie

Vanuit de provincie Drenthe is de omgevingsverordening voor dit bestemmingsplan van belang. De omgevingsverordening geeft regels waar in een bestemmingsplan rekening mee gehouden moet worden. Deze regels zijn een vertaling van het beleid zoals dat opgenomen is in de Omgevingsvisie Drenthe, de opvolger van het Provinciaal omgevingsplan II.

3.2.1 Omgevingsvisie

Op 2 juni 2010 is door Provinciale Staten de Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld. Deze beschrijft de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe tot 2020. De missie van de omgevingsvisie is het koesteren van de Drentse kernkwaliteiten en het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden passend bij deze kernkwaliteiten.

Het kernenbeleid uit het POP II ten aanzien van wonen, werken en voorzieningen is in grote lijnen voortgezet in de Omgevingsvisie. De provincie wil de leefkwaliteit van kernen op een hoog niveau houden. Behoud van voorzieningen wordt in dat verband van belang geacht. Ontwikkelingen voor het behoud van voorzieningen worden dan ook toegestaan.

Uitgangspunt voor ruimtelijke ontwikkelingen is de zogenaamde SER-ladder (zie kader). Het model stelt onder meer dat extra ruimte voor wonen en werken zo veel mogelijk moet worden gezocht in of aansluitend aan bestaand bebouwd gebied. Daarbij heeft de bundeling rond de nationale en regionale infrastructuur en de openbare vervoersvoorzieningen de voorkeur.


SER-ladder
1. Gebruik de ruimte die al beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbaar kan worden gemaakt.
2. Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen.
3. Indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak. Door een zorgvuldige keuze van de locatie van 'rode' functies en door investeringen in kwaliteitsverbetering van de omliggende groene ruimte moet worden verzekerd dat het meerdere ruimtegebruik voor wonen, bedrijventerreinen of infrastructuur de kwaliteit van natuur en landschap respecteert en waar mogelijk versterkt.
 

In dit bestemmingsplan wordt uitgegaan van het behoud van de bestaande situatie; nieuwe grootschalige ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt. Het plan past binnen het beleid uit de Omgevingsvisie.

3.2.2 Omgevingsverordening

Met de omgevingsverordening vertaalt de provincie Drenthe zijn Omgevingsvisie (deels) door naar een verordening voor zover het planologisch relevante aspecten betreft.

De verordening schrijft voor dat, wanneer bij een ruimtelijk plan kernkwaliteiten betrokken zijn, deze in het plan uiteengezet worden. Daarbij wordt aangegeven in welke mate het plan bijdraagt aan het behoud en de ontwikkeling van de betrokken kernkwaliteiten. De Omgevingsvisie en de uitwerkingen daarvan geven hiervoor aanwijzingen. Zoals in onderstaande figuur te zien is, zijn voor Bovensmilde zelf geen kernkwaliteiten aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1731.Bovensmilde-VST1_0004.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1731.Bovensmilde-VST1_0005.png"

Overzicht van de Kernkwaliteitenkaart van de Omgevingsvisie

In de omgeving van het plangebied is sprake van meerdere kernkwaliteiten, namelijk: 'Aardkundige waarde' en 'Natuur'. Deze raken het plangebied echter niet. In de verordening is aangegeven hoe met deze kernkwaliteiten omgegaan moet worden. In de omgevingsvisie staat een beschrijving van de kernkwaliteiten.

In dit bestemmingsplan wordt uitgegaan van het behoud van de bestaande situatie; nieuwe grootschalige ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt. Een aantasting van de kernkwaliteiten in de omgeving van het plangebied wordt daarom niet verwacht.