direct naar inhoud van 4.6 Luchtkwaliteit
Plan: Bedrijventerreinen Smilde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.BedrterrSML-VST1

4.6 Luchtkwaliteit

Aangetoond dient te worden dat met de uitvoering van het bestemmingsplan wordt voldaan aan de Wet Luchtkwaliteit (titel 5.2 Wet milieubeheer). Tevens dient aangetoond te worden dat een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd in het plangebied.

4.6.1 Wettelijk kader

Voor ruimtelijke plannen met een mogelijk effect op de luchtkwaliteit is een toets aan de 'Wet luchtkwaliteit' (Wet milieubeheer hoofdstuk 5, titel 5.2) benodigd. Bestuursorganen hanteren bij het uitoefenen van de bevoegdheden de volgende voorwaarden:

  • a. er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van grenswaarden;
  • b. het project leidt - al dan niet per saldo - niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • c. het project draagt 'niet in betekenende mate' (toename <1,2 µg/m³ ) bij aan de concentratie van fijn stof en stikstofdioxide;
  • d. het project is opgenomen binnen het NSL of een regionaal programma van maatregelen.

Als aan één of een combinatie van deze voorwaarden wordt voldaan zijn er in beginsel geen belemmeringen voor het uitvoeren van de bevoegdheden.

Daarnaast dient voor het aspect luchtkwaliteit getoetst te worden aan de Wet ruimtelijke ordening, inzake het verzekeren van de realisatie van een goed woon- en leefklimaat.

Om aan te tonen dat een goed woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd, dient aannemelijk te worden gemaakt dat de grenswaarden voor langdurige blootstelling aan fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) niet (dreigen te) worden overschreden.

4.6.2 'Niet in betekenende mate'-toets

Aangezien het bestemmingsplan een actualisatie betreft van het geldende bestemmingsplan, worden geen betekenisvolle ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Hierdoor zullen geen extra emissies ontstaan door verkeersaantrekkende werking of door de huidige inrichtingen. In deze situatie kan, zonder verdere berekening, worden geconcludeerd dat het plan niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Daarmee wordt voldaan aan de voorwaarde c. van de 'Wet luchtkwaliteit'.

4.6.3 Toets woon- en leefklimaat

De grenswaarden (jaargemiddelde concentraties) voor langdurige blootstelling aan PM10 en NO2 bedragen 40 µg/m3.

De actuele grootschalige achtergrondconcentraties van 2012 bedragen:

  Leemdijk (x=226030/y=552390)   Evert Hendriksweg (x=224290/y=549570)  
PM10   23,0 µg/m³   20,8 µg/m³  
NO²   12,3 µg/m³   13,2 µg/m³  

De lokale achtergrondwaarden kunnen afwijken van de grootschalige achtergrondwaarden. Gelet op de aard en omvang van de huidige alsmede de planologisch toegestane bedrijfsactiviteiten wordt aangenomen dat lokale achtergrondwaarden niet significant afwijken van de grootschalige achtergrondwaarde. Hierdoor kan de grootschalige achtergrondconcentratie als uitgangspunt gehanteerd worden voor de toets of sprake is van de realisatie van een goed woon- en leefklimaat.

4.6.4 Conclusie

Zoals aangegeven draagt de actualisatie van het bestemmingsplan niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit, waardoor met een toename van ten hoogste 1,2 µg/m3 kan worden gerekend. Opgeteld bij de achtergrondconcentraties liggen deze ruim onder de grenswaarden voor langdurige blootstelling. Hiermee is het aannemelijk dat de grenswaarden niet (dreigen te) worden overschreden en er sprake is van de realisatie van een goed woon- en leefklimaat.