direct naar inhoud van Artikel 11 Tuin
Plan: Bestemmingsplan Zwiggelte
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.054302-VG01

Artikel 11 Tuin

 

11. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    tuinen, geen erven zijnde, behorende bij de op de aangren­zende gronden gelegen woonhuizen;

met daaraan ondergeschikt:

b.    groenvoorzieningen;

c.    infrastructurele voorzieningen;

d.    parkeervoorzieningen;

e.    waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daarbijbehorende:

f.     bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.

11. 2.    Bouwregels

11. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden ge­bouwd.

11. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 7,00 m be­dragen;

b.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoog­ste 1,00 m bedragen;

c.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 1,00 m bedragen.

11. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangren­zende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing.

11. 4.    Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de mili­eusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

 

a.    het bepaalde in lid 11.2.1 en toestaan dat aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een op hetzelfde bouwper­ceel gelegen hoofdgebouw worden gebouwd, mits na toepas­sing van deze ontheffingsbevoegdheid de regels van artikel 16.2.2 of artikel 17.2.2. van overeenkomstige toepassing zijn;

b.    het bepaalde in lid 11.2.2. en toestaan dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen worden verhoogd tot ten hoogste 3,00 m.