direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
Plan: Kern Partij-Wittem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1729.BPLKOM06000-VG01

Artikel 6 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de opslag en verkoop van motorbrandstoffen inclusief lpg;

en de daarbij behorende voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 30.2

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op de voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, geen woning zijnde, waaronder een kantoor, winkel en wasstraat;
  • b. ondergrondse opslagtanks en bijbehorende vulpunten;
  • c. bijgebouwen;
  • d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen,

met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 6.2.2 tot en met 6.2.3.

6.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen, geen woning zijnde en bijgebouwen moeten uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
  • c. de bouwhoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3,5 m bedragen;
  • d. gebouwen zullen plat of met een kap van ten hoogste 60° worden afgedekt.
6.2.3 Overige regels

De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4 m bedragen, met uitzondering van:

  • a. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2 m mag bedragen, en;
  • b. de hoogte van palen, masten en beeldende kunstwerken welke ten hoogste 8 m mag bedragen;
  • c. de hoogte van een luifel of vergelijkbare voorzienig, voor het droog kunnen staan tijdens het tanken, welke ten hoogte 6 m mag bedragen.
6.3 Nadere eisen
6.3.1

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing;
  • b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  • c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
6.3.2

De onder artikel 6.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing;
  • b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeerbehoefte;
  • d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
  • e. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. open bedrijfsterrein;
  • b. tuin en/of groenvoorziening;
  • c. bedrijfsdoeleinden, anders dan toegelaten in artikel 6.1 ;
  • d. detailhandel, met uitzondering van de verkoop van nevenproducten, dan wel producten waarvan de verkoop voortvloeit uit, en ondergeschikt is aan het benzinestation, mits de verkoopruimte één geheel vormt met het brandstofverkooppunt en de bruto bedrijfsvloeroppervlakte van de detailhandelsactivitieten niet meer bedraagt dan 75 m2;
  • e. groothandel;
  • f. horeca, anders dan voor het nuttigen van ter plaatse verkrijgbare spijzen en dranken en voorts ondergeschikt aan het toegelaten gebruik;
  • g. recreatie;
  • h. wonen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
6.5.1 Wijziging in de bestemming Wonen –1

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1', mits:

  • a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd;
  • b. de woningbouw past binnen de uitgangspunten van het d.d. 12-11-2009 vastgestelde Woonplan 2010-2020 Gulpen-Wittem;
  • c. de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
  • d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen;
  • e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • f. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets);
  • g. bij wijziging buiten de ''wro-zone - rode contour'' het Limburgs Kwaliteitsmenu d.d. 12 januari 2010 van toepassing is;
  • h. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 'Wonen - 1' met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bijgebouwen, alsmede het aantal en de aard van de woningen.
6.5.2 Procedure wijziging

Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening.