direct naar inhoud van Artikel 18 Wonen - 3
Plan: Kern Eys
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1729.BPLKOM03000-VG01

Artikel 18 Wonen - 3

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van standplaatsen voor woonwagens of vrijstaande woningen (chalets),

en de daarbij behorende voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 33.2.

18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen

Op de voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden mogen uitsluitend:

  • a. woonwagens worden geplaatst;
  • b. vrijstaande woningen (chalets) worden gebouwd;
  • c. bijgebouwen worden gebouwd;
  • d. en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen,

met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 18.2.2 tot en met 18.2.3.

18.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. woonwagens dan wel woningen worden binnen het bouwvlak geplaatst/gebouwd;
  • b. in het bouwvlak zijn maximaal 4 woonwagens/woningen toegestaan;
  • c. het oppervlak van een woonwagen/woning bedraagt maximaal 105 m². Bij de berekening van het oppervlak worden bestaande, buiten het bouwvlak gelegen delen van de woonwagen meegeteld;
  • d. de goothoogte van de woonwagen/woning bedraagt maximaal 3.50 m;
  • e. de bouwhoogte van de woonwagen/woning bedraagt maximaal 6.50 m.
18.2.3 Overige regels
  • a. Bijgebouwen worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. het oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt maximaal 45 m²;
  • c. de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3.50 m.
18.3 Nadere eisen
18.3.1

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing;
  • b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  • c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
18.3.2

De in artikel 18.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:

  • a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing;
  • b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken;

ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeerbehoefte;

  • c. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
18.4 Specifieke gebruiksregels
18.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. als staanplaats of ligplaats voor onderkomens en kampeermiddelen, anders dan de op de standplaats toelaatbare woonwagen/woning;
  • b. voor het beproeven van voertuigen, voor de beoefening van de motorsport, voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen;
  • c. voor het crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen;
  • d. als staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • e. voor opslagdoeleinden, zoals het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, afval of andere vaste of vloeibare afvalstoffen, dan wel al dan niet afgedankte of aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen of producten;
  • f. afzonderlijke bewoning, indien het een vrijstaande bijgebouw betreft;
  • g. beroeps-, bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte waaronder begrepen de opslag van vuurwerk;
  • h. detailhandels-, groothandels- en andere handelsdoeleinden, alsmede horecadoeleinden.
18.4.2 Aan huis gebonden beroepen

Een aan huis gebonden beroep is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. een aan huis gebonden beroep mag worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. het mag maximaal 50 m2 van de vloeroppervlakte van de woning betreffen;
  • c. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • d. degene die de activiteiten uitvoert, is tevens de bewoner van de woning;
  • e. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
  • g. er vindt geen detailhandel plaats, met uitzondering van aan de activiteit inherente en ondergeschikte detailhandel.
18.4.3 Mantelzorg

Mantelzorg is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. mantelzorg mag worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen, met dien verstande dat mantelzorg in een vrijstaand bijgebouw slechts is toegestaan indien dit niet gepaard gaat met meer dan het toegestane oppervlak aan bijbouwen; ;
  • b. de mantelzorgvoorziening bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden;
  • c. de behoefte aan mantelzorg aangetoond is;
  • d. de woonruimte geen eigen huisnummer heeft;
  • e. het oppervlak van de mantelzorgvoorziening maximaal 50 m² bedraagt;
  • f. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • g. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • h. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
  • i. zodra de noodzaak van de mantelzorgvoorziening is komen te vervallen, het gebruik als woonruimte wordt beëindigd.
18.5 Wijzigingsbevoegdheid
18.5.1 Wijziging in de bestemming 'Wonen - 1'

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1', mits:

  • a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd;
  • b. de woningbouw past binnen deuitgangspunten van het d.d. 12-11-2009 vastgestelde Woonplan 2010-2020 Gulpen-Wittem;
  • c. de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
  • d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen niet onevenredig zullen toenemen;
  • e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • f. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets);
  • g. bij wijziging buiten de ''wro-zone - rode contour' het Limburgs Kwaliteitsmenu d.d. 12 januari 2010 van toepassing is;
  • h. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 31.1, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen.
18.5.2 Procedure

Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening.