direct naar inhoud van Regels
Plan: Buitengebied Bladel 2014, eerste herziening 2016
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1728.BPG0025herzbuiteng-VAST

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Van toepassing verklaring

Het bestemmingsplan 'Buitengebied Bladel 2014, eerste herziening 2016' heeft uitsluitend betrekking op de in Artikel 2 opgenomen wijzigingen. Voor het overige blijft het bestemmingsplan 'Buitengebied Bladel 2014', NL.IMRO.1728.BPG0013Buitengeb-VSG2 onverkort van toepassing.

Artikel 2 Gewijzigde regels

Het bestemmingsplan 'Buitengebied Bladel 2014', NL.IMRO.1728.BPG0013Buitengeb-VSG2, wordt als volgt gewijzigd.

Artikel 1 'Begrippen'
Aan artikel 1 worden twee nieuwe begripsbepalingen toegevoegd namelijk 'bijenhal' en 'hulpgebouw' die als volgt luiden:

1.33 Bijenhal
voorziening ten behoeve van het opslaan en stallen van bijenkasten, -verblijven en toebehoren;

1.65 (na hernummering) hulpgebouw:
een gebouw ten behoeve van opslag van materieel dat dient ter ondersteuning aan het op basis van de bestemming toegelaten gebruik;

Artikel 3 'Agrarisch'
Aan artikel 3.1 worden een nieuw sub g., h., i en j toegevoegd, die als volgt luiden:

g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hulpgebouw', tevens voor het bestaande
hulpgebouw;
h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - melkstal', tevens voor de bestaande
melkstal;

i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - Wadi', uitsluitend een
infiltratievoorziening;
j. ter plaatse van de aanduiding 'groen', uitsluitend het behoud van de bestaande landschappelijke
inpassing;

Aan artikel 3.2.2 wordt een nieuw sub c. toegevoegd, dat als volgt luidt:
c. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - hulpgebouw' en 'specifieke
bouwaanduiding - melkstal', is uitsluitend de bestaande bebouwing toegestaan;

Artikel 4 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1'
Aan artikel 4.1 worden een nieuw sub m. toegevoegd, die als volgt luidt:
m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - ruwvoer', uitsluitend opslag van
ruwvoer;

Aan artikel 4.2.2 wordt een nieuw sub g. toegevoegd die als volgt luidt:

g. in afwijking van het bepaalde onder f. is het bouwen van bedrijfsgebouwen ten behoeve van het bedrijfsmatig houden van dieren niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch uitgesloten - bedrijfsmatig houden van dieren';

artikel 4.2.3 onder sub a. wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

a. één bedrijfswoning is toegestaan, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden '0', '2' of '3' bedraagt.

Aan artikel 4.4.1 wordt een nieuw sub m. toegevoegd, die als volgt luidt:

m. het bedrijfsmatig houden van dieren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch uitgesloten - bedrijfsmatig houden van dieren'.

Artikel 4.4.2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
4.4.2 Maximum aantal toegestane dieren en soort dieren per agrarisch bedrijf
Het is per agrarisch bedrijf niet toegestaan om een andere diersoort te houden dan in Bijlage 1 Maximum aantal toegestane dieren per agrarisch bedrijf van de regels per agrarisch bedrijf is aangegeven in de kolom 'soort dieren'. Het is per agrarisch bedrijf niet toegestaan om per diersoort meer dieren te houden dan het maximum aantal toegestane dieren per diersoort zoals is weergegeven in Bijlage 1 Maximum aantal toegestane dieren per agrarisch bedrijf van de regels in de kolom 'Maximaal toegestaan aantal dieren'.

Artikel 4.5.4 wordt geschrapt.

Artikel 5 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2'
Artikel 5.6.1 sub c. wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
c. kenmerkende architectuurhistorische en bouwhistorische waarden dienen te worden behouden;

Artikel 6 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden'

Aan artikel 6.1 wordt een nieuw sub i toegevoegd, dat als volgt luidt:

i. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch met waarden - opslag', tevens een opslag;



Artikel 7 'Bedrijf'
Aan artikel 7.1 wordt een nieuw sub d., z. (na hernummering) en kk. (na hernummering) toegevoegd, dat als volgt luidt:

d. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling', tevens voor caravanstalling;

z. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag grond' uitsluitend opslag van zand en grond;

kk. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - inrit' uitsluitend een inrit;


In artikel 7.3.1 sub a. wordt het woord 'agrarische' geschrapt.

Aan artikel 7.4 wordt een nieuw sublid 7.4.3 en 7.4.4 toegevoegd, die als volgt luiden:

7.4.3 specifieke vorm van bedrijf - opslag grond

In afwijking van het bepaalde onder artikel 7.4.1 onder f is ter plaats van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag grond', de opslag van zand en grond toegestaan tot een maximale hoogte zoals is aangegeven op de verbeelding.

7.4.4 Voorwaardelijke verplichting

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen:

het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken op het perceel met de bestemming 'Bedrijf' en de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - opslag grond' en 'specifieke vorm van verkeer - inrit' ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting 1', zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen, zoals opgenomen in Bijlage 2 Landschappelijke inpassing Broekenseind 6 - 8 dan wel een ander door de gemeente goedgekeurd inrichtingsplan.


Artikel 8 'Bos'
Aan artikel 8.1 worden een nieuw sub m., n., o. en p toegevoegd, die als volgt luiden:
m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondensport', tevens hondensport;
n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - vleermuizenverblijf', tevens voor het
bestaande vleermuizenverblijf;
o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hulpgebouw', tevens voor het bestaande hulpgebouw;

p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bijenhal' een bijenhal.

Aan artikel 8.2.5 worden een nieuw sub d. en e. toegevoegd, die als volgt luiden:
d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondensport' is de maximale oppervlakte
toegestaan zoals aangegeven op de verbeelding;
e. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bos - vleermuizenverblijf' en 'specifieke
bouwaanduiding - hulpgebouw' is uitsluitend de bestaande bebouwing toegestaan.

Artikel 10 'Cultuur en ontspanning'
Aan artikel 10.2.2 wordt een nieuw sub f. toegevoegd, dat als volgt luidt:
f. kenmerkende architectuurhistorische en bouwhistorische waarden dienen te worden behouden.


Artikel 14 'Maatschappelijk'
Aan artikel 14.1 worden een nieuw sub i. en j. toegevoegd, die als volgt luiden:
i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschapselement', uitsluitend een
landschapselement;
j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - aardappelbewaarloods'
recreatieve, educatieve/informatieve activiteiten, bedrijfsactiviteiten en ondersteunende horeca,
alsmede voor het behoud van de monumentale waarde van de bebouwing.

Aan artikel 14.2 wordt een nieuw sublid 14.2.5 toegevoegd, dat als volgt luidt:

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - aardappelbewaarloods' is:

  • a. in afwijking van artikel 14.2.1, onder a, parkeervoorzieningen uitsluitend toegestaan binnen de aanduiding 'parkeerterrein'.
  • b. in afwijking van artikel 14.2.2 mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - aardappelbewaarloods' uitsluitend een aanbouw worden gerealiseerd met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. er dient sprake te zijn van een positief advies van de gemeentelijke monumentencommissie omtrent de aanbouw;
    • 2. de grondoppervlakte van de aanbouw mag maximaal 50 m2 bedragen;
    • 3. het grondoppervlak mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gerealiseerd;
    • 4. de inhoud van de aanbouw mag maximaal 250 m3 bedragen;
    • 5. de bouwhoogte van de aanbouw mag maximaal 7,5 meter bedragen;
    • 6. de overstek van de aanbouw mag maximaal 3 meter bedragen.
  • c. in afwijking van 14.2.4 is het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan buiten het bouwvlak, met inachtneming van de bouwregeling onder artikel 14.2.4.

Artikel 14.3 wordt als volgt gewijzigd:


14.3.1 Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 14.1;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • d. seksinrichtingen;
  • e. kamperen;
  • f. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • g. wonen in bijgebouwen;
  • h. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning.

14.3.2 Aardappelbewaarloods

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - aardappelbewaarloods' gelden de volgende regels:

  • a. het gebruik dient binnen de oppervlakte van het monumentale gebouw en daarbij behorende aan- of bijgebouwen uitgevoerd te worden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', een parkeerterrein;

14.3.3 Voorwaardelijke verplichting

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen:

het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken op het perceel met de bestemming 'Maatschappelijk' en de aanduiding 'specifieke vorm van Maatschappelijk - aardappelbewaarloods', ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting 3', zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen, zoals opgenomen in Bijlage 3 Landschappelijke inpassing Muggenhool 2 dan wel een ander door de gemeente goedgekeurd inrichtingsplan;

Artikel 15 'Natuur'
Aan artikel 15.1 worden een nieuw sub f., g. en h. toegevoegd, die als volgt luiden:
f. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', tevens voor een ontsluiting van een woning;
g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kapschuur', tevens voor de bestaande
kapschuur;
h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschapselement', tevens voor het
behoud van de bestaande grafheuvel, alsmede voor een vleermuizenkelder;

Aan artikel 15.2 worden een nieuw sub b. en c. toegevoegd, die als volgt luiden:
b. de bestaande kapschuur ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hulpgebouw';
c. terreinafscheidingen en ondersteunende muren ten behoeve van het landschapselement met een
maximale hoogte van 1 meter ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen -
landschapselement';
d. een vleermuizenkelder onder de grafheuvel met een maximale inhoud van 40 m³ ter plaatse van de
aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschapselement';


Artikel 16 'Recreatie'
In artikel 16.1 wordt een nieuw sub m toegevoegd, dat als volgt luidt:

m. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - toiletgebouw' is uitsluitend een toiletgebouw toegestaan. De overige subleden worden doorgenummerd

In artikel 16.1 sub m (na doornummering sub n). wordt de verwijzing naar sub l. gewijzigd in 'sub k.'

Artikel 16.3.2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonboerderij' dienen de architectuurhistorische en bouwhistorische waarden van de bebouwing gehandhaafd te blijven.

De voorwaarde die in artikel 16.5.1 onder i is opgenomen "nieuwe bebouwing is niet toegestaan" wordt geschrapt.

artikel 16.5.2 onder sub d wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

de wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven, wat in ieder geval betekent dat wijziging niet is toegestaan indien deze is gelegen binnen 100 meter afstand van een veehouderijbedrijf met de bestemming 'Agrarisch - agrarisch bedrijf 1'. Het voorgaande is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingszone - uitzondering artikel 16.5.2'.

artikel 16.5.3 onder sub g wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

de wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven, wat in ieder geval betekent dat wijziging niet is toegestaan indien deze is gelegen binnen 100 meter afstand van een veehouderijbedrijf met de bestemming 'Agrarisch - agrarisch bedrijf 1'. Het voorgaande is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingszone - uitzondering artikel 16.5.3'.


Artikel 16.5.3 sub i. wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
i. kenmerkende architectuurhistorische en bouwhistorische waarden dienen te worden behouden;

Er wordt een nieuw artikel 26 'Verkeer - Halfverharding' toegevoegd, dat als volgt luidt. De navolgende artikelen worden hernummerd.

Artikel 26 'Verkeer - Halfverharding'
26.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor 'Verkeer - Halfverharding' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. halfverharde wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • d. straatmeubilair;
  • e. voorzieningen van algemeen nut;
  • f. kunstwerken;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. extensief recreatief medegebruik.

26.2 Bouwregels


26.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 4 meter;
  • c. de maximale oppervlakte van gebouwen bedraagt 10 m².

26.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 12 meter.

26.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. kamperen;
  • d. opslag van goederen en materialen.

Artikel 28 'Wonen' (na hernummering)

In artikel 28.1 (na hernummering) wordt een nieuw sub d ingevoegd, dat als volgt luidt:

d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - Wadi', uitsluitend een infiltratievoorziening;

Artikel 28.2.1 (na hernummering) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bestemmingsvlak worden opgericht;

Artikel 28.2.2 sub a. (na hernummering) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • a. per bestemmingsvlak is één woning toegestaan, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding maximaal 2 woningen toegestaan;


Aan artikel 28.2.3 (na hernummering) wordt een nieuw sub a. toegevoegd, dat als volgt luidt:

  • a. bijgebouwen bij woningen mogen uitsluitend binnen het bestemmingsvlak worden gebouwd;

In artikel 28.2.3 (na hernummering) wordt sub b. (na hernummering) gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen bij de woning mag maximaal 100 m2 bedragen, tenzij de aanduiding maximale volume inclusief bijgebouwen op de verbeelding is weergegeven en/of op de verbeelding het maximum toegestane oppervlakte aan bijgebouwen is aangegeven;

Artikel 28.2.3 sub h. (na hernummering) wordt geschrapt.

Aan artikel 28.2.3 (na hernummering) wordt een nieuw sub h. toegevoegd, dat als volgt luidt:

h.   in afwijking van het bepaalde in sub a, mag in geval van sloop van het surplus aan legaal opgerichte bijgebouwen (aanwezige bebouwing boven de standaard maximaal toegestane oppervlakte aan bijgebouwen van 100 m²), maximaal 25% van de te slopen oppervlakte als extra oppervlakte worden terug gebouwd tot een maximale totale oppervlakte van 200 m² aan bijgebouwen. Bij herbouw dient sprake te zijn van clustering van bebouwing, waarbij de afstand van bijgebouwen tot de voorgevel van de woning maximaal 30 meter mag bedragen.  

Artikel 28.5.2 sub j. (na hernummering) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
j. het parkeren dient binnen het desbetreffende bestemmingsvlak plaats te vinden.

Aan artikel 28.4 wordt een nieuw sublid toegevoegd en komt als volgt te luiden:

Artikel 28.4.3 Voorwaardelijke verplichting

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen:

het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken op het perceel met de bestemming 'Wonen' en de aanduiding 'overige zone voorwaardelijke verplichting 2', zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen, zoals opgenomen in Bijlage 4 Landschappelijke inpassing Dalem 2 - 4 dan wel een ander door de gemeente goedgekeurd inrichtingsplan;

Artikel 29 Wonen - 1

De op de verbeelding voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – woonboerderij', tevens een woonboerderij;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', tevens voor opslag van machines;
  • d. het bouwen van carnavalswagens;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "Groen - landschapselement" een houtwal.

met de daarbij behorende:

  • f. tuinen, erven en terreinen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen.

29.2 Bouwregels

29.2.1 Algemeen

Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.

29.2.2 Woning

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal woningen mag worden gebouwd;
  • b. uitsluitend twee-aangebouwde woningen zijn toegestaan;
  • c. de inhoud van een woning mag niet meer dan 600 m3 exclusief onderkeldering bedragen;
  • d. de maximale goothoogte van een woning bedraagt 5,5 meter en de maximale bouwhoogte 10 meter;
  • e. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning;
  • f. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.

29.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken binnen het bestemmingsvlak mag maximaal 443 m2 bedragen;
  • b. de maximale goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt 3,2 meter en de maximale bouwhoogte 5,5 meter, tenzij op de verbeelding een andere goot- en bouwhoogte is aangegeven;
  • c. de afstand tot de as van de weg dient minimaal 18 meter te bedragen;
  • d. herbouw van bijbehorende bouwwerken is alleen toegestaan ter plaatse van de bestaande fundering.

29.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte bedraagt 3 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub b;
  • b. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • c. de maximale oppervlakte aan bouwwerken, geen gebouwen en erf- en terreinafscheidingen zijnde, bedraagt 10 m²;
  • d. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 10 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

29.2.5 ter plaatse van de aanduiding "Groen - landschapselement" is het bouwen van gebouwen en bouwwerken niet toegestaan

29.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken voor:

29.3.1 Het vergroten van de woning

Het vergroten van de woning is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er dient sprake te zijn van een sterke verbetering van de beeldkwaliteit in de directe omgeving;
  • b. de inhoud van een woning mag niet meer dan 850 m3 bedragen, indien:
    • 1. de maximale goothoogte van de woning niet meer dan 5,5 meter mag bedragen;
    • 2. de maximale bouwhoogte niet meer dan 10 meter mag bedragen;
    • 3. maximaal 25% van het gesloopte oppervlak aan legaal opgerichte bebouwing mag als bijbehorend bouwwerk worden teruggebouwd, tot een totaal aan bijbehorende bouwwerken – zowel aangebouwd als vrijstaand – van maximaal 200 m²;
    • 4. per 50 m3 vergroting van de woning dient telkens minimaal 500 m² aan legaal opgerichte bebouwing te worden gesloopt;
    • 5. het surplus (alle aanwezige bebouwing boven de standaard maximaal toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 100 m²) moet in één keer worden gesloopt en deze sloop moet als voorwaarde aan de afwijking en omgevingsvergunning worden verbonden
    • 6. geen omgevingsvergunning kan worden verleend indien op deze locatie sloop van bebouwing al heeft plaatsgevonden, sloop kan plaatsvinden in het kader van de ruimte-voor-ruimteregeling, sloopsubsidie is gekregen op basis van de Regeling Beëindiging Veehouderijtakken, of de sloop al op andere wijze is verzekerd;
    • 7. de gesloopte oppervlakte mag slechts éénmaal ten behoeve van nieuwe bebouwing in aanmerking worden genomen;
  • c. de ruimtelijke ontwikkeling dient gepaard gaat met een fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap, cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied of de omgeving.

29.3.2 Herbouw bijbehorende bouwwerken buiten bestaande fundering

In afwijking van het bepaalde in lid 29.2.3 onder d, is herbouw van bijbehorende bouwwerken buiten de bestaande fundering toegestaan mits geen afbreuk wordt gedaan de stedenbouwkundige kenmerken, zoals weergegeven in bijlage 5

29.4 Specifieke gebruiksregels

29.4.1 Algemeen

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. detailhandel;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • d. seksinrichtingen;
  • e. kamperen;
  • f. horeca;
  • g. opslag van goederen en materialen, uitgezonderd opslag van machines ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  • h. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  • i. bedrijfs- en beroepsmatige activiteiten aan huis;
  • j. mantelzorg.

29.4.2 Specifieke vorm van wonen - woonboerderij

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonboerderij' dienen bij gesplitste woonboerderijen de kenmerkende architectonische eigenschappen van de bebouwing gehandhaafd te blijven.

29.4.3 Voorwaardelijke verplichting instandhouding landschapselementen

Het gebruik conform lid 29.1 is uitsluitend toegestaan voor zover de bestaande landschapselementen, ter plaatse van de aanduiding "Groen - landschapselement" in stand worden gehouden.

29.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken voor:

29.5.1 Bedrijfs-/beroepsmatige activiteiten aan huis

Bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten aan huis zijn toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. uitsluitend bedrijfs-/beroepsmatige activiteiten aan huis van categorie A zijn toegestaan;
  • b. de omvang van de activiteit niet meer mag bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m², met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonboerderij' waarbij het maximum 100 m2 bedraagt;
  • c. het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte mag veroorzaken;
  • d. detailhandel niet is toegestaan;
  • e. de activiteit milieuhygiënisch inpasbaar dient te zijn in de woonomgeving;
  • f. maximaal 1 bedrijf per woning;
  • g. de activiteit wordt uitgeoefend door één bewoner.

29.5.2 Nevenactiviteiten

Nevenactiviteiten zijn toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. wonen als hoofdfunctie aanwezig is en blijft;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij de woning mag niet worden vergroot;
  • c. als nevenactiviteiten zijn de volgende activiteiten toegestaan:
    • 1. kleinschalige en extensieve recreatieve voorzieningen in de vorm van:
      • kleinschalig logeren in bestaande bebouwing met een maximum 400 m2 voor maximaal 10 personen (verblijfsrecreatie klein);
      • verblijfsrecreatie tot maximaal 10 kampeermiddelen, op maximaal 1 hectare aansluitend aan het bouwvlak (verblijfsrecreatie klein);
      • dagrecreatieve voorzieningen tot een maximum van 25 personen tegelijkertijd aanwezig, tot maximaal 400 m² (dagrecreatie klein);
      • in afwijking van het bepaalde in sub c onder 1 geldt dat indien het bedrijf is gelegen binnen 100 meter afstand van de bestemming 'Agrarisch - bedrijf 1' wat betreft kleinschalige en extensieve recreatieve voorzieningen uitsluitend dagrecreatie is toegestaan;
  • d. de hierboven genoemde maximaal toegestane oppervlakten zijn cumulatief van aard wat impliceert dat bij cumulatie van meerdere vormen van nevenactiviteiten dan wel bedrijfs- en beroepsmatige activiteiten aan huis het totale daarvoor te gebruiken bruto vloeroppervlak niet meer mag gaan bedragen dan 1.250 m²;
  • e. de bovenstaande nevenactiviteiten mogen uitsluitend plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing;
  • f. de agrarische functie van in de nabijheid gelegen, niet bij het bedrijf behorende gronden en bebouwing mag niet onevenredig worden aangetast/belemmerd;
  • g. de agrarische functie van in de nabijheid gelegen, niet bij het bedrijf behorende gronden en bebouwing mag niet onevenredig worden aangetast/belemmerd, wat in ieder betekent dat het niet is toegestaan om binnen 100 meter afstand van de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1' geurgevoelige activiteiten uit te oefenen;
  • h. door de wijziging mag geen onevenredig grotere verkeersbelasting op wegen en paden plaatsvinden;
  • i. het parkeren dient binnen het desbetreffende bouwvlak plaats te vinden;
  • j. de aanwezige landschappelijke en ecologische kwaliteiten mogen niet worden aangetast;
  • k. de ruimtelijke ontwikkeling dient gepaard gaat met een fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap, cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied of de omgeving.

29.5.3 Mantelzorg

Bouwen en gebruiken ten behoeve van mantelzorg is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de inhoud van een woning niet meer bedraagt dan de totale inhoud van de bestaande woning;
  • b. er mag geen tweede woning ontstaan en om dit te voorkomen mogen ten behoeve van de inwoning maximaal 3 van de 4 volgende voorzieningen worden gerealiseerd: keuken, badkamer, toilet, achteringang;
  • c. per woning kan maar éénmaal gebruik worden gemaakt van deze regeling;
  • d. een eigen voordeur, hetzij aan de voorgevel, hetzij aan de zijgevel is niet toegestaan;
  • e. alle bijbehorende bouwwerken/verbouwingen dienen te voldoen aan de ten tijde van de aanvraag geldende eisen van het bouwbesluit en de bouwverordening;
  • f. ten behoeve van de inwoning mag geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen worden aangelegd. hiervoor moet gebruik worden gemaakt van de reeds bestaande aansluiting;
  • g. na beëindiging van de situatie dient de omgevingsvergunning te worden ingetrokken;
  • h. het gedeelte dat ten behoeve van inwoning wordt aangewend, dient aansluitend aan de woning een onderlinge verbinding te hebben met de woning, niet zijnde een verbinding buitenom.

29.6 Wijzigingsbevoegdheid

29.6.1 Vormverandering bouw- en bestemmingsvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een bouwvlak van vorm te veranderen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het bouwvlak dient voor ten minste 50% dezelfde gronden blijven omvatten zoals aangegeven op de verbeelding;
  • b. de wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven;
  • c. de verandering milieuhygiënisch aanvaardbaar is;
  • d. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • e. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn;
  • f. de ruimtelijke ontwikkeling dient gepaard gaat met een fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap, cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied of de omgeving.
  • g. toepassing is gegeven aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande bebouwing.

29.6.2 Wijzigen bestemming Wonen ten behoeve van Recreatie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen' te wijzigen in de bestemming 'Recreatie', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. aangetoond wordt dat volledige sanering in redelijkheid niet kan worden verlangd;
  • b. de financiële haalbaarheid van de plannen is aangetoond;
  • c. er geen beperking plaatsvindt van de omliggende (agrarische) bedrijven, wat in ieder geval betekent dat wijziging niet is toegestaan indien deze is gelegen binnen 100 meter afstand van de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1';
  • d. er sprake is van een geringere milieubelasting ter plaatse dan in de vorige situatie;
  • e. de functiewijziging slechts een beperkte verkeersaantrekkende werking heeft, welke bovendien bij de ontsluitingssituatie ter plaatse past;
  • f. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • g. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn;
  • h. de ruimtelijke ontwikkeling dient gepaard gaat met een fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap, cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied of de omgeving.
  • i. toepassing is gegeven aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande bebouwing.

Hoofdstuk 2 Overgangs- en slotregels

Artikel 3 Overgangsrecht

3.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  • c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

3.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

3.3 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Bladel 2014, eerste herziening 2016'