direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijf
Plan: Buitengebied Bladel 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1728.BPG0001buitengeb-VAST

Artikel 7 Bedrijf

7.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. categorie 1 en 2 bedrijven conform de lijst van bedrijfsactiviteiten in bijlage 1;
  • b. ter plaatse van de aanduiding opslag, een opslagbedrijf;
  • c. ter plaatse van de aanduiding kantoor, een kantoor;
  • d. ter plaatse van de aanduiding detailhandel, een detailhandelsbedrijf;
  • e. ter plaatse van de aanduiding nutsvoorziening, een nutsvoorziening;
  • f. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - agrarisch verwant, een agrarisch verwant bedrijf;
  • g. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf, een bouwbedrijf;
  • h. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - bosbouw- en cultuurtechnisch loonwerkbedrijf, bosbouw- en cultuurtechnisch loonwerkbedrijf;
  • i. ter plaatse van de aanduiding verkooppunt motorbrandstoffen met lpg, een tankstation met lpg;
  • j. ter plaatse van de aanduiding verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg, een tankstation zonder lpg;
  • k. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - containerverhuur en overslag, een containerverhuur en overslag;
  • l. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - gasregelstation, een gasregelstation;
  • m. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - houtbewerkingsbedrijf, een houtbewerkingsbedrijf;
  • n. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - houtconserveringsbedrijf, een houtconserveringsbedrijf;
  • o. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - loonbedrijf, een loonbedrijf;
  • p. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerkingsbedrijf, een metaalbewerkingsbedrijf;
  • q. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - rioolwaterretentie, rioolwaterretentie;
  • r. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - landbouwmechanisatiebedrijf;
  • s. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - meubelhandel, een meubelhandel;
  • t. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - regenwaterretentie, een regenwaterretentie;
  • u. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - slachterij, een slachterij;
  • v. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - smederij, een smederij;
  • w. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf, een timmerbedrijf;
  • x. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf, een transportbedrijf;
  • y. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - wegenbouwbedrijf, een wegenbouwbedrijf;
  • z. ter plaatse van de aanduiding waterzuiveringsinstallatie, een waterzuiveringsinstallatie;
  • aa. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van maatschappelijk - gemeentewerf, een gemeentewerf;
  • ab. ter plaatse van de aanduiding uitvaartcentrum, is een uitvaartcentrum / uitvaartonderneming toegestaan, waarbij logiesmogelijkheden ten behoeve van nabestaanden mogelijk zijn;
  • ac. ter plaatse van de aanduiding uitvaartcentrum, mag binnen de bedrijfswoning 100 m² ten behoeve van kantoor worden gebruikt;
  • ad. ter plaatse van de aanduiding uitvaartcentrum, is activiteit gerelateerde ondergeschikte detailhandel toegestaan;
  • ae. ter plaatse van de aanduiding zend-/ontvanginstallatie, een zend-/ ontvanginstallatie;
  • af. ter plaatse van de aanduiding bebouwingsconcentratie, een bebouwingsconcentratie;
  • ag. ter plaatse van de aanduiding beekdalsysteem, een beekdalsysteem;
  • ah. ter plaatse van de aanduiding beschermingszone natte natuur, een beschermingszone natte natuur;
  • ai. ter plaatse van de aanduiding intensief recreatief gebied, een intensief recreatief gebied;
  • aj. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied, extensiveringsgebied;
  • ak. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied, landbouwontwikkelingsgebied;
  • al. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied, verwevingsgebied;
  • am. ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone - lpg, een veiligheidszone van lpg;
  • an. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van groen - landschapselement, uitsluitend een landschapselement;
  • ao. wonen in een bedrijfswoning;

met de daarbijbehorende:

  • ap. tuinen, erven en terreinen;
  • aq. parkeervoorzieningen;
  • ar. groenvoorzieningen;
  • as. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

7.2 Bouwregels
  • a. gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. binnen de aangeduide zone veiligheidszone - lpg is het niet toegestaan om gebouwen op te richten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding beekdalsysteem zijn geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, met uitzondering van bebouwing binnen het bouwvlak.

7.2.1 Bedrijfsgebouwen binnen het bouwvlak
  • a. de maximale goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 7 meter en de maximale hoogte 12 meter;
  • b. de maximale oppervlakte aan bebouwing zoals aangeduid op de verbeelding mag niet worden overschreden;
  • c. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • d. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.

7.2.2 Bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen binnen het bouwvlak
  • a. één bedrijfswoning is toegestaan, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden '0' of '2' bedraagt;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m3 exclusief onderkeldering bedragen, met uitzondering van het bepaalde onder c;
  • c. ter plaatse van de aanduiding uitvaartcentrum is een bedrijfswoning inclusief bijgebouwen met een maximale inhoud van 1650 m3 toegestaan;
  • d. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning;
  • e. de maximale goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt 5,5 meter en de maximale hoogte 10 meter;
  • f. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • g. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag maximaal 100 m2 bedragen;
  • h. de afstand van een vrijstaand bijgebouw tot de bedrijfswoning bedraagt maximaal 30 meter;
  • i. de maximale goothoogte van bijgebouwen bedraagt 3 meter en de maximale hoogte 5,5 meter;
  • j. een bijgebouw dient op een minimale afstand van 5 meter achter de voorgevel te worden opgericht;
  • k. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.

7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak
  • a. de maximale hoogte bedraagt 12 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub b en c;
  • b. de maximale hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen op minimaal 1 meter achter de gevellijn te worden opgericht;
  • e. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 10 meter.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

7.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:

7.4.1 Vergroten bedrijfswoning

De bestaande bedrijfswoning mag worden vergroot, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de blijvende noodzaak daarvan voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond;
  • b. er sprake is van een sterke verbetering van de beeldkwaliteit in de directe omgeving zoals bijvoorbeeld sloop van overtollige bebouwing of een landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 850 m3 bedragen exclusief onderkeldering;
  • d. de maximale goothoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 5,5 meter en de hoogte 10 meter.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 7.1 sub am;
  • b. detailhandel, behoudens bij de aanduiding verkooppunt motorbrandstoffen met lpg;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG), behoudens ter plaatse van de aanduiding verkooppunt motorbrandstoffen met lpg;
  • d. seksinrichtingen;
  • e. kamperen;
  • f. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • g. wonen in bijgebouwen;
  • h. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning.

7.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:

7.6.1 Bewoning als afhankelijke woonruimte

Bewoning als afhankelijke woonruimte is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de inhoud van een woning niet meer bedraagt dan de totale inhoud van de bestaande woning;
  • b. er mag geen tweede woning ontstaan en om dit te voorkomen mogen ten behoeve van de inwoning maximaal 3 van de 4 volgende voorzieningen worden gerealiseerd: keuken, badkamer, toilet, achteringang;
  • c. per woning kan maar éénmaal gebruik worden gemaakt van deze regeling;
  • d. een eigen voordeur, hetzij aan de voorgevel, hetzij aan de zijgevel is niet toegestaan;
  • e. alle bijgebouwen/verbouwingen dienen te voldoen aan de ten tijde van de aanvraag geldende eisen van het bouwbesluit en de bouwverordening;
  • f. ten behoeve van de inwoning mag geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen worden aangelegd. hiervoor moet gebruik worden gemaakt van de reeds bestaande aansluiting;
  • g. na beëindiging van de situatie dient de ontheffing te worden ingetrokken;
  • h. het gedeelte dat ten behoeve van inwoning wordt aangewend, dient aansluitend aan de woning een onderlinge verbinding te hebben met de woning, niet zijnde een verbinding buitenom.

7.7 Aanlegvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen een aanlegvergunning verlenen, met uitzondering van werken en/of werkzaamheden waarvoor reeds een ontheffing van de Keur is verleend, met dien verstande dat voor werken en werkzaamheden binnen het bouwvlak, het verharden van minder dan 100 m² buiten het bouwvlak of het aanleggen van kavelpaden met een maximale breedte van 3 meter buiten het bouwvlak geen aanlegvergunning nodig is:

7.7.1 Beekdalsysteem
  • a. afgraven, vergraven;
  • b. aanleg dammen, aanleg stuwen, graven sloten, dempen sloten, dempen poelen;
  • c. opplanten, omzetten van grasland en/of bouwland naar boomteelt boven 1,5 meter;
  • d. aanleg leidingen.

7.7.2 Beschermingszone natte natuur
  • a. afgraven, ophogen, vergraven;
  • b. aanleg dammen, aanleg stuwen, graven sloten, dempen sloten, dempen poelen, aanbrengen oeverbeschoeiing;
  • c. rooien beplanting, opplanten, omzetten van grasland en/of bouwland naar boomteelt groter dan 1,5 meter, veranderen perceelsindeling, verharden oppervlak tot 100 m²;
  • d. aanleg leidingen.

7.8 Wijzigingsbevoegdheden
7.8.1 Wijzigen bestemming Bedrijf naar Wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Bedrijf te wijzigen in de bestemming Wonen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het bedrijf dient te zijn beëindigd;
  • b. een legale bedrijfswoning dient aanwezig te zijn;
  • c. de wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven;
  • d. de woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
  • e. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • f. overtollige bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument dan wel een cultuurhistoristorisch waardevol gebouw betreft zoals opgenomen in de bijlagen 3 en 4;
  • g. ten aanzien van de sloop van het op het moment van de ter visie legging van het ontwerp-bestemmingsplan aanwezige surplus aan vrijstaande (bij)gebouwen gelden de volgende bepalingen:
    • 1. het maximaal toegestane oppervlak aan bijgebouwen van 100 m² worden verhoogd mits de (bedrijfs)bebouwing, welke niet noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, wordt gesloopt;
    • 2. maximaal 25% van het gesloopte oppervlak aan legaal opgerichte bebouwing mag als bijgebouw worden teruggebouwd, tot een totaal aan bijgebouwen – zowel aangebouwd als vrijstaand – van maximaal 200 m²;
    • 3. per 50 m3 vergroting van de woning dient telkens minimaal 500 m² aan legaal opgerichte bebouwing te worden gesloopt;
    • 4. het surplus (alle aanwezige bebouwing boven de standaard maximaal toegestane oppervlakte aan bijgebouwen van 100 m²) moet in één keer worden gesloopt en deze sloop moet als voorwaarde aan de ontheffing en bouwvergunning worden verbonden;
  • h. de wijziging is niet mogelijk voor gronden gelegen binnen de aanduiding reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied;
  • i. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn.

7.8.2 Wijzigen bestemming Bedrijf naar andere vorm van bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding binnen de bestemming Bedrijf te wijzigen ten behoeve van een ander type bedrijf, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. omliggende agrarische bedrijven niet worden belemmerd;
  • b. de milieubelasting niet hoger dan of gelijkgesteld is aan categorie 1 of 2 van lijst van bedrijfsactiviteiten;
  • c. er zorg gedragen wordt voor een goede landschappelijke inpassing;
  • d. bestaande natuur- en/of landschappelijke waarden mogen niet in onevenredige mate worden aangetast;
  • e. overtollige bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt;
  • f. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking mag niet worden vergroot en de parkeerbehoefte dient binnen het bouwvlak gerealiseerd te worden;
  • g. nieuwe bebouwing is niet toegestaan;
  • h. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn.

7.8.3 Omschakeling van bestemming Bedrijf naar Agrarisch ten behoeve van een agrarisch bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Bedrijf te wijzigen in de bestemming Agrarisch of Agrarisch met waarden ten behoeve van een agrarisch bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf;
  • b. de noodzaak van de omschakeling middels een ondernemingsplan is aangetoond;
  • c. er dienen zich geen overwegende bezwaren van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige of milieuhygiënische aard voor te doen;
  • d. overtollige bebouwing wordt gesloopt, behoudens voor zover deze cultuurhistorische waarden bezit;
  • e. de inpassing van de bebouwing en het erf in het landschap plaatsvindt aan de hand van een inrichtingsplan dat gericht is op:
  • 1. een kwalitatief hoogwaardige inpassing in het omringende landschap;
  • 2. het tegengaan van aantasting van de ter plaatse aanwezige natuurwaarden;
  • 3. het tegengaan van aantasting van de waterhuishouding en – kwaliteit ter plaatse;
  • f. de gronden niet zijn gelegen binnen de aangegeven aanduiding reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied;
  • g. het bouwvlak mag maximaal 1,5 hectare groot zijn;
  • h. advies wordt ingewonnen bij de AAB;
  • i. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn.

7.8.4 Wijzigen bestemming Bedrijf ten behoeve van Recreatie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in de bestemming Recreatie, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. aangetoond wordt dat bedrijfsmatig hergebruik redelijkerwijs niet haalbaar is;
  • b. de gronden zijn gelegen binnen een intensief recreatief ontwikkelingsgebied;
  • c. aangetoond wordt dat volledige sanering in redelijkheid niet kan worden verlangd;
  • d. er zorg gedragen wordt voor een goede landschappelijke inpassing;
  • e. de financiële haalbaarheid van de plannen is aangetoond;
  • f. er geen beperking plaatsvindt van de omliggende agrarische bedrijven;
  • g. er sprake is van een geringere milieubelasting ter plaatse dan in de vorige situatie;
  • h. de functiewijziging slechts een beperkte verkeersaantrekkende werking heeft, welke bovendien bij de ontsluitingssituatie ter plaatse past;
  • i. er geen onevenredige aantasting van natuurwaarden in aangrenzende natuurgebieden plaatsvindt;
  • j. maximaal 400 m2 aan gebouwen voor recreatieve doeleinden worden gebruikt en dat overige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, behalve wanneer de bebouwing een monument dan wel een cultuurhistorisch waardevol gebouw betreft zoals opgenomen in bijlagen 3 en 4;
  • k. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn.