direct naar inhoud van Artikel 12 Horeca
Plan: Buitengebied Bladel 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1728.BPG0001buitengeb-VAST

Artikel 12 Horeca

12.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding horeca, een horeca;
  • b. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van horeca – restaurant, een restaurant;
  • c. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van horeca – café, een café;
  • d. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van horeca – hotel, een hotel met daaraan ondergeschikt een feestzaal;
  • e. ter plaatse van de aanduiding beschermingszone natte natuur, een beschermingszone natte natuur;
  • f. ter plaatse van de aanduiding intensief recreatief gebied, een intensief recreatief gebied;
  • g. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied, extensiveringsgebied;
  • h. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied, verwevingsgebied;
  • i. wonen in een bedrijfswoning;

met de daarbijbehorende:

  • j. wegen en paden;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. parkeervoorzieningen;
  • m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

12.2 Bouwregels
  • a. gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  • b. ter plaatse van de aanduiding beekdalsysteem zijn geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, met uitzondering van bebouwing binnen het bouwvlak.

12.2.1 Bedrijfsgebouwen binnen het bouwvlak
  • a. de maximale goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 7 meter en de maximale hoogte 12 meter;
  • b. de maximale oppervlakte aan bebouwing zoals aangeduid op de verbeelding mag niet worden overschreden;
  • c. de maximale oppervlakte van bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van horeca – hotel bedraagt 400 m² waarvan 80 m² gebruikt mag worden voor een restaurant;
  • d. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • e. de afstand tot de as van de weg dient minimaal 18 meter te bedragen.

12.2.2 Bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen binnen het bouwvlak
  • a. een bedrijfswoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden '0' of '2' bedraagt;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m3 exclusief onderkeldering bedragen;
  • c. de maximale goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt 5,5 meter en de maximale hoogte 10 meter;
  • d. de maximale goothoogte van bijgebouwen bedraagt 3 meter en de maximale hoogte 5,5 meter;
  • e. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning;
  • f. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • g. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag maximaal 100 m2 bedragen;
  • h. de maximale goothoogte van bijgebouwen bedraagt 3 meter en de maximale hoogte 5 meter;
  • i. de afstand van een vrijstaand bijgebouw tot de bedrijfswoning bedraagt maximaal 30 meter;
  • j. een bijgebouw dient op een minimale afstand van 5 meter achter de voorgevel te worden opgericht;
  • k. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.

12.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de maximale hoogte bedraagt 12 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub b;
  • b. de maximale hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen op minimaal 1 meter achter de gevellijn te worden opgericht;
  • e. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 10 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

12.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 12.1 sub i;
  • c. seksinrichtingen;
  • d. kamperen;
  • e. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • f. wonen in bijgebouwen;
  • g. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning.

12.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:

12.5.1 Bewoning als afhankelijke woonruimte

Bewoning als afhankelijke woonruimte is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de inhoud van een woning niet meer bedraagt dan de totale inhoud van de bestaande woning;
  • b. er mag geen tweede woning ontstaan en om dit te voorkomen mogen ten behoeve van de inwoning maximaal 3 van de 4 volgende voorzieningen worden gerealiseerd: keuken, badkamer, toilet, achteringang;
  • c. per woning kan maar éénmaal gebruik worden gemaakt van deze regeling;
  • d. een eigen voordeur, hetzij aan de voorgevel, hetzij aan de zijgevel is niet toegestaan;
  • e. alle bijgebouwen/verbouwingen dienen te voldoen aan de ten tijde van de aanvraag geldende eisen van het bouwbesluit en de bouwverordening;
  • f. ten behoeve van de inwoning mag geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen worden aangelegd. hiervoor moet gebruik worden gemaakt van de reeds bestaande aansluiting;
  • g. na beëindiging van de situatie dient de ontheffing te worden ingetrokken;
  • h. het gedeelte dat ten behoeve van inwoning wordt aangewend, dient aansluitend aan de woning een onderlinge verbinding te hebben met de woning, niet zijnde een verbinding buitenom.

12.6 Aanlegvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen een aanlegvergunning verlenen, met uitzondering van werken en/of werkzaamheden waarvoor reeds een ontheffing van de Keur is verleend, met dien verstande dat voor werken en werkzaamheden binnen het bouwvlak, het verharden van minder dan 100 m² buiten het bouwvlak of het aanleggen van kavelpaden met een maximale breedte van 3 meter buiten het bouwvlak geen aanlegvergunning nodig is:

12.6.1 Beschermingszone natte natuur
  • a. afgraven, ophogen, vergraven;
  • b. aanleg dammen, aanleg stuwen, graven sloten, dempen sloten, dempen poelen, aanbrengen oeverbeschoeiing;
  • c. rooien beplanting, opplanten, veranderen perceelsindeling, omzetten van grasland en/of bouwland naar boomteelt groter dan 1,5 meter, verharden oppervlak tot 100 m²;
  • d. aanleg leidingen.

12.7 Wijzigingsbevoegdheden
12.7.1 Wijzigen bestemming Horeca naar bestemming Wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Horeca met bedrijfswoning te wijzigen in de bestemming Wonen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. aangetoond wordt dat hergebruik niet meer mogelijk is;
  • b. de horeca dient te zijn beëindigd;
  • c. een legale bedrijfswoning dient aanwezig te zijn;
  • d. de wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende agrarische bedrijven;
  • e. de woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
  • f. overtollige bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument dan wel een cultuurhistoristorisch waardevol gebouw betreft zoals opgenomen in de bijlagen 3 en 4;
  • g. de ontwikkeling geen negatieve invloed heeft voor de mogelijkheden van agrarische bedrijven;
  • h. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn.

12.7.2 Wijzigen bestemming Horeca naar andere vorm van horeca

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding binnen de bestemming Horeca te wijzigen ten behoeve van een ander type horeca, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. omliggende agrarische bedrijven niet worden belemmerd;
  • b. de milieubelasting niet hoger wordt;
  • c. er zorg gedragen wordt voor een goede landschappelijke inpassing;
  • d. bestaande natuur- en/of landschappelijke waarden mogen niet in onevenredige mate worden aangetast;
  • e. overtollige bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt;
  • f. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking mag niet worden vergroot en de parkeerbehoefte dient binnen het bouwvlak gerealiseerd te worden;
  • g. nieuwe bebouwing is niet toegestaan;
  • h. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn.

12.7.3 Wijzigen bestemming Horeca naar bestemming Recreatie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Horeca te wijzigen in de bestemming Recreatie, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er dient aangetoond te worden dat hergebruik ten behoeve van horeca redelijkerwijs niet haalbaar is;
  • b. aangetoond wordt dat volledige sanering in redelijkheid niet kan worden verlangd;
  • c. er zorg gedragen wordt voor een goede landschappelijke inpassing;
  • d. de gronden zijn gelegen binnen het intensief recreatief ontwikkelingsgebied;
  • e. de financiële haalbaarheid van de plannen is aangetoond;
  • f. er geen beperking plaatsvindt van de omliggende agrarische bedrijven;
  • g. er sprake is van een geringere milieubelasting ter plaatse dan in de vorige situatie;
  • h. de functiewijziging slechts een beperkte verkeersaantrekkende werking heeft, welke bovendien bij de ontsluitingssituatie ter plaatse past;
  • i. er geen onevenredige aantasting van natuurwaarden in aangrenzende natuurgebieden plaatsvindt;
  • j. maximaal 400 m2 aan gebouwen voor recreatieve doeleinden worden gebruikt en dat overige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, behalve de bebouwing een monument dan wel een cultuurhistorisch waardevol gebouw betreft zoals opgenomen in bijlagen 3 en 4;
  • k. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn.