direct naar inhoud van Artikel 10 Cultuur en ontspanning
Plan: Buitengebied Bladel 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1728.BPG0001buitengeb-VAST

Artikel 10 Cultuur en ontspanning

10.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van cultuur en ontspanning - expositieruimte, een expositieruimte;
  • b. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van cultuur en ontspanning - graanmolen, een graanmolen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding beschermingszone natte natuur, een beschermingszone natte natuur;
  • d. ter plaatse van de aanduiding intensief recreatief gebied, een intensief recreatief gebied;
  • e. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied, extensiveringsgebied;
  • f. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied, verwevingsgebied;
  • g. ter plaatse van de aanduiding maximum aantal wooneenheden, zijn geen woningen toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • h. wegen en paden;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.

10.2.1 Gebouwen binnen het bouwvlak
  • a. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • b. de maximale goothoogte en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de goothoogte en bouwhoogte zoals legaal aanwezig op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan;
  • c. de maximale oppervlakte aan bebouwing mag niet meer bedragen dan de goothoogte en bouwhoogte zoals legaal aanwezig op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding graanmolen is de bestaande hoogte toegestaan;
  • e. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak
  • a. de maximale hoogte bedraagt 12 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub b;
  • b. de maximale hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen op minimaal 1 meter achter de gevellijn te worden opgericht;
  • e. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 10 meter.

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. wonen;
  • c. detailhandel;
  • d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • e. seksinrichtingen;
  • f. kamperen;
  • g. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak.

10.5 Aanlegvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen een aanlegvergunning verlenen, met uitzondering van werken en/of werkzaamheden waarvoor reeds een ontheffing van de Keur is verleend, met dien verstande dat voor werken en werkzaamheden binnen het bouwvlak, het verharden van minder dan 100 m² buiten het bouwvlak of het aanleggen van kavelpaden met een maximale breedte van 3 meter buiten het bouwvlak geen aanlegvergunning nodig is:

10.5.1 Beschermingszone natte natuur
  • a. afgraven, ophogen, vergraven;
  • b. aanleg dammen, aanleg stuwen, graven sloten, dempen sloten, dempen poelen, aanbrengen oeverbeschoeiing;
  • c. rooien beplanting, opplanten, omzetten van grasland en/of bouwland naar boomteelt groter dan 1,5 meter, veranderen perceelsindeling, verharden oppervlak tot 100 m²;
  • d. aanleg leidingen.

10.6 Wijzigingsbevoegdheden
10.6.1 Wijzigen bestemming Cultuur en Ontspanning ten behoeve van Recreatie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Cultuur en Ontspanning te wijzigen in de bestemming Recreatie, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. aangetoond wordt dat bedrijfsmatig hergebruik redelijkerwijs niet haalbaar is;
  • b. het uitsluitend binnen de bestaande bebouwing plaatsvindt;
  • c. de gronden zijn gelegen binnen een intensief recreatief ontwikkelingsgebied;
  • d. aangetoond wordt dat volledige sanering in redelijkheid niet kan worden verlangd;
  • e. er zorg gedragen wordt voor een goede landschappelijke inpassing;
  • f. de financiële haalbaarheid van de plannen is aangetoond;
  • g. er geen beperking plaatsvindt van de omliggende agrarische bedrijven;
  • h. de functiewijziging slechts een beperkte verkeersaantrekkende werking heeft, welke bovendien bij de ontsluitingssituatie ter plaatse past;
  • i. er geen onevenredige aantasting van natuurwaarden in aangrenzende natuurgebieden plaatsvindt;
  • j. de bestaande gebouwen mogen voor recreatieve doeleinden worden gebruikt waarbij geldt dat overige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, behalve wanneer de bebouwing een monument dan wel een cultuurhistorisch waardevol gebouw betreft zoals opgenomen in bijlagen 3 en 4;
  • k. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn.