Plan: | Terlo 2017 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1724.BPBten1072-VAST |
In deze regels wordt verstaan onder
het bestemmingsplan 'Terlo 2017' met identificatienummer NL.IMRO.1724.BPBten1072-VAST van de gemeente Bergeijk.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een hoofdgebouw dat onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde hoofdgebouwen, niet zijnde gestapelde bebouwing;
waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
De verwachting die aan een gebied is toegekend in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten.
werken en werkzaamheden waarvan mag worden aangenomen dat zij het bodemarchief kunnen aantasten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot de hierna omschreven beroepsmatige activiteiten, gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan de omvang van de activiteiten zodanig is, dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend (zoals een schoonheidssalon, een kapsalon of een nagelstudio), met uitzondering van seksinrichtingen.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, therapeutisch, maatschappelijk, kunstzinnig en ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend (zoals een accountantskantoor, advocatenkantoor, administratiekantoor).
t.a.v. bebouwing:
bebouwing, zoals aanwezig en toegestaan (legaal gerealiseerd) op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning;
t.a.v. gebruik:
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig en toegestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk, met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een vrijstaande dakconstructie met maximaal één wand.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
bebouwing van halfvrijstaande hoofdgebouwen die door middel van een bijbehorend bouwwerk zijn geschakeld aan een ander halfvrijstaand hoofdgebouw, met dien verstande dat de eindwoning vrijstaand mag worden gebouwd.
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan één zijde in de zijdelingse perceelsgrens zijn gebouwd en aan de andere zijde niet, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen twee-aaneengebouwde hoofdgebouwen en geschakelde hoofdgebouwen.
een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met artistieke waarde.
een dakvorm die bestaat uit slechts één dakvlak of dakschild, dat onder een helling is aangebracht, waarbij het laagste punt van het dakvlak de goothoogte betreft en het hoogste punt de bouwhoogte.
een afdak aan een gebouw, al dan niet ondersteund.
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijs-, sport- en recreatieve voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en zorgvoorzieningen alsook ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 m beneden peil.
een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door de gevels van belendende, dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing.
bewoning van een gebouw als hoofdverblijf.
het voorsorteren op de behoefte aan mantelzorg voor mensen vanaf 60 jaar.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
bebouwing van halfvrijstaande hoofdgebouwen, met dien verstande dat de eindwoning vrijstaand mag worden gebouwd.
de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan.
voorzieningen ten behoeve van een op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden niet zijn gebouwd in de perceelsgrens.
het oppervlakte aan water zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit, waaronder duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater.
de hoogte (het niveau) van de waterspiegel gemeten naar NAP op het moment van aanvraag van de omgevingsvergunning of bestemmingswijziging. Dit kan betrekking hebben op zowel oppervlaktewater als grondwater.
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
het oppervlak dat met bouwwerken mag worden bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, balkons, luifels en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak. |
Bebouwingspercentage | max. 100% |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum goothoogte (m)’, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt geldt deze als maximum goothoogte. |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bouwhoogte (m), tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt geldt deze als maximum bouwhoogte. |
Dakhelling | max. 60°, tenzij de bestaande dakhelling meer bedraagt geldt deze als maximum dakhelling. |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Aantal bedrijfswoningen | max. één |
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat de voorgevel van de bedrijfswoning wordt gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van max. 3 m daarachter. |
Erkers, portalen en luifels | De voorgevellijn van bedrijfswoningen mag uitsluitend worden overschreden met erkers, portalen en luifels, onder de volgende voorwaarden: a. Diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt max. 1,5 m. b. Breedte erkers en/of portalen bedraagt max. 50% van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw. c. Afstand tot de bestemming ‘Verkeer - Verblijfsgebied' bedraagt min. 3 m. d. Oppervlakte erkers en/of portalen bedraagt max. 6 m². e. Oppervlakte luifel bedraagt max. 3 m². f. Goothoogte erkers en/of portalen bedraagt max. de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw. g. Bouwhoogte erkers en/of portalen bedraagt max. de goothoogte vermeerderd met 1,5 m. |
Inhoud | max. 600 m3 |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum goothoogte (m)’, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt geldt deze als maximum goothoogte. |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bouwhoogte (m), tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt geldt deze als maximum bouwhoogte. |
Dakhelling | max. 60°, tenzij de bestaande dakhelling meer bedraagt geldt deze als maximum dakhelling. |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, inclusief carports en overkappingen, gelden de volgende bepalingen:
Situering | min. 1 m achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning. |
Bebouwingspercentage | max. 80% van het bouwperceel, tot een maximum van 200 m2 met dien verstande dat het onbebouwde oppervlakte achter de achtergevelrooilijn min. 30 m2 bedraagt. |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5,5 m, met dien verstande dat indien het hoofdgebouw is uitgevoerd met een plat dak voor het met het hoofdgebouw verbonden bijbehorend bouwwerk een maximum bouwhoogte van 3,2 m geldt. |
Dakhelling | max. 60° of plat dak, met dien verstande dat voor een bijbehorend bouwwerk gebouwd op de perceelsgrens geldt dat het schuine dak vanuit de perceelsgrens dient op te lopen. |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak, met dien verstande dat voor de voorgevellijn uitsluitend erf- en terreinafscheidingen, vlaggenmasten, kunstobjecten, reclamezuilen en lantaarnpalen mogen worden gebouwd. |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn | max. 1 m |
Bouwhoogte reclamezuilen | max. 5,5 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 5 m |
Binnen de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden is opslag en uitstalling uitsluitend toegestaan op een afstand van min. 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw.
De voor ‘Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Toegestane gebouwen | uitsluitend gebouwen voor voorzieningen van algemeen nut. |
Oppervlakte | max. 20 m2 |
Bouwhoogte | max. 4 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte kunstobjecten | max. 12 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 5 m |
Verbod | overkappingen zijn niet toegestaan. |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Groen' te wijzigen in de bestemming 'Water' indien uit een evaluatie blijkt dat dit noodzakelijk is ten behoeve van een goede waterhuishouding, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
De voor ‘Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Situering | binnen het bouwvlak. |
Bebouwingspercentage | max. zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage'. |
Bouwhoogte | max. zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte'. |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte reclamezuilen | max. 5,5 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 5 m |
De voor ‘Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Het gezamenlijk oppervlak aan kleine gebouwtjes voor opslag van materialen ten behoeve van buitensporten | max. 100 m2 |
Bouwhoogte | max. 3,2 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte dug-outs | max. 5,5 m |
Bouwhoogte lichtmasten | max. 17 m |
Bouwhoogte ballenvangers | max. 10 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 5 m |
De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Toegestane bouwwerken | uitsluitend erkers, portalen en luifels ten behoeve van de aangrenzende hoofdgebouwen. |
Diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw | max. 1,5 m |
Breedte erkers en/of portalen | max. 50% van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw. |
Afstand tot de bestemming ‘Verkeer - Verblijfsgebied' | min. 3 m |
Oppervlakte erkers en/of portalen | max. 6 m² |
Oppervlakte luifel | max. 3 m² |
Goothoogte erkers en/of portalen | max. de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw. |
Bouwhoogte erkers en/of portalen | max. de goothoogte vermeerderd met 1,5 m. |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Carports/overkappingen | Carports/overkappingen zijn toegestaan, met dien verstande dat de carport/overkapping: a. open blijft aan alle zijden, behoudens de zijde aan het hoofdgebouw; b. max. 1 carport/overkapping per bouwperceel; c. niet meer dan 1 meter voor de voorgevelrooilijn wordt geplaatst; d. max. bouwhoogte 3,2 m. |
Bouwhoogte terreinafscheidingen | max. 1 m |
Bouwhoogte terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - terreinafscheiding' | max. 2 m |
Bouwhoogte vlaggenmasten en palen | max. 6 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 2 m |
De voor ‘Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Toegestane gebouwen | uitsluitend gebouwen voor voorzieningen van algemeen nut. |
Oppervlakte | max. 20 m2 |
Bouwhoogte | max. 4 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer | max. 12 m |
Bouwhoogte terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte kunstobjecten | max. 12 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 5 m |
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de voor 'Water' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte | max. 5 m |
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Aantal wooneenheden | max. bestaand aantal wooneenheden, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een afwijkend aantal is aangegeven. |
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak. |
Afstand hoofdgebouw tot zijdelingse perceelsgrens | - vrijstaande: min. 3 m - twee-aaneen: min. 3 m aan één zijde - aaneengebouwd: min. 3m bij eindwoning |
Bebouwingspercentage | max. 100% |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum goothoogte (m)’, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt geldt deze als maximum goothoogte. |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bouwhoogte (m), tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt geldt deze als maximum bouwhoogte. |
Dakhelling | max. 60°, met dien verstande dat: - bij een mansardedak de dakhelling max. 80° bedraagt; - indien de bestaande dakhelling meer bedraagt deze als maximum dakhelling geldt. |
Hoogte dakopbouw bij patiowoning | max. 1 m |
Nokrichting ter plaatse van de aanduiding 'nokrichting' | haaks op de voorgevelrooilijn. |
Verbod | gestapelde woningen zijn niet toegestaan. |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, inclusief carports en overkappingen, gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak |
Bebouwingspercentage | max. 80% van het bouwperceel binnen de bestemming 'Wonen' tot een maximum van 200 m2, uitgezonderd het bouwvlak. |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5,5 m, met dien verstande dat indien het hoofdgebouw is uitgevoerd met een plat dak voor het met het hoofdgebouw verbonden bijbehorend bouwwerk een maximum bouwhoogte van 3,2 m geldt. |
Dakhelling | max. 60° of plat dak, met dien verstande dat voor een bijbehorend bouwwerk gebouwd op de perceelsgrens geldt dat het schuine dak vanuit de perceelsgrens dient op te lopen. |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak. |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn | max. 1 m |
Specifiek voor zwembaden | a. max. 1 zwembad per bouwperceel en uitsluitend voor hobbymatig gebruik; b. situering: min. 2,5 m achter de voorgevelrooilijn en min. 1 m van de zijdelingse en achterste perceelsgrens; c. oppervlakte: max. 50 m2. |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 5 m |
Verbod | tennisbanen en paardenbakken zijn niet toegestaan. |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de kapvorm, dakhelling en/of nokrichting van bijbehorende bouwwerken op de perceelsgrens:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bouwregels ten behoeve van: | mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: |
(bijbehorende) bouwwerken met een grotere bouwhoogte | a. De omgevingsvergunning mag niet tot gevolg hebben dat in stedenbouwkundig en/of landschappelijk opzicht een onaanvaardbare situatie ontstaat. b. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast. |
een tennisbaan | a. Situering: min. 2,5 m achter de voorgevellijn en min. 1 m van de zijdelingse en achterste perceelsgrens. b. De tennisbaan mag niet overdekt zijn. c. Bouwhoogte omheining bij tennisbaan: max. 5 m, mits het gedeelte boven 2 m over de gehele oppervlakte transparant is. d. De tennisbaan wordt uitsluitend voor hobbymatig gebruik benut. e. Max. 1 tennisbaan per bouwperceel. f. De omgevingsvergunning heeft niet tot gevolg dat in stedenbouwkundig en landschappelijk opzicht een onaanvaardbare situatie ontstaat. g. Het bouwwerk veroorzaakt geen onevenredige milieuhinder. |
een paardenbak | a. Situering: min. 2,5 m achter de voorgevellijn en min. 5 m van de zijdelingse en achterste perceelsgrens. b. De paardenbak mag niet overdekt zijn, tenzij de regeling voor bijbehorend bouwwerken als bedoeld in lid 10.2.2 in acht wordt genomen. c. De paardenbak mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut. d. Max. 1 paardenbak per bouwperceel. |
Binnen de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van een aan huis verbonden activiteit, zoals opgenomen in Bijlage 1 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden activiteiten, in hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
De voor ‘Woongebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen conform deze bestemming, mag niet eerder worden verleend, dan nadat de waterbergingen R3, R4 en R5, zoals aangegeven op de in Bijlage 2 opgenomen kaart behorende bij de 1e fase watervergunning, zijn gerealiseerd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Typologie | vrijstaand, twee-aaneen, aaneengebouwd of patio. |
Situering hoofdgebouw | min. 2 m en max. 7 m tot de voorste perceelsgrens. |
Afstand hoofdgebouw tot zijdelingse perceelsgrens | - vrijstaande: min. 3 m; - twee-aaneen: min. 3 m aan één zijde; - aaneengebouwd: min. 3 m bij eindwoning. |
Diepte hoofdgebouw | - vrijstaande: max. 15 m; - twee-aaneen: max. 12 m; - aaneengebouwd: max. 10 m. |
Goothoogte hoofdgebouw | max. 7 m |
Bouwhoogte hoofdgebouw | max. 11 m |
Bouwhoogte patiowoning | max. 7,5 m |
Hoogte dakopbouw bij patiowoning | max. 1 m |
Dakhelling hoofdgebouw | max. 60°, met dien verstande dat bij een mansardedak de dakhelling max. 80° bedraagt. |
Dakhelling patiowoning | max. 0° |
Overschrijding voorgevellijn | uitsluitend erkers, portalen en luifels ten behoeve van de aangrenzende hoofdgebouwen. |
Diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw | max. 1,5 m |
Breedte erkers en/of portalen | max. 50% van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw. |
Afstand tot de aanduiding 'verkeer' of de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' | min. 3 m |
Oppervlakte erkers en/of portalen | max. 6 m² |
Oppervlakte luifel | max. 3 m² |
Goothoogte erkers en/of portalen | max. de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw. |
Bouwhoogte erkers en/of portalen | max. de goothoogte vermeerderd met 1,5 m. |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, inclusief carports en overkappingen, gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak |
Bebouwingspercentage | max. 80% van het bouwperceel tot een maximum van 200 m2, met dien verstande dat het onbebouwde oppervlak achter de achtergevelrooilijn min. 30 m2 bedraagt. |
Goothoogte | max. 3,2 m |
Bouwhoogte | max. 5,5 m, met dien verstande dat indien het hoofdgebouw is uitgevoerd met een plat dak voor het met het hoofdgebouw verbonden bijbehorend bouwwerk een maximum bouwhoogte van 3,2 m geldt. |
Dakhelling | max. 60° of plat dak, met dien verstande dat voor een bijbehorend bouwwerk gebouwd op de perceelsgrens geldt dat het schuine dak vanuit de perceelsgrens dient op te lopen. |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Carports/overkappingen | a. open aan alle zijden, behoudens de zijde aan het hoofdgebouw; b. max. 1 carport per bouwperceel; c. niet meer dan 1 meter voor de voorgevelrooilijn wordt geplaatst; d. max. bouwhoogte 3,2 m. |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn | max. 1 m |
Specifiek voor zwembaden | a. max. 1 zwembad per bouwperceel en uitsluitend voor hobbymatig gebruik; b. situering: min. 2,5 m achter de voorgevelrooilijn en min. 1 m van de zijdelingse en achterste perceelsgrens; c. oppervlakte: max. 50 m2. |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 5 m |
Verbod | tennisbanen en paardenbakken zijn niet toegestaan. |
Voor het bouwen van gebouwen voor voorzieningen van algemeen nut gelden de volgende bepalingen:
Oppervlakte | max. 20 m2 |
Bouwhoogte | max. 4 m |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bouwregels ten behoeve van: | mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: |
grotere diepte van halfvrijstaande of aaneengebouwde hoofdgebouwen | a. Tot een totale diepte van max. 15 m. b. De omgevingsvergunning mag niet tot gevolg hebben dat in stedenbouwkundig en/of landschappelijk opzicht een onaanvaardbare situatie ontstaat. c. De belangen van derden worden niet onevenredig geschaad. |
een kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens | a. De omgevingsvergunning mag niet tot gevolg hebben dat in stedenbouwkundig en/of landschappelijk opzicht een onaanvaardbare situatie ontstaat. b. De belangen van derden worden niet onevenredig geschaad. |
(bijbehorende) bouwwerken met een grotere bouwhoogte | a. De omgevingsvergunning mag niet tot gevolg hebben dat in stedenbouwkundig en/of landschappelijk opzicht een onaanvaardbare situatie ontstaat. b. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast. |
een tennisbaan | a. Situering: min. 2,5 m achter de voorgevellijn en min. 1 m van de zijdelingse en achterste perceelsgrens. b. De tennisbaan mag niet overdekt zijn. c. Bouwhoogte omheining bij tennisbaan: max. 5 m, mits het gedeelte boven 2 m over de gehele oppervlakte transparant is. d. De tennisbaan wordt uitsluitend voor hobbymatig gebruik benut. e. Max. 1 tennisbaan per bouwperceel. f. De omgevingsvergunning heeft niet tot gevolg dat in stedenbouwkundig en landschappelijk opzicht een onaanvaardbare situatie ontstaat. g. Het bouwwerk veroorzaakt geen onevenredige milieuhinder. |
een paardenbak | a. Situering: min. 2,5 m achter de voorgevellijn en min. 5 m van de zijdelingse en achterste perceelsgrens. b. De paardenbak mag niet overdekt zijn, tenzij de regeling voor bijbehorend bouwwerken als bedoeld in lid 10.2.2 in acht wordt genomen. c. De paardenbak mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut. d. Max. 1 paardenbak per bouwperceel. |
Binnen de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van een aan huis verbonden activiteit, zoals opgenomen in Bijlage 1 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden activiteiten, in hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
De voor ‘Waarde - Archeologie 3’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 250 m² of meer:
Het in lid 12.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor ‘Waarde - Archeologie 4.2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4.2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 500 m² of meer:
Het in lid 13.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor ‘Waarde – Archeologie 5.1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5.1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 2.500 m² of meer:
Het in lid 14.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 14.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de werken en werkzaamheden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
De voor ‘Waarde - Archeologie 5.2’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5.2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 2.500 m² of meer:
Het in lid 15.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor ‘Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 25.000 m² of meer:
Het in lid 16.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 18.1 sub b en toestaan dat bij de niet-woonbestemmingen ondergronds wordt gebouwd tot een verticale diepte van 6 m, mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Een ondergeschikte functie mag een omvang hebben van niet meer dan 30% van de vloeroppervlakte van de bebouwing.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels ten behoeve van: | mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: |
het in geringe mate overschrijden van bebouwingsgrenzen | Een meetverschil geeft daartoe aanleiding. |
het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde | a. Bouwhoogte kunstobjecten, geen gebouwen zijnde: max. 15 m. b. Bouwhoogte waarschuwings- en/of communicatiemasten: max. 40 m. c. Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: max. 10 m. |
het vergroten van de bouwhoogte van gebouwen voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten | a. Maximale oppervlakte van de vergroting: max. 10% van het betreffende bouwvlak. b. Bouwhoogte: max. 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw. |
een grotere dakhelling | a. De grotere dakhelling is stedenbouwkundig aanvaardbaar. b. De gebruiksmogelijheden van de aanrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast. |
kleinschalig logeren (bed & breakfast) bij (bedrijfs)woningen | a. Kleinschalig logeren dient gekoppeld te zijn aan een woon- of bedrijfsfunctie. b. Totale oppervlakte aan logeereenheden: max. 50 m² per kamer tot een maximum van 50% van de woonruimte. c. De woonfunctie blijft als hoofdfunctie behouden. d. Bedoeld gebruik mag geen hinder opleveren voor het woonmilieu en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt. e. Bedoeld gebruik mag geen hinder opleveren voor omliggende bedrijven. f. Het betreft geen zodanige verkeersaantrekkende activiteit, dat die kan leiden tot nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van verkeer. |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied' de bestemming 'Wonen' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de bouw van nieuwe woningen, mits:
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen. Hiervoor gelden de volgende regels:
Parkeergelegenheid | a) In het geval van de oprichting of uitbreiding van een gebouw dient ten behoeve van het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. b) In het geval van functiewijziging van een gebouw en/of van gronden dient ten behoeve van het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. c) Aan het voorgaande (in voldoende mate ruimte aanbrengen) wordt voldaan indien wordt voldaan aan de normen die zijn neergelegd in de Nota parkeernormen 2017 (Bijlage 3). d) Indien deze beleidsregels worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de gewijzigde beleidsregels. e) De parkeervoorzieningen als bedoeld onder a en b dienen in stand te worden gehouden. |
||
Ruimte voor laden en lossen van goederen | a) Indien het gebruik van een gebouw en/of gronden daar aanleiding toe geeft, dient te worden voorzien in voldoende ruimte voor laden en lossen. b) De ruimte voor laad- en losvoorzieningen als bedoeld onder a dient in stand te worden gehouden. |
||
Afwijkingsmogelijkheid | Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in dit artikel indien: a) het voldoen hieraan door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, of b) voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien. |
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Terlo 2017'.
Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Bergeijk van 28 september 2017.
Mij bekend,
de raadsgriffier.