Plan: | Recreatieterreinen Alphen-Chaam |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1723.recreatieterreinen-VS01 |
In het buitengebied van Alphen-Chaam zijn verschillende verblijfsrecreatieve terreinen gelegen die opgenomen waren in het bestemmingsplan 'Buitengebied Alphen-Chaam 2010'. Met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (nr. 201003878/1/R3; 11 april 2012) zijn de bestemmingen van deze verblijfsrecreatieve terreinen vernietigd.
Voor de betreffende terreinen wil de gemeente snel beschikken over een planologisch juridisch kader om adequaat te kunnen reageren op vergunningaanvragen.
Het gaat daarbij vooral om relatief kleine ontwikkelingen en aanvragen die passen binnen de hoofdfunctie van het verblijfsrecreatieve terrein. Uitgangspunt voor de juridisch-planologische regeling is daarmee het vastleggen van het bestaande gebruik en het toestaan van aan dit bestaande gebruik gelieerd ondergeschikt gebruik en bouwen.
Een gemeente kan sinds 1 juli 2008 voor het vaststellen van een planologische regeling voor een bestaande situatie kiezen tussen het vaststellen van een bestemmingsplan of het vaststellen van een beheersverordening.
Een beheersverordening is een beheerregeling en heeft betrekking op een gebied waarin geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien. Een beheersverordening legt de bestaande situatie vast.
Het begrip 'bestaand' kan zowel 'eng' als 'ruimer' worden uitgelegd. Bij bestaand gebruik in enge zin worden alleen de bestaande feitelijk aanwezige functies en bebouwing vastgelegd. Indien het regime ruimer is dan worden ook enige uitbreidingsmogelijkheden geboden die relatief ondergeschikt zijn aan het bestaande gebruik.
Het instrument 'beheersverordening' is daarmee zeer geschikt om relatief snel het beoogde juridisch planologisch regime voor de verblijfsrecreatieve terreinen vast te leggen.
Kort gezegd bestaat een beheersverordening uit een verbeelding van het verordeningsgebied en regels. Meer concreet gaat het om:
De beheersverordening gaat vergezeld van een toelichting en is raadpleegbaar via de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl.
Het verordeningsgebied bestaat uit de volgende verblijfsrecreatieve terreinen:
locatie | omvang |
Camping Huisdreef 1 | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 |
Camping Maastrichtsebaan 1 | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 |
Camping Bredaseweg 72a | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 |
Camping Flaasdijk 1 | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 + gebied van de verleende omgevingsvergunning 15-11-2016 |
Stacaravanpark Gilzeweg 42b | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 |
Bungalowpark Gilzeweg/Industriestraat | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 |
Camping Schaanstraat 11 | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 + gebied van de verleende omgevingsvergunning 21-10-2014 |
Camping Sluisstraat 2a | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 |
Bungalowpark Wildertstraat 31 | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 |
Camping Bouwerij ong | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 |
Camping/ groepsaccommodatie Goudbergseweg 13 | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 |
Ruiterkampcentrum Strijbeekseweg 47b | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 |
Zorghotel, wellness en kleinschalig kampeerterrein Kwaalburg 19 | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 |
Natuurkampeerterrein Goorstraat 4 | zoals bestemd in Buitengebied Alphen-Chaam 2010 |
Deze toelichting bevat de volgende hoofdstukken. Na deze inleiding (hoofdstuk 1) wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:
Het bestemmingsplan 'Buitengebied Alphen-Chaam 2010' biedt de nodige informatie over de huidige situatie in het verordeningsgebied. De veertien locaties waar sprake is van een verblijfsrecreatief gebruik zijn begrensd op de grens van het huidige gebruik. Bij drie locaties is sinds de vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Alphen-Chaam 2010' sprake van een uitbreiding van het gebruik. Het betreft:
De gronden zoals bestemd in het plan voor het buitengebied alsmede de gronden waar de verschillende omgevingsvergunningen voor zijn verleend, zijn aangemerkt als de bestaande situatie.
In het bestemmingsplan voor het buitengebied waren voor de verschillende verblijfsrecreatieve terreinen nog andere bestemmingen vastgesteld:
De verblijfsrecreatieve bestemmingen zijn door de Afdeling vernietigd omdat de regeling de mogelijkheid bood om het aantal toeristisch standplaatsen uit te breiden, zonder dat de effecten van een dergelijke uitbreiding getoetst waren aan de (stikstof)effecten op de natuur.
Op verschillende niveaus gelden beleidsnota's die betrekking hebben op het verordeningsgebied.
Op verschillende niveaus gelden beleidsnota's die betrekking hebben op het beheersgebied. Op rijks- en provinciaal niveau zijn dit onder andere de 'Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte' en de 'Visie Ruimte en Mobiliteit', die verder zijn uitgewerkt in respectievelijk het 'Besluit algemene regels ruimtelijke ordening' en de 'Verordening ruimte Noord-Brabant' (Vr).
Met name de Verordening ruimte Noord-Brabant (Vr) geeft de volgende, specifiek voor het verordeningsgebied relevante, uitgangspunten:
Met de beheersverordening wordt de bestaande situatie vastgelegd en is er geen sprake van nieuwe, grootschalige ruimtelijk relevante ontwikkelingen. Voor zover er binnen de besluitvlakken voor de verblijfsrecreatieve terreinen sprake is van kleinschalige, aan de hoofdfunctie verbonden ontwikkelingen dient op de volgende wijze rekening gehouden te worden met:
In algemene zin wordt op rijks- en provinciaal niveau gestreefd naar een voortzetting en verbetering van het bestaande kwaliteitsniveau. Dit geldt dan ook voor het beheersgebied en is vertaald op de hiervoor genoemde wijze.
In de bijgevoegde bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de verschillende recreatieterreinen, de aanduidingen die hiervoor zijn opgenomen in de Vr en de wijze waarop deze zijn vertaald in een subbesluitvlak.
Op 11 februari 2010 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan ' Buitengebied Alphen-Chaam 2010' vastgesteld. In de toelichting van dit plan is uitgebreid ingegaan op het gemeentelijke beleidskader en de verschillende sectorale aspecten die een rol spelen bij de vaststelling van een regeling voor de verblijfsrecreatieve functies. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de toelichting op dit plan.
Voor de beheersverordening zijn de volgende onderdelen van belang en deze worden overgenomen uit het vastgestelde bestemmingsplan 'Buitengebied Alphen-Chaam 2010':
Bij besluit van de Afdeling Bestuursrechtspaak van de Raad van State zijn in het plan 'Buitengebied Alphen-Chaam 2010' de verblijfsrecreatieve bestemmingen vernietigd omdat er een (niet op stikstofeffecten onderzochte) uitbreiding van toeristische standplaatsen was toegestaan.
Bij het vastleggen van de bestaande situatie in de beheersverordening hoort, gelet op het instrument en ingevolge de uitspraak van de Raad van State, dat de bestaande aantallen toeristische standplaatsen worden vastgelegd in de verordening.
In de bijgevoegde bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de verschillende recreatieterreinen, de aanduidingen en regels die hiervoor zijn overgenomen uit het bestemmingsplan 'Buitengebied Alphen-Chaam 2010' en de wijze waarop deze zijn vertaald in een subbesluitvlak.
In en rond het verordeningsgebied dient rekening te worden gehouden met voorkomende relevante omgevingsaspecten zoals archeologie, cultuurhistorie, bodem, externe veiligheid, natuur en landschap.
Zoals in de voorgaande paragraaf aangegeven zijn deze aspecten beschreven in het bestemmingsplan 'Buitengebied Alphen-Chaam 2010' en, voor zover relevant, zijn de uitkomsten daarvan overgenomen in deze verordening.
Met betrekking tot verschillende sectorale aspecten is voorts van belang dat in het verordeningsgebied geen nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen worden toegestaan waarvoor op voorhand nader sectoraal onderzoek noodzakelijk is.
Vanuit sectorale aspecten zijn er dan ook geen belemmeringen voor het verordeningsgebied.
In het verordeningsgebied zijn 15 besluitvlakken opgenomen die zijn gekoppeld aan een artikel in de beheersverordening. Het betreffende artikel bevat de regels die gelden voor het besluitvlak en de regels die gelden voor een eventueel subbesluitvlak binnen het besluitvlak.
Met de omvang en locatie van de (sub)besluitvlakken en de opgenomen regels is de bestaande situatie vastgelegd met daarbij een geringe, planologisch ondergeschikte, ontwikkelruimte. Met de subbesluitvlakken worden met name bijzonder waarden vastgelegd, zoals beschreven in hoofdstuk 3 en weergegeven in de bijlagen 1 en 2.
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) kent geen voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening. De beheersverordening wordt door de gemeenteraad vastgesteld. Tegen het vaststellingsbesluit van een beheersverordening kan geen bezwaar of beroep worden aangetekend.
De ontwerp-beheersverordening is gedurende zes weken ter inzage gelegd, met de mogelijkheid voor eenieder om een inspraakreactie kenbaar te maken. De inspraakreacties worden behandeld in hoofdstuk 6.
De verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking van het vaststellingsbesluit.
Op grond van artikel 3:8 van de Wet ruimtelijke ordening heeft het ontwerp van deze beheersverordening gedurende zes weken ter inzage gelegen met de mogelijkheid voor een ieder inspraakreacties in te dienen bij de gemeenteraad.
Gedurende genoemde termijn zijn vijf inspraakreacties namens vijf kampeerterreinen ingediend. Deze reacties zijn tijdig ingediend en zijn daarmee ontvankelijk. De inspraakreacties zijn samengevat en beoordeeld (zie bijlage 3).
Naar aanleiding van de inspraakreacties hoeft de beheersverordening niet te worden aangepast. Aanvullend zijn de volgende drie aanpassingen uit ambtshalve overwegingen opgenomen: