direct naar inhoud van Regels

Landgoed Het Schaan

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.1723.BPLndgoedHetSchaan-VS01

Artikel 9 Wonen – Landgoed

 

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen – Landgoed’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een landgoed met woning(en);

  2. kleinschalig logeren, waarbij de bruto-vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m²;

  3. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;

  4. paden en (on)verharde wegen en parkeervoorzieningen;

  5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  6. groenvoorzieningen;

  7. recreatief medegebruik.

 

9.2 Bouwregels

 

9.2.1 Algemeen

  1. De bebouwing dient gesitueerd te zijn binnen het aangegeven bouwvlak.

  2. Bij vervangende nieuwbouw mogen de woningen uitsluitend gesitueerd worden binnen het aangegeven bouwvlak.

 

9.2.2 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:

  1. De inhoud van de woningen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 1’ mag niet meer bedragen dan 2000 m3.

  2. De inhoud van de woning ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 2’ en ‘specifieke vorm van wonen – 3’ mag niet meer bedragen dan 1500 m3.

  3. De goothoogte ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 1’ mag niet meer bedragen dan 6 m.

  4. De goothoogte ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 2’, en ‘specifieke vorm van wonen – 3’ mag niet meer bedragen dan 5 m.

  5. De bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 1’ mag niet meer bedragen dan 10 m.

  6. De bouwhoogte mag ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 2’ en ‘specifieke vorm van wonen – 3’ mag niet meer bedragen dan 9 m.

 

9.2.3 Bijgebouwen

Voor het bouwen van vrijstaande bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. De gezamenlijke oppervlakte ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 1’ mag niet meer bedragen dan 280 m2.

  2. De gezamenlijke oppervlakte ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 2’ en ‘specifieke vorm van wonen – 3’ mag niet meer bedragen dan 100 m2.

  3. De goothoogte ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 1’ mag niet meer bedragen dan 4,5 m.

  4. De goothoogte ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 2’, en ‘specifieke vorm van wonen – 3’ mag niet meer bedragen dan 3 m.

  5. De bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 1’ mag niet meer bedragen dan 7,5 m.

  6. De bouwhoogte mag ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 2’ en ‘specifieke vorm van wonen – 3’ mag niet meer bedragen dan 6 m.

 

9.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

 

9.3 Afwijken van de bouwregels

 

9.3.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:

a lid 9.2.4 onder b voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hogere bouwhoogte tot maximaal 6 m.

 

9.4 Specifieke gebruiksregels

 

9.4.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf

Binnen de bestemming ‘Wonen - Landgoed’ is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing van de bedrijfswoning en/of bijgebouwen tot een maximum van 100 m².

  2. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.

  3. De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.

  4. Aan-huis-verbonden bedrijven zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van bedrijven die zijn genoemd in de milieucategorieën 1 en 2 van de in bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.

  5. Detailhandel is niet toegestaan.

  6. De activiteit moet uitgeoefend worden door de bewoner.

 

9.5 Afwijken van de gebruiksregels

 

9.5.1 Verbreding gebruiksmogelijkheden

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.1 onder b voor het verbreden van de gebruiksmogelijkheden, waarbij de volgende bepalingen gelden:

  1. De wonen - landgoed functie op het perceel als hoofdfunctie aanwezig en herkenbaar blijft.

  2. Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in milieucategorie 1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.

  3. Verblijfsrecreatie in bestaande bebouwing is toegestaan.

  4. Buitenopslag ten behoeve van de verbrede gebruiksmogelijkheden is niet toegestaan.

  5. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  6. De verbrede gebruiksmogelijkheden mogen geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben, dit mede in relatie tot de aard van de omgeving en de weg waaraan de locatie gelegen is.

  7. De parkeerplaatsen moeten gerealiseerd worden op eigen terrein.

  8. De verbrede gebruiksmogelijkheden mogen geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven.