Plan: | Jannum - Tsjerkestrjitte 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1722.20180226-VA01 |
Aan de Tsjerkestrjitte 1 te Jannum was in het verleden een agrarisch bedrijf gevestigd. Op het perceel staat een rijks monumentaal boerderijpand. Het plan is om de voormalige bedrijfswoning als reguliere woning te gebruiken. Daarnaast komen in de voormalige boerderijschuur maximaal 4 kleinschalige logementen en gaan er workshops en streekproducten aangeboden worden. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Ferwerderadiel heeft het plangebied een agrarische bestemming. De gronden binnen deze bestemming zijn alleen bedoeld voor het agrarisch grondgebruik en niet ten behoeve van de reguliere woonfunctie, logementen of de verkoop van streekproducten.
Voor de functiewijziging is in het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om een agrarische bestemming te wijzigen naar de bestemming 'Wonen - Voormalige boerderijpanden'. Met het voorliggende wijzigingsplan wordt hier toepassing aan gegeven.
Het plangebied betreft het perceel Tsjerkestrjitte 1 te Jannum. De begrenzing van het plangebied zijn de contouren van de bedrijfskavel uit het geldende bestemmingsplan. De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1.1.
Figuur 1.1. Ligging plangebied (bron: Google.nl/maps )
Het plangebied is momenteel juridisch-planologisch geregeld in het bestemmingsplan 'Buitengebied', vastgesteld op 13 februari 2014. Op basis van dit bestemmingsplan is het plangebied bestemd als 'Agrarisch' met een functieaanduiding 'Specifieke vorm van agrarisch - bedrijfskavel grondgebonden agrarisch bedrijf'. Voor het plangebied geldt dat alleen grondgebonden agrarische bedrijven zijn toegestaan. Een fragment van het geldende bestemmingsplan is weergegeven in figuur 1.2.
Voor het plangebied geldt tevens de aanduiding 'vrijwaringszone - radarverstoringsgebied'. Dit ter bescherming van het vrijhouden van een goed radarbeeld van het luchtruim. Bebouwing hoger dan 85 meter is binnen de aanduiding niet toegestaan.
Daarnaast zijn de terpen en kruinige percelen in de gemeente van cultuurhistorische waarde. Deze zijn beschermd middels de dubbelbestemming 'Reliëf terpen en kruinige percelen'. Voor het afgraven en/of ophogen van gronden, dan wel het dempen en/of graven van water is een omgevingsvergunning vereist.
Voor het plangebied geldt de dubbelbestemming 'Beschermd dorpsgezicht'. De aangewezen gronden zijn, mede bestemd voor het behoud, het herstel en de uitbouw van de ruimtelijke opbouw van de dorpen Hogebeintum en Jannum en de karakteristieke ligging daarvan in het landschap.
De voormalige boerderij die aanwezig is op het perceel is voorzien van een dubbelbestemming 'Waarde - Rijksmonument'. Dit houdt in dat de voormalige boerderij een rijksmonument is. Voor het (ver)bouwen van rijksmonumenten is in de meeste gevallen een vergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk.
Tot slot heeft het plangebied een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie'. Bij grond verstorende werkzaamheden groter dan 50 m2 en dieper dan 0,30 meter is een archeologisch onderzoekt vereist.
In de bestemming 'Agrarisch' in artikel 3.7.13 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om, onder voorwaarden, de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Voormalige boerderijpanden'. Dit wijzigingsplan geeft toepassing aan deze wijzigingsbevoegdheid. In paragraaf 2.4 wordt op de voorwaarden ingegaan.
Figuur 1.2. Fragment geldend bestemmingsplan (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
In het volgende hoofdstuk van dit wijzigingsplan wordt het plan beschreven. Daarbij komt de huidige- en nieuwe situatie aan bod. Daarna wordt de gewenste situatie getoetst aan de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid. In hoofdstuk 3 wordt het beleidskader geschetst dat relevant is voor het plan. Daarbij wordt ingegaan op het gemeentelijk beleid. Onderwerp van hoofdstuk 4 zijn de omgevingsaspecten waaraan de nieuwe ontwikkeling is getoetst. In hoofdstuk 5 wordt de uitvoerbaarheid van het plan toegelicht. Dit is opgesplitst in maatschappelijke uitvoerbaarheid en economische uitvoerbaarheid. Tenslotte is in hoofdstuk 6 de juridische regeling opgenomen.
Het plangebied maakt deel uit van het terpdorp Jannum. Jannum is het kleinste dorp van de gemeente. Van oudsher is Jannum een kleine agrarische nederzetting. Boven op de terp bevindt zich een kerk die momenteel wordt gebruikt als kerkmuseum. Door de sterke concentratie van bebouwing op de terp, bestaande uit een kerk met begraafplaats, een boerderij en vier woningen is een sterk besloten karakter ontstaan. De royale hoeveelheid beplanting en een vrij uitzicht over het kleiterpenlandschap kenmerkt de historische terpstatus. Om deze historische terpstatus te beschermen en te behouden is in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied' een dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' opgenomen. Figuur 2.1, is een weergave het kleiterpenlandschap.
Figuur 2.1. Weergave van het kleiterpenlandschap in de buurt van Jannum (bron: Google Streetview).
De boerderij staat op een karakteristieke terp en maakt samen met de naastgelegen kerk en gebouwen onderdeel uit van een kerkbuurt. De randen van deze kerkbuurt worden gevormd door rijen van bomen (Figuur 2.2). In 1970 is de boerderij, een voorhuis met aaneen gebouwd een grote schuur(figuur 2.3), geregistreerd als Rijksmonument (monument nummer: 11687). Het voorhuis werd gebruikt als bedrijfswoning, de bedrijfsfunctie van de boerderij is beëindigd.
Figuur 2.2. Vogelvlucht foto plangebied (bron: http://www.logementenjannum.nl).
Figuur 2.3. Bebouwing Tsjerkestrjitte 1 (bron: Funda.nl).
Het plan is om de voormalige boerderij te bewonen, zonder hierbij agrarische bedrijfsactiviteiten uit te voeren. Het betreft een functiewijziging waarbij het monumentale pand inpandig wordt verbouwd. Naast de reguliere bewoning, worden 4 logementen in het pand gerealiseerd. Daarnaast wordt de boerderij met bijbehorende woning geschikt gemaakt voor het geven van kleinschalige workshops en de verkoop van streekproducten(figuur 2.4). De beoogde workshops, de logementen en de verkoop van streekproducten zijn als ondergeschikte functie mogelijk.
Figuur 2.4. Plattegrond gewenste situatie (bron: ADEMA Architecten)
Voor dit plan wordt aan de buitenzijde van de monumentale boerderij niks verbouwd en /of gesloopt. Door de inpandige verbouwing en restauratie van de monumentale boerderij wordt de monumentale waarde in ere hersteld en behouden (figuur 2.5). In dit kader wordt een monumentenvergunning aangevraagd.
Figuur 2.5. Aanzichten gewenste situatie (bron: ADEMA Architecten)
Landschappelijke inpassing
De inrichting van het perceel blijft in de nieuwe situatie ongewijzigd. Aan de landschappelijke elementen vinden geen aanpassingen plaats. De huidige ruimtelijke kwaliteit wordt hiermee gecontinueerd.
Verkeer en parkeren
De Tsjerkestrjitte is een verkeersluwe ontsluitingsroute bestemd voor bestemmingsverkeer aan deze weg. Deze weg vormt geen belangrijke doorgaande route en wordt relatief weinig gebruikt door ander verkeer.
De Tsjerkestrjitte heeft een aansluiting op de ledyk welke in noordelijke richting overgaat op de N356. Deze weg heeft ruim voldoende capaciteit voor de nieuwe functie van het perceel. Er wordt gebruik gemaakt van een bestaande aansluiting op deze weg. Aan deze weg worden geen aanpassingen voorgesteld. Het plan vormt geen belemmering voor de verkeersveiligheid
Parkeren zal plaatst vinden op eigen terrein. Voor bezoekers van de logementen en de workshops is op het terrein zelf voldoende parkeergelegenheid aanwezig.
In het bestemmingsplan 'Buitengebied' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waar met dit plan toepassing aangegeven wordt. De wijzigingsbevoegdheid is als volgt geformuleerd: "Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Agrarisch' onder andere wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - Voormalige boerderijpanden', ten behoeve van een functieverandering van een bouwperceel, mits:
Na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 31 uit het bestemmingsplan 'Buitengebied' van overeenkomstige toepassing zijn.
De gronden in het plangebied die in het geldende bestemmingsplan de bestemming 'Agrarisch' hebben, krijgen in dit wijzigingsplan de bestemming 'Wonen - Voormalige boerderijpanden'.
De wijzigingsbevoegdheid alleen wordt toegepast op een bedrijfskavel.
Het plangebied heeft in het bestemmingsplan 'Buitengebied' de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bedrijfskavel grondgebonden agrarisch bedrijf'.
Na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid het bedrijfsvlak en het bouwvlak ten behoeve van het bedrijf worden verwijderd.
Hier wordt toepassing aan gegeven door op de verbeelding het beoogde woonperceel te voorzien van de bestemming 'Wonen - Voormalige boerderijenpanden'.
Er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt.
In paragraaf 4.1 wordt beschreven dat bedrijven in de omgeving niet worden gehinderd.
De functie ondergebracht wordt in de bestaande gebouwen, die aanwezig zijn op het moment van toepassing van deze wijziging, waarbij de woonfunctie gehandhaafd moet blijven.
Zoals beschreven in paragraaf 2.3 worden de nieuwe functies ondergebracht in de bestaande bebouwing.
De woonfunctie ondergebracht wordt in de voormalige bedrijfswoning, dan wel het voormalige boerderijpand;
Zoals beschreven in paragraaf 2.3 wordt de woonfunctie ondergebracht in de voormalige boerderij.
Het voormalige boerderijpand of andere beeldbepalende bouwvormen als landschappelijk waardevolle verschijningsvorm worden gehandhaafd.
Met dit plan worden geen gebouwen gesloopt en/of gebouwd. Waardevolle verschijningsvormen blijven dan ook gehandhaafd. Daarnaast worden de dubbelbestemmingen 'Beschermd dorpsgezicht' en 'Reliëf terpen en kruinige percelen' overgenomen uit het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied'. Dit ter bescherming van de aanwezige waarde.
Met een erfinrichtingsplan wordt aangetoond dat de ontwikkeling op een zorgvuldige wijze landschappelijk wordt ingepast overeenkomstig het gestelde in het Beeldkwaliteitplan.
Zoals beschreven in paragraaf 2.3 wordt is dit wijzigingsplan slechts sprake van een functie wijziging van het plangebied. Er vinden geen ingrepen in de landschappelijke kenmerken plaatst. Daarom wordt in dit wijzigingsplan afgezien van een erfinrichtingsplan. Hieruit blijkt dat het plangebied in een invloedsgebied van een aardgasleiding ligt. Uit het advies van Brandweer Fryslân blijkt dat er in dit geval geen deel van het bouwwerk binnen de 1e ring van het invloedsgebied valt. Daarnaast worden er geen nieuwe verminderd zelfredzame objecten toegevoegd. Daarom ziet Brandweer Fryslân deze nieuwe ontwikkeling in de bestaande bebouwing niet als een knelpunt.
Geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Zoals beschreven in Hoofdstuk 4 wordt met deze functie wijziging geen onevenredige afbreuk gedaan aan de milieusituatie, omliggende woonfunctie, verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
In het bestemmingsplan Buitengebied is binnen de bestemming 'Agrarisch' ruimte gelaten om het bestemmingsvlak naar de woonbestemming 'Wonen - Voormalige boerderijpanden' te wijzigen. Middels een wijzigingsbevoegdheid kunnen deze gronden gewijzigd worden in de woonbestemming. Deze planologische ruimte, die hier wordt benut, past binnen het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid.
Voor de beoogde ontwikkeling is het van belang dat tijdens de uitvoering en in de nieuwe situatie sprake is van een goede omgevingssituatie. Deze omgevingstoets gaat in op de relevante milieuaspecten (bodem, water, milieuzonering en externe veiligheid) en om andere sectorale regelgeving (bijvoorbeeld archeologie en cultuurhistorie, ecologie).
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven. Daarnaast mogen de desbetreffende bedrijven niet beperkt worden in hun bedrijfsvoering.
Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en (nieuwe) milieugevoelige functies in voldoende mate mee te nemen, wordt in deze rapportage gebruikgemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. Voor de richtafstanden wordt onderscheidt gemaakt tussen rustige woongebieden/rustige buitengebieden en gemengde gebieden.
Ten noorden van het plangebied ligt een maatschappelijke bestemming, binnen deze bestemming zijn verschillende functies aanwezig zoals, een kerkje met kleinschalige begraafplaats en logementen. Voor een begraafplaats wordt op basis van de VNG-brochure een maximale richtafstand van 10 meter aangehouden. Het woonhuis ligt op 15 meter ten opzichte van deze begraafplaats en voldoet daarmee aan de richtafstand. Er zal dus geen sprake zijn van onaanvaardbare hinder.
Op ruim 250 meter, ligt het dichtstbijzijnde agrarische bedrijf. Het gaat hierom een rundveehouderij. Op basis van de VNG-brochure valt dit bedrijf in een milieucategorie 3.2 met een maximale richtafstand van 100 meter. Het plangebied vormt dan ook geen belemmering voor dit bedrijf. Daarnaast ligt een ander gevoelig object (woning) op een korte afstand ten opzichte van deze veehouderij. Eventuele uitbreiding richting het plangebied wordt door deze woning belemmerd. Geconcludeerd wordt dat het aspect bedrijven en milieuzonering de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan niet in de weg staat.
Het Wetterskip Fryslân is geïnformeerd over het wijzigingsplan via de Digitale watertoets (www.dewatertoets.nl). Op basis van de toets is bepaald dat het plan geen invloed heeft op de waterhuishouding en de afvalwaterketen. Verder overleg met Wetterskip Fryslân is niet nodig. Wetterskip Fryslân geeft een positief wateradvies. De watertoets is als Bijlage 1 bij de toelichting opgenomen.
Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) is rond inrichtingen die ''in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken'', wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/u en spoorwegen een geluidzone van kracht. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones dient akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de in de wet bepaalde voorkeursgrenswaarde van 48 dB.
Er is geen sprake van een nieuwe situatie in de zin van de Wet geluidhinder. De woonfunctie in de voormalige bedrijfswoning houdt deze functie en er worden geen woningen toegevoegd. Op basis van art. 76 lid 3 Wgh hoeft de geluidsbelasting van een aanwezige weg (waar geen wijzigingen optreden) op bestaande woningen niet getoetst te worden aan de grenswaarden. Daarnaast is de Tsjerkestrjitte geen doorgaande weg. De dichtstbijzijnde doorgaande wegen, de Jannumerweg en de ledyk liggen op ruim 150 meter. Daarmee ligt het woonhuis buiten de geluidszone van deze twee wegen. Akoestisch onderzoek is daarom niet nodig. Het wegverkeerslawaai is daarmee geen belemmering voor de uitvoering van dit wijzigingsplan
Met het oog op een goede ruimtelijke ordening, moet in geval van ruimtelijke ontwikkelingen worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging, moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. In geval van verontreinigingen is de Wet bodembescherming van toepassing. In de wet is geregeld dat als ter plaatse van een plangebied ernstige verontreinigingen worden aangetroffen, er sprake is van een saneringsgeval.
Met het omzetten van een bedrijfswoning naar een burgerwoning is er sprake van een functiewijziging. In het kader van dit wijzigingsplan kan het uitvoeren van een bodemonderzoek achterwege worden gelaten.
Bij nieuwe ontwikkelingen is het van belang rekening te houden met aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden. Waar nodig moet in het wijzigingsplan een regeling worden opgenomen om aangetroffen waarden te beschermen.
Voor gronden binnen het plangebied is een dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' opgenomen. Bij grondroerende werkzaamheden met een oppervlak groter dan 50 m2 en dieper dan 0,30 meter moet worden aangetoond dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn, dan wel dat de bouwactiviteiten de archeologische waarde niet verstoord en/of geschaad.
Naast de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' is het plangebied bestemd met de dubbelbestemming 'Waarde – Relief terpen en kruinige percelen ', 'Waarde – beschermd dorpsgezicht' en de voormalige boerderij is aangewezen als een rijksmonument waardoor bij (ver)bouw werkzaamheden een vergunning bij rijksdienst voor het cultureel erfgoed noodzakelijk is.
Met dit wijzigingsplan wordt alleen een functiewijziging mogelijk gemaakt. Er vinden dan ook geen grondwerkzaamheden of (ver)bouwwerkzaamheden plaatst die de archeologische en cultuurhistorie waarden van het plangebied kunnen aantasten.
Bij elk ruimtelijk plan dient met het oog op de natuurbescherming rekening te worden gehouden met de gebiedsbescherming en soortenbescherming. Beide aspecten zijn geregeld in de Wet natuurbescherming (Wnb). Hierbij dient te worden aangetoond dat als gevolg van de geplande activiteiten de gunstige staat van instandhouding van waardevolle dier- en plantensoorten niet in het geding komt.
Gebiedsbescherming
Met betrekking tot gebiedsbescherming is de ligging van de aangewezen Natura 2000-gebieden en het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur) van belang.
Het plangebied ligt niet nabij Natura 2000-gebieden. Ook ligt het plangebied niet nabij een NNN- gebied. Gezien de aard en de omvang van de voorgestelde ontwikkelingen kan worden gesteld dat dit wijzigingsplan geen (significante) effecten op de natuurwaarden in de omgeving heeft.
Soortenbescherming
Ten aanzien van de soortenbescherming gelden onder andere algemene verboden tot het verwijderen van groeiplaatsen van beschermde plantensoorten, het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van voortplantings- of vaste rustplaatsen of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten of het opzettelijk verontrusten van een beschermde diersoort.
Met dit wijzigingsplan wordt alleen een functiewijziging mogelijk gemaakt. Waardevolle dier- en plantensoorten die eventueel in het plangebied aanwezig zijn komen niet in het geding en vormen geen belemmering voor de uitvoering van dit wijzigingsplan.
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over 'externe veiligheid' om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. Naast het Besluit Externe veiligheid Inrichtingen dient vanuit oogpunt van externe veiligheid getoetst te worden aan de Wet vervoer gevaarlijk stoffen, het Besluit transportroutes externe veiligheid en het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Er wordt getoetst aan twee verschillende normen: het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Ten aanzien van het plaatsgebonden risico geldt een kans van 10-6 als grenswaarde. Bij nieuwe ontwikkelingen binnen de groepsrisico-contour, moet een bestuurlijke afweging worden gemaakt.
Op een afstand van circa 110 meter zuidwestelijk van het plangebied (circa 75 meter van de perceelgrens) ligt een (hogedruk) aardgasleiding van de Gasunie. De leiding heeft een diameter van 8 inch en een werkdruk van 80bar. De plaatsgebonden risicocontour ligt niet over het plangebied. Rondom dergelijke leidingen zijn aan de hand van het scenarioboek externe veiligheid enkele schaderingen te onderscheiden. Deze ringen zijn hieronder in de tabel aangegeven:
Een deel van het plangebied, zowel de te realiseren vier kleinschalige logementen als een groot deel van het totale perceel en mogelijk een klein deel van de te realiseren reguliere woningen liggen in de 2e ring. De rest van het plangebied ligt binnen de 3e ring.
Voor dit plan is advies gevraagd bij de Brandweer Fryslân. Uit het advies van Brandweer Fryslân blijkt dat er in dit geval geen deel van het bouwwerk binnen de 1e ring valt. Daarom ziet Brandweer Fryslân de nieuwe ontwikkeling in de bestaande bebouwing niet direct als een knelpunt.
Daarnaast adviseert Brandweer Fryslân gezien de opkomsttijd van circa 16 minuten:
Bovenstaand advies wordt voor zover mogelijk meegenomen in de te verlenen omgevingsvergunning voor het gedeelte bouwen' . Het aspect externe veiligheid heeft geen gevolgen voor de uitvoering van dit wijzigingsplan.
In (de omgeving van) het plangebied kunnen kabels en leidingen aanwezig zijn die beperkingen opleggen voor de bouwmogelijkheden in het plangebied. Hierbij valt te denken aan hoogspanningsverbindingen, waterleidingen en straalpaden. Bij leidingen, zoals gas-, water- en rioolpersleidingen, volgen deze belemmeringen uit het zakelijk recht. Bij hoogspanningsverbindingen gaat het om veiligheid en gezondheid. De beperkingen bij straalpaden zijn van belang voor het goed functioneren van de straalpaden.
In en rondom het plangebied zijn geen kabels of leidingen aanwezig waarmee met dit wijzigingsplan rekening gehouden dient te worden. Wel kunnen er enkele kleinere huisaansluitingen voor bijvoorbeeld gas, water en riool zijn. Met dit wijzigingsplan worden geen nieuwe bouwwerken mogelijk gemaakt.
In het kader van het wijzigingsplan behoeven deze leidingen geen bescherming. Wel ligt over het plangebied een radarverstoringsgebied met daarbij een verbod op bouwwerken hoger dan 85 meter. Met dit wijzigingsplan worden dergelijke bouwwerken niet mogelijk gemaakt
In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden op het gebied van de luchtkwaliteit vastgelegd. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) van belang. Projecten die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan de luchtverontreiniging, zijn op grond van de algemene maatregel van bestuur 'Niet in betekenende mate bijdragen' (Besluit NIBM) vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden.
Volgens de Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland is er in de directe omgeving van het plangebied sprake van een goede luchtkwaliteit.
Ferwerderadiel kent ter plaatse van de locatie in het plangebied geen knelpunten met betrekking tot luchtkwaliteit. De ontwikkeling in het plangebied is bovendien dusdanig van schaal en aard dat na realisatie ervan de maatgevende waarden niet overschreden worden.
Het wijzigingsplan doorloopt de in de Wro vastgelegde procedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken. In paragraaf 5.1 volgt een nadere toelichting.
Daarnaast is het van belang te weten of het economisch uitvoerbaar is. Hier wordt in paragraaf 5.2 ingegaan.
In artikel 3.1.1 Bro is bepaald dat overleg gepleegd moet worden met besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
Zienswijzen
Het wijzigingsplan Jannum - Tsjerkestrjitte 1 heeft van 26 april tot en met 6 juni 2018 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode kon een ieder zienswijzen indienen bij het college van burgemeester en wethouders . Er zijn geen zienswijzen ontvangen.
Reactie overlegpartners
In het kader van het overleg bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening zijn de overlegpartners verzocht reactie te geven op het ontwerp wijzigingsplan.
Brandweer Fryslân merkte op dat in de buurt van het plangebied een aardgasleiding ligt. Deze aardgasleiding is niet opgenomen in de toelichting. Brandweer Fryslân raad aan om dit wel te doen. Brandweer Fryslân ziet de nieuwe ontwikkeling in bestaande bebouwing niet als knelpunt. De ingekomen reactie van de overlegpartner wordt niet als zienswijze aangemerkt.
Reactie gemeente
Op advies van Brandweer Fryslân is paragraaf 4.7 Externe veiligheid aangepast.
Vaststelling
Het plan is op 19 juni 2018 vastgesteld. De vaststelling van het wijzigingsplan wordt door het College van Burgemeester en Wethouders bekend gemaakt en ter inzage gelegd. Tegen het besluit is beroep mogelijk bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Voor de uitvoerbaarheid van het plan is het van belang te weten of het economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de wijze van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).
Financiële haalbaarheid
Dit plan heeft betrekking op een particulier initiatief waarmee de gemeente geen directe financiële bemoeienis heeft. De gronden binnen het plangebied zijn in eigendom bij de initiatiefnemer.
Grondexploitatie
De gemeente moet, volgens de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), de gemaakte gemeentelijke kosten verhalen op de initiatiefnemers van de ontwikkeling. Dit geldt overigens alleen wanneer sprake is van bouwplannen, zoals opgenomen in het Bro. Er is geen sprake van een bouwplan in de zin van het Bro. Het opstellen van een exploitatieplan is niet aan de orde. De kosten voor het voorliggende wijzigingsplan worden gedekt uit de gemeentelijke leges die voor rekening komen van de eigenaar van het perceel.
Het wijzigingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP maakt het mogelijk om ruimtelijke plannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe plannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt.
Bij het wijzigingsplan Jannum - Tsjerkestrjitte 1 hoort een verbeelding. Op deze verbeelding is het plangebied met de toekomstige bestemmingen weergegeven. Voor dit gebied vervangt het wijzigingsplan de bestemming van de gronden in het bestemmingsplan 'Buitengebied'.
Ten behoeve van de 4 logementen is voor het plangebied een 'specifieke vorm van recreatie – logies met ontbijt' opgenomen. Voor de maatschappelijke en culturele voorzieningen namelijk, het geven van workshops met daaraan ondergeschikt een horeca A en B (de verkoop van streekproducten), is de aanduiding 'gemengd' opgenomen.
Na onherroepelijk worden van het wijzigingsplan maakt de verbeelding deel uit van het bestemmingsplan Buitengebied.
De regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Ferwerderadiel, zoals vervat in de bestanden-set met planidentificatie NL.IMRO.1722.1211606-0003 met de bijbehorende regels (en bijlagen), zijn onverkort van toepassing na het onherroepelijk worden van dit wijzigingsplan.