Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Fokkershoek 18 Heeswijk-Dinther
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1721.BPFokkershoek18HD-VA01

Artikel 1 Begrippen

1.1 Aan huis gebonden beroep

Een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.2 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.3 Aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.4 Agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren, met daarin onderscheid tussen:
  1. grondgebonden agrarisch bedrijf, waaronder wordt begrepen een akkerbouw bedrijf en een veehouderij, niet zijnde intensieve veehouderij en waaronder mede begrepen een productiegerichte paardenhouderij en paardenfokkerij;
  2. intensief veehouderijbedrijf;
  3. intensieve kwekerij, waaronder een viskwekerij en champignonkwekerij;
  4. melkveehouderij,
met dien verstande dat een gebruiksgerichte paardenhouderij (manege) niet als agrarisch bedrijf kan worden aangemerkt.

1.5 Agrarisch grondgebruik

De aanwending van open grond ten behoeve van het agrarisch bedrijf.

1.6 Agrarisch hulpbedrijf

Een bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren, of de toepassing van andere landbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking.
 
Voorbeelden van agrarische hulpbedrijven zijn: grootveeklinieken, KI-stations, mestopslag- en mesthandelsbedrijven, loonwerkbedrijven (inclusief verhuurbedrijven voor landbouwwerktuigen), veetransportbedrijven, veehandelsbedrijven.

1.7 Agrarisch verwant bedrijf

Een bedrijf of instelling gericht op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren of de toepassing van andere landbouwkundige methoden zoals dierenasiels, dierenklinieken, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, stalhouderijen, instellingen voor agrarisch praktijkonderwijs, proefbedrijven, volkstuinen.

1.8 Bebouwing

Één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.9 Bebouwingscluster

Een vlakvormige verzameling van gebouwen in het buitengebied, zoals aangegeven op de verbeelding.

1.10 Bebouwingsconcentratie

Een kernrandzone, bebouwingslint en/of bebouwingscluster, zoals aangegeven op de verbeelding.

1.11 Bebouwingslint

Een lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg in het buitengebied, doorgaans dubbelzijdig aanwezig, met geringe afstanden tussen de bouwkavels, veelal met een historisch gegroeide menging van kleinschalige buitengebied- en niet-buitengebiedfuncties, zoals aangegeven op de verbeelding.

1.12 Bedrijfseigen producten

Producten die op het eigen bedrijf worden geproduceerd.

1.13 Bedrijfswoning

Een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming of het toegelaten gebruik van het gebouw of terrein, noodzakelijk is.

1.14 Bestaand

Bebouwing en gebruik zoals legaal aanwezig op tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel die mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning.

1.15 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.16 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planopjecten als vervat in het GML-bestand
NL.IMRO.1721.BPFokkershoek18HD-ow01 met de bijbehorende regels.

1.17 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.18 Bijgebouw

Een gebouw, dat in bouwkundig en visueel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.19 Bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.20 Bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.21 Bouwperceelgrens

Een grens van een bouwperceel.

1.22 Bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.23 Bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.24 Burgerwoning

Een woning, niet zijnde een bedrijfswoning.

1.25 Carport/overkapping

Een bouwwerk dat zowel feitelijk als in visueel ruimtelijke zin aan geen enkele of maximaal één zijde, een gesloten, al dan niet eigen, wand kent.

1.26 Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.27 Gebruik

Het gebruiken, doen en laten gebruiken.

1.28 Grondgebonden agrarisch bedrijf

Een agrarische bedrijfsvoering die geheel dan wel grotendeels afhankelijk is van de groeikracht van de bodem waarop het bedrijf wordt uitgeoefend. Tot een grondgebonden agrarisch bedrijf worden met name een akkerbouwbedrijf, een veehouderij (niet zijnde een intensief veehouderijbedrijf), alsmede een productiegerichte paardenhouderij gerekend.

1.29 Hoofdgebouw

Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.30 Huiskavel

Het (de) perce(e)l(en) behorende tot één agrarisch bedrijf waarop de bedrijfsgebouwen en bedrijfwoningen gelegen zijn en waar de hoofdactiviteiten van de bedrijfsvoering plaatsvinden.

1.31 Inwoning

Wonen in een ondergeschikt deel van een woning door een medegebruiker van het pand.

1.32 IVbM

In het Inrichtingen en Vergunningenbesluit Milieubeheer, behorende bij de Wet milieubeheer, staan de bedrijfsonderdelen en/of bedrijfsactiviteiten die bepalen of een inrichting een milieuvergunning nodig heeft of een milieumelding moet indienen. Voor iedere inrichting bestaan de volgende mogelijkheden:
  • het wordt niet genoemd in het IVbM, de inrichting heeft geen milieuvergunning nodig en hoeft geen milieumelding in te dienen;
  • het wordt wel genoemd in het IVbM, er moet of een milieuvergunning worden aangevraagd of een milieumelding worden ingediend.

1.33 Mantelzorg

Zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie. bijvoorbeeld door gezinsleden, buren of vrienden.

1.34 Nevenactiviteiten

het ontplooien van activiteiten op een agrarisch bouwvlak die niet rechtstreeks de uitoefening van de agrarische bedrijfsvoering betreffen.

1.35 Niet-grondgebonden agrarisch bedrijf

Een agrarische bedrijfsvoering die niet geheel van de grond als agrarisch productmiddel afhankelijk is, zoals de varkens-, kalver- of pluimveehouderij of –fokkerij, eendenmesterij of –fokkerij, pelsdierhouderij, witlofkwekerij en een intensieve kwekerij, uitgezonderd een glastuinbouwbedrijf.

1.36 Nieuwvestiging

Het opnemen van een nieuw agrarisch bouwvlak voor de vestiging van een nieuw van elders te verplaatsen bedrijf of een geheel nieuw startend bedrijf.

1.37 Normale onderhoudswerkzaamheden

Werkzaamheden die ter plaatse regelmatig terugkeren, teneinde tot een goed beheer van de gronden te komen. Hieronder vallen niet de incidentele ingrepen in bijvoorbeeld de cultuurtechnische situatie of werkzaamheden die een onherstelbare aantasting betekenen van de aan een gebied toegekende waarde.

1.38 Ondergeschikte activiteit

Een activiteit waarvan het ruimtegebruik, de aard, de uitstraling en de inkomensverwerving kleiner zijn dan de hoofdactiviteit ter plaatse.

1.39 Peil

  • voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

1.40 Permanente bewoning

Het feitelijk bewonen van een gebouw gedurende het hele jaar of het grootste deel van het jaar.

1.41 Plan

Het bestemmingsplan Fokkershoek 18, Heeswijk-Dinther.

1.42 Schuilgelegenheid

Een gebouw dat bedoeld is voor het bieden van beschutting en schuilruimte voor vee.

1.43 Verbeelding

Een verbeelding met bijbehorende verklaring, IDN NL.IMRO.1721.BPFokkershoek18HD-ow01, waarop de bestemmingen met bijbehorende aanduidingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen.

1.44 Volwaardig agrarisch bedrijf

Een agrarisch bedrijf met ten minste de arbeidsomvang van een volwaardige arbeidskracht en een zodanige bedrijfsomvang dat de continuïteit ook op langere termijn in voldoende mate is gewaarborgd, getoetst door de AAB.

1.45 Voorgevelrooilijn

De virtuele lijn die samenvalt met de bestaande voorgevel van een woning of een hoofdgebouw en het bouwvlak waarop de woning of het hoofdgebouw zich bevindt.

1.46 Woning

Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.