direct naar inhoud van Artikel 15 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Lage Zwaluwe West
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.1719.BpLageZwaluweWest-VS01

Artikel 15 Waarde - Cultuurhistorie

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Cultuurhistorie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden en karakteristieke kenmerken van het ter plaatse aanwezige beschermd dorpsgezicht.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Specifieke vorm van wonen - woonwerkgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonwerkgebied' dient de bestaande situatie ten aanzien van de volgende aspecten te worden gehandhaafd:

  • a. het aantal bouwlagen;
  • b. de kapvorm;
  • c. kaprichting;
  • d. de bouwwijze van het hoofdgebouw;
  • e. het materiaalgebruik;
  • f. geveltype/geleding;
  • g. positionering van de achtergevel van het hoofdgebouw;
  • h. parcellering.
15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, maatvoering en vormgeving van en het materiaalgebruik voor nieuwe gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de nadere eisen mogen slechts worden gesteld indien zulks noodzakelijk is ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het beschermde dorpsgezicht;
  • b. de nadere eisen dienen aan te sluiten bij de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht.
15.4 Sloopvergunning
15.4.1 Sloopverbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonwerkgebied' het bestaande pand, of delen van het pand, te slopen.

15.4.2 Uitzondering

Het onder 15.4.1. vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen aanlegvergunning vereist was;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud, beheer en gebruik.
15.4.3 Toetsing

De in 15.4.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige afbreuk wordt toegebracht aan de te beschermen architectonische of cultuurhistorische waarden. Dienaangaande wordt advies ingewonnen bij de gemeentelijke monumentencommissie.