direct naar inhoud van Hoofdstuk 7 Resultaten overlegprocedure
Plan: Kustwerk Nieuwvliet
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.bpkustwerk12-VG02

Hoofdstuk 7 Resultaten overlegprocedure

Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

In het kader het overleg ex artikel 3.1.1. Bro is het voorontwerpbestemmingsplan aan diverse instanties toegestuurd met het verzoek op dit plan te reageren.

Overlegreacties zijn ontvangen van:

  • Waterschap Scheldestromen;
  • Rijkswaterstaat Zeeland;
  • Provincie Zeeland.

Waterschap Scheldestromen

Samenvatting

  • a. Verzocht wordt om voor vaststelling van het plan contact op te nemen met het waterschap voor het doorspreken van het voorlopig definitieve plan. Voor peilverhoging is mogelijk een peilbesluit nodig. Voor het graven van oppervlaktewater is een watervergunning vereist. Voor beiden is een nadere uitwerking in de vorm van een inrichtingsplan vereist. In de bespreking wordt aan de hand van het inrichtingsplan voorgesorteerd op de watervergunning en het mogelijk te nemen peilbesluit.
  • b. In reactie op de startnotitie MER heeft het waterschap aangegeven dat in het MER naar geo-hydrologische effecten van de aanleg van de waterpartij op de waterkerende functie van de Nieuwenhovendijk moet worden gekeken. In de MER is hierover geen tekstpassage opgenomen.
  • c. Het planten van bomen op de regionale waterkering is afhankelijk van het dijkprofiel. Bij de verdere uitwerking van het inrichtingsplan wordt bekeken of dit mogelijk is op de waterkering.
  • d. Het vervangen van gebouwen op de bestaande fundering van de waterkering is in afwijking van het beleid van het waterschap. Bouwen op de regionale waterkering (waterstaatswerk en beschermingszone A) is, ook bij vervanging op het bestaande fundament, slechts beperkt, onder voorwaarden met een watervergunning mogelijk.
  • e. Het omgevingsvergunningenstelsel uit artikel 8 Waterstaat - Waterkering kan komen te vervallen. In de Keur waterschap Scheldestromen 2011 zijn bepalingen voor de bouw en uitvoeren van werkzaamheden in en bij de waterkering vastgelegd.
  • f. Verzocht wordt om de beschermingszone A te voorzien van een gebiedsaanduiding Vrijwaringszone - Dijk.
  • g. De Adornisdijk is geen kust-/recreatieslag, dit is de Baanstpoldersedijk (pag. 15). Idem voor de tekst op pag. 16.
  • h. Verzocht wordt aan te geven welke maatregelen genomen worden ten aanzien van de transportroutes voor de aan- en afvoer van zand en grond tijdens de aanlegfase.

Beantwoording

  • a. Op ambtelijk niveau heeft constructief overleg plaatsgevonden met het Waterschap over de gewijzigde plannen, in dat overleg is vastgesteld dat de plannen uitvoerbaar zijn. Dit heeft geleid tot de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen uitgangspunten en regelingen. Visueel is dit nader uitgewerkt in de Notitie Kwaliteitsdoelstellingen die als bijlage bij het bestemmingsplan is opgenomen en wordt ingezet als beeldkwaliteitsplan voor de verder uit te werken plannen. Deze uit te werken plannen worden vervolgens vertaald in een inrichtingsplan, waarvoor uiteindelijk ook een omgevingsvergunning verleend dient te worden door ons college. Zodra een inrichtingsplan in ontwerp beschikbaar is zal overleg met het waterschap plaatsvinden over het graven van oppervlaktewater en het aanvragen van de watervergunning.
  • b. Aan het hoofdrapport van het MER liggen diverse onderzoeksrapportages ten grondslag. Deze zijn als bijlage opgenomen. Een rapportage over de geo-hydrologische effecten van de aanleg van een waterpartij maakt hiervan onderdeel uit. Naar onze mening geeft deze rapportage een voldoende beeld van deze effecten. Vanzelfsprekend vormen de onderzoeksrapportages een belangrijke basis voor de verdere planvorming en wordt de waterkerende functie van de dijk gerespecteerd. Teneinde het hoofdrapport van het MER leesbaar en begrijpelijk te houden, worden echter niet alle onderdelen van de onderzoeksrapporten apart benoemd. Ook dit aspect zal ons inziens onderdeel vormen van het overleg over het inrichtingsplan als genoemd onder a.
  • c. Vanzelfsprekend is de aanplant van bomen op de waterkering onderwerp van het nader te voeren overleg over het inrichtingsplan.
  • d. Op de regionale waterkering is geen sprake van bouwwerken met een fundering. De dubbelbestemming 'Verkeer - Beschermde dijk' maakt het mogelijk om bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, verkeers-geleiding, informatievoorziening en water te realiseren. Artikel 7.2 lid c zal zo worden aangepast dat alleen voorzieningen ten behoeve van de verkeersgeleiding mogelijk worden gemaakt.
  • e. Gelet op het feit dat door de wijziging als beschreven onder d slechts voorzieningen ten behoeve van de verkeersgeleiding mogelijk worden gemaakt, biedt de Keur van het waterschap voldoende bescherming tegen ongewenste (bouw)activiteiten. Artikel 7.3.2 kan dan ook vervallen.
  • f. De verbeelding zal zodanig worden aangepast dat de gebiedsaanduiding Vrijwaringszone - Dijk wordt opgenomen voor beschermingszone A.
  • g. De tekst en de afbeelding worden aangepast.
  • h. De te volgen route is beschreven in paragraaf 3.3.2 van het hoofdrapport van het MER. Een aanvulling of wijziging hiervan lijkt vooralsnog niet noodzakelijk.

Conclusie

De overlegreactie leidt tot een aanpassing van de verbeelding door het opnemen van een aanduiding voor de beschermingszone. Daarnaast vindt een aanpassing van artikel 7.2 plaats en vervalt artikel 7.3.2.

Rijkswaterstaat Zeeland

Samenvatting

  • a. Een deel van het plangebied maakt deel uit van het Kustfundament. In titel 2.3 van het Barro zijn hierover artikel 2.3.1 t/m 2.3.6 opgenomen. Artikel 2.3.5 wordt in het bestemmingsplan niet behandeld.
  • b. Graag wordt vernomen in welke vorm en aantallen bebouwing in het kustfundament wordt mogelijk gemaakt en of dit belemmeringen oplevert voor het onderhoud, de veiligheid of de mogelijkheden voor versterking van de primaire waterking op de lange termijn.
  • c. Ook wordt graag vernomen of overleg is geweest met het waterschap Scheldestromen.

Beantwoording gemeente

  • a. Overwegingen ten aanzien van het ontbrekende artikel 2.3.5. zijn toegevoegd aan hoofdstuk 3.1. en 3.4. van de toelichting.
  • b. In het kustfundament worden uitsluitend recreatiewoningen gebouwd. Hoeveel recreatiewoningen dit betreft is niet bekend. Dit is namelijk afhankelijk van het inrichtingsplan dat op dit moment nog niet definitief is. In de regels is voor de bouw van recreatiewoningen opgenomen dat ten hoogste 25% van een bouwperceel mag worden bebouwd met een recreatiewoning. Daarnaast is conform het nu geldende bestemmingsplan verblijfsrecreatieterreinen van de voormalige gemeente Oostburg ten hoogste 1.400 m² aan bebouwd oppervlak toegestaan.
  • c. Vanaf het begin van de planvorming, enkele jaren geleden, is ambtelijk overleg gevoerd met het waterschap Scheldestromen, zowel over de effecten op de waterhuishouding als ten aanzien van de verkeerseffecten op de omliggende wegen. Verder overleg zal plaatsvinden over de feitelijke inrichting van het plangebied, waarvoor een inrichtingsplan zal worden opgesteld door de initiatiefnemer. Vanzelfsprekend is het concept ontwerpbestemmingsplan ook aangeboden aan het waterschap in het kader van het vooroverleg.

Conclusie

De overlegreactie leidt tot een aanvulling van de toelichting.

Provincie Zeeland

Samenvatting

  • a. in het voorontwerpbestemmingsplan wordt verwezen naar artikelen uit de PRV. Intussen is echter een nieuwe PRV vastgesteld. Verzocht wordt om het bestemmingsplan hierop te actualiseren.
  • b. In de toelichting is opgenomen dat het ruimtelijk ontwerp wordt afgestemd op de vraag uit de markt. Op basis van het omgevingsplan dient echter rekening te worden gehouden met landschappelijke inpassing. Op dit moment is de paragraaf zodanig geredigeerd dat hier aan getwijfeld kan worden. Het omgevingsplan gaat uit van het realiseren van een 10 m brede afschermende groengordel. Wij wijzen u erop dat hiervoor maatwerk mogelijk is. Daarnaast wijzen wij u erop dat de kernkwaliteiten van het landschap op basis van de verordening dienen te worden beschreven.
  • c. In de voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet, die is opgenomen in het MER, wordt ingegaan op de externe werking door toename van het aantal recreanten. Een externe werking die niet is meegenomen en tegenwoordig wel actueel is, is de toename aan stikstofemissies. Van belang is om in beeld te brengen wat de toename aan emissies en deposities op de omliggende Natura 2000-gebieden is en deze nader te onderbouwen.

Beantwoording

  • a. Het bestemmingsplan is op deze onderdelen geactualiseerd.
  • b. De voorliggende ontwikkeling betreft een kwaliteitsverbetering van het recreatieve gebied door middel van verdunning. Een gedeelte van de chalets wordt hierbij omgezet in recreatiewoningen. Dit levert tevens een kwaliteitsverbetering ten opzichte van de huidige situatie. Het uitvoeren van werken en werkzaamheden is uitsluitend mogelijk nadat het gemeentebestuur heeft ingestemd met een inrichtingsplan. De noodzakelijke landschappelijke inpassing maakt onderdeel uit van dit inrichtingsplan en een omgevingsvergunning kan ook alleen worden verleend indien deze landschappelijke inpassing van voldoende kwaliteit is. Het toetsingskader hiervoor wordt gevormd door de Notitie Kwaliteitsdoelstellingen die als bijlage onderdeel uitmaakt van het bestemmingsplan en fungeert als beeldkwaliteitsplan. Hierbij wordt gedacht aan een afwisselende inpassing waarbij een gevarieerde beplanting wordt afgewisseld met open ruimten en bebouwing en gecombineerd wordt met een waterpartij. Op deze wijze kan maatwerk geboden worden aan de initiatiefnemer zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit. De toelichting zal op dit punt worden aangevuld.
  • c. In de voortoets wordt zowel aandacht besteed aan de gevolgen van dagrecreanten als aan de gevolgen van het verkeer van en naar het plangebied. Er is een beschrijving opgenomen van de stikstofgevoelige habitats in het nabijgelegen Natura-2000 gebied Zwarte Polder waarbij is ingegaan op toename van de stikstofdepositie als gevolg van het plan en op de kritische depositiewaarden binnen het gebied Zwarte Polder. In het MER is geen aandacht besteed aan een mogelijke toename van de stikstofdepositie ter plaatse van overige Natura-2000 gebieden met stikstofgevoelige habitats, op grotere afstand van het plangebied, zoals het Zwin. De effectbeschrijving is aangevuld met een beschrijving van het Natura-2000 gebied het Zwin.

Conclusie

De overlegreactie heeft geleid tot een aanpassing en aanvulling van verschillende paragrafen van de toelichting. Daarnaast heeft een aanvulling van het MER plaatsgevonden.

Toetsingscommissie West Zeeuwsch Vlaanderen

Samenvatting

De Toetsingscommissie is verzocht om in 2013 advies uit te brengen over de plannen van Roompot en Arcus projectontwikkeling voor ontwikkeling van Kustwerk Nieuwvliet. De commissie is en blijft positief over de plannen. Een dergelijk ingrijpend plan is uniek voor Zeeuws-Vlaanderen omdat het een combinatie is van de revitalisering van vier bestaande campings gecombineerd met een bungalowontwikkeling die het karakter heeft van een nieuwvestiging. In de ogen van de commissie past de ontwikkeling in het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal.

Door de commissie worden nog adviezen gegeven ten aanzien van de ruimtelijke structuur en de landschappelijke kaders, op de volgende aspecten.

  • a. De uitwerking van het park sluit niet geheel aan op de ruimtelijke structuren in de omgeving.
  • b. In het plan ontbreken enkele robuuste groenstructuren met landschappelijke kwaliteit.
  • c. Gevraagd wordt om aandacht te hebben voor de landschappelijke inkleding van de omliggende dijken.
  • d. Het water aan de randen van het park heeft niet het karakter van een duidelijke groene drager.
  • e. Een afweging over de interne groenstructuur samen met een voetgangers- en fietsverbinding ontbreekt.
  • f. Gevraagd wordt of één ontsluiting voldoende is.
  • g. De interne verkeersstructuur gekoppeld met een groenstructuur is voor verbetering vatbaar.
  • h. Verzocht wordt om bij de sfeerbeelden tevens aandacht te besteden aan de recreatieve nachtverblijven.

Op een drietal onderdelen trekt de commissie conclusies die verder gaan dan een advies of constatering. In de ogen van de commissie is hierover meer informatie of een planaanpassing nodig.

  • i. Verzocht wordt om stevige groengordels aan de randen.
  • j. De herstructurering van het stacaravanproduct komt weliswaar aan bod maar beperkt.
  • k. Er wordt geen inzicht gegeven in de differentiatie van het kampeerproduct.

Beantwoording

Ten tijde van ter inzageligging van het ontwerpbestemmingsplan is nog geen definitief inrichtingsplan beschikbaar. De initiatiefnemer wil bovendien een flexibele regeling om de ontwikkeling gefaseerd te kunnen oppakken. Om te voorkomen dat de inrichting van het park niet aansluit op de wensen van de gemeente is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden nodig voordat werken mogen plaatsvinden. Deze omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend indien Burgemeester en Wethouders instemmen met deze inrichting.

In het inrichtingsplan zal rekening worden gehouden met de adviezen van de Toetsingscommissie en waar mogelijk zal het inrichtingsplan hierop worden afgestemd.

Ook de Gebiedscommissie Natuurlijk Vitaal is gevraagd te adviseren over de beoogde ontwikkeling. De gebiedscommissie heeft de kanttekeningen van de Toetsingscommissie overgenomen.