direct naar inhoud van 3.4 Conclusie
Plan: Kustwerk Nieuwvliet
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.bpkustwerk12-VG02

3.4 Conclusie

De met het plan Kustwerk voorgenomen kwaliteitsverbetering van de bestaande campings is in overeenstemming met het geldende rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid. Uit het beleidskader volgen enkele randvoorwaarden waaraan in dit bestemmingsplan moet worden voldaan.

  • Aan het beleid uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) wordt voldaan.
  • Voldaan moet worden aan bepalingen over het Kustfundament uit het Barro.
    • 1. In dit bestemmingsplan worden geen activiteiten mogelijk gemaakt die een belemmering vormen voor het uitzicht op de vrije horizon vanaf de gemiddelde hoogwaterlijn met de blik op zee. Dit bestemmingsplan heeft immers geen betrekking op gronden waarop de gemiddelde hoogwaterlijn zichtbaar is.
    • 2. De primaire waterkering bevindt zich buiten het plangebied en wordt zodoende niet in dit bestemmingsplan opgenomen.
    • 3. Aangezien de gronden in dit bestemmingsplan deel uitmaken van de beschermingszone voor de primaire waterkering wordt ervoor zorggedragen dat in de planregeling rekening wordt gehouden met de instandhouding en versterking van het zandige deel van het kustfundament en het onderhoud, de veiligheid en mogelijkheden voor versterking van de primaire waterkering.
    • 4. In het gedeelte van het plangebied dat het Barro heeft aangewezen als kustfundament wordt geen extra bebouwing mogelijk gemaakt ten opzichte van het nu geldende bestemmingsplan.
  • Voldaan moet worden aan bepalingen over de regionale waterkering, verblijfsrecreatie en landschap uit de PRV.
    • 1. Conform artikel 2.11 van de PRV wordt in dit bestemmingsplan aan de Nieuwehovendijk, als regionale waterkering, de (dubbel)bestemming Waterstaat – Waterkering toegewezen.
    • 2. De bedrijfsmatige exploitatie van het plangebied is in dit bestemmingsplan opgenomen. Voor vier bestaande particuliere kavels op Camping De Boshoeve is hiervan een uitzondering opgenomen. Deze kavels worden niet bedrijfsmatig geëxploiteerd. Aangezien de PRV dit uitsluitend eist voor nieuwe terreinen wordt in het voorliggende bestemmingsplan voldaan aan artikel 2.5 van de PRV.
    • 3. De Provinciale ruimtelijke verordening schrijft in artikel 2.17 voor om landschappelijke en culturele waarden te beschermen. De Nieuwenhovendijk is een landschappelijk waardevolle dijk en dient te worden beschermd. In dit bestemmingsplan wordt conform het geldende bestemmingsplan Buitengebied Sluis de bestemming Verkeer - Beschermde dijk toegekend. Hiermee wordt voldaan aan de PRV.
  • Plan Kustwerk geeft invulling aan het zoekgebied voor verblijfsrecreatie zoals opgenomen in het provinciaal en gemeentelijk beleid uit het Omgevingsplan Zeeland, het Gebiedsplan Natuurlijk Vitaal en de gemeentelijke structuurvisie Goed Leven. De locatiekeuze voor plan Kustwerk nabij Nieuwvliet-Bad is daarmee een logisch voortvloeisel van de beleidskeuzen die op provinciaal en gemeentelijk niveau zijn gemaakt.
  • Voldaan wordt aan de randvoorwaarden uit het Gebiedsplan Natuurlijk Vitaal en de kadernota Recreatief Verblijf. Hierbij gelden de volgende aandachtspunten.
    • 1. In de planregeling wordt een aanlegverbod opgenomen. Dit aanlegverbod wordt opgenomen om de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied te waarborgen. Als uitzondering op het aanlegverbod kan een omgevingsvergunning voor het aanleggen van werken worden verleend. Het gemeentebestuur zal deze omgevingsvergunning uitsluitend verlenen als een inrichtingsplan is overlegd dat voldoet aan de eisen zoals deze zijn opgenomen als bijlage bij de regels. Dit is nader uitgewerkt in de planregeling (zie hoofdstuk 6).
    • 2. Om sturing te kunnen geven aan de voorwaarden uit het Gebiedsplan, moet de planregeling voorzien in een regeling waarbij het onderscheid uit het Bor tussen een standplaats, een recreatief nachtverblijf en een recreatiewoning leidend is. Dit is uitgewerkt in de planregeling en dat wordt in hoofdstuk 6 nader toegelicht.
    • 3. Als voorwaarde wordt in het bestemmingsplan opgenomen dat het bewoonbaar vloeroppervlakte van een recreatiewoning niet meer bedraagt dan een kwart van de netto perceelsgrootte met een absoluut maximum van 130 m² bewoonbaar vloeroppervlak per recreatiewoning.
    • 4. Tussen de gemeente en de initiatiefnemer zijn afspraken gemaakt over de centrale bedrijfsmatige exploitatie en verhuur van het plangebied na realisatie van Plan Kustwerk. In hoofdstuk 5 wordt hier nader op ingegaan.