7.2 Waterschap Zeeuws-Vlaanderen
Overlegreactie
-
a. Er is door het waterschap op 9 september 2008 een brief verzonden met opmerkingen ten aanzien van het concept van de planontwikkeling ter plaatse.
-
b. Verzocht wordt om te bezien of een aanpassing van de plannen mogelijk is, waarbij wordt afgezien van een coupure in de Noorddijk. Voor een ontwerp moet ook de mogelijkheid van een dijkovergang bekeken worden voor langzaam verkeer, met de normen voor minder validen. Indien de wens voor een coupure wordt gehandhaafd, worden aanvullende eisen voor ontwerp en bediening opgesteld.
-
c. Het waterschap vraagt zich af waar in de zomer het water vandaan komt dat moet gaan circuleren. Het peil in de randsloten is immers lager dan van het water in het plangebied, zodat een situatie zou kunnen ontstaan waarin er niet voldoende water is om rond te pompen.
-
d. Naar aanleiding van het geohydrologisch onderzoek wordt aandacht gevraagd voor de knijpfunctie van de stuw in relatie tot de peilfluctuatie. Er mag immers maar 10 mm water per etmaal op het oppervlaktewaterstelsel buiten Cavelot worden afgevoerd. Het is niet duidelijk of hier in het onderzoek rekening mee is gehouden.
-
e. De situatie ter plaatse van de sportvelden mag niet verslechteren.
-
f. De tekst onder het kopje Grondwateroverlast (pag. 38) dient te worden aangepast. Het betreft niet de droogtelegging, maar de ontwatering.
-
g. Wanneer, als gevolg van de ontwikkeling van Cavelot, water uit achterliggende polders moet worden omgeleid, dient aangetoond te worden dat het ontvangende watersysteem de capaciteit heeft om dit water op te vangen. De capaciteit van de sloot ten zuiden van de Lange Strinkweg zou in dat geval getoetst moeten worden.
-
h. Vanuit het waterschap 'afdeling Wegen' wordt de volgende reactie opgenomen. " Ten aanzien van het MER: Ondanks dat de intensiteit tijdens de bouwfase kleiner is dan die van de gebruiksfase, is het wenselijk voor aanvang van de bouw het wegennet (deels) aangepast te hebben ter voorkoming van schades (verkeersonveiligheid) gedurende de bouw(jaren).
Ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan: Op blz. 22-23 worden in het VKA enkele maatregelen opgesomd ten aanzien van infrastructurele maatregelen. Aangezien alle wegen rondom Cavelot (buiten de bebouwde kom van Cadzand en Cadzand-Bad, behalve de Badhuisweg vanaf de Lange Strinkweg-Noorddijk) in beheer en onderhoud zijn bij het waterschap, ook de aanpassingen in overleg met het waterschap uitwerken.
Overwegingen gemeente
-
a. Als gevolg van de brief is het plan aangepast. Deze aanpassingen zijn opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan en worden hieronder nader toegelicht.
-
1. Het plan is zodanig aangepast dat de sloot aan de oostzijde van de Scheldestraat gehandhaafd blijft. Er is afgezien van een waterpartij op korte afstand van de dijk. In de huidige planopzet zijn de waterpartijen van de dijk af in oostelijke richting gelegen, buiten het invloedsgebied van de dijk gelegen.
-
2. De woningen aan de oostzijde van de Scheldestraat worden achter de bestaande sloot, dus aan de oostzijde, gerealiseerd, waardoor er geen negatieve effecten optreden ten aanzien van de stabiliteit en kerende hoogte van de waterkering. Als de sloot wordt verbreed of vergroot, wordt dit zodanig uitgevoerd dat dit geen gevolgen heeft voor de stabiliteit van de dijk. Dit zal indien nodig met een berekening worden aangetoond.
-
3. Voornoemde woningen worden voor voetgangers ontsloten door een bruggetje vanaf de 1e verdieping van de woning naar de Scheldestraat op de dijk. Voor autoverkeer zijn deze woningen uitsluitend via het plangebied te bereiken dus op maaiveldhoogte van het achterliggende terrein.
-
4. Over het onderhoud van de watergang tussen bedoelde dijk en de woningen worden nadere afspraken gemaakt tussen het waterschap en initiatiefnemer.
-
5. Het rioolwaterbergbezinkbassin wordt buiten het plangebied gerealiseerd. Over de uiteindelijke locatie vindt nader overleg plaats met het waterschap.
-
6. De sloot onderlangs de Noorddijk blijft behouden. Voor zover deze ter plaatse van de gesloopte boerderij reeds was gedempt, wordt de sloot in het plan teruggebracht. In het noordelijke deel van het plangebied is het deelgebied ‘hoge duinen’ gepland. Naar verwachting heeft de aanleg hiervan geen negatieve effecten op de stabiliteit van de Noorddijk. Vanzelfsprekend wordt de voor de werkzaamheden benodigde keurvergunning tijdig aangevraagd.
-
b. Over de aanleg van de coupure heeft meerdere malen overleg plaatsgevonden, zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. Dit heeft geleidt tot instemming van het waterschap met de aanleg van de coupure, waarbij aanvullende eisen voor ontwerp en bediening worden opgesteld. Tevens zal het waterschap op termijn tot het sluiten van de bestaande coupure ter plaatse van de Strandkerk besluiten, teneinde geen afbreuk te doen aan de functie van de Noorddijk als secundaire waterkering en de veiligheid te waarborgen.
-
c. De waterkwaliteit is, ook na het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1. Bro, diverse malen onderwerp van overleg geweest. Ook de Commissie m.e.r. heeft over de kwaliteit van het oppervlaktewater in het plangebied opmerkingen gemaakt. Als gevolg hiervan heeft nader onderzoek plaatsgevonden. Dit is verwerkt in de memo ‘Waterkwaliteit oppervlaktewateren in plan Cavelot’, opgesteld door RBOI en gedateerd 18 december 2009. Gelet op hetgeen in het memo is overwogen, zal de waterkwaliteit voldoende zijn. De memo wordt als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd.
-
d. In het geohydrologisch onderzoek van Royal Haskoning is rekening gehouden met een maximaal peil van -0,50 m NAP. Dit is gedaan ten behoeve van het waterkwaliteitsonderzoek, omdat daar het streefpeil als maatgevend moet worden beschouwd. Voor de waterkwantiteit geldt eveneens het streefpeil van -0,50 m NAP, maar bij de uiteindelijke dimensionering van de stuw waarmee het oppervlaktewater op het watersysteem buiten het plangebied wordt geloosd, wordt rekening gehouden met de eis van het waterschap dat maximaal 10 mm per hectare per etmaal mag worden afgevoerd. Wij zijn ons ervan bewust dat het peil binnen het plangebied Cavelot zodoende incidenteel hoger dan -0,50 m NAP kan komen te liggen. Bij de civieltechnische uitwerking van het plan wordt hiermee rekening gehouden. Uit het geohydrologisch onderzoek (pag. 39) blijkt dat er voldoende drooglegging in het plangebied kan worden gerealiseerd. De bestemmingsplantoelichting zal hierop worden aangepast.
-
e. De drainage van de sportvelden verslechtert niet. Dit is nader onderbouwd in de eerder genoemde memo ‘Waterkwaliteit oppervlaktewateren in plan Cavelot’.
-
f. Dit is aangepast.
-
g. De overlegreactie is, naar wij aannemen, mede gebaseerd op figuur 7.6 van het MER. Inmiddels is besloten om het in hoofdstuk 7 van het MER beschreven circulatiesysteem vooralsnog niet toe te passen. Van het omleiden van waterafvoer door bestaande watergangen buiten het plangebied Cavelot is dan ook vooralsnog geen sprake. Indien op termijn het instellen van het beschreven circulatiesysteem toch noodzakelijk blijkt, dan wordt de benodigde capaciteit van de watergangen onderzocht. Indien nodig, wordt dan in overleg met het waterschap de dimensionering van de watergangen aangepast.
-
h. Over de infrastructurele maatregelen die getroffen dienen te worden aan de wegen rondom het plangebied, vindt tijdig overleg plaats met het waterschap.
Tenslotte merken wij op dat, zodra de Ontwikkelingsmaatschappij Cavelot de technische uitwerking van het plan beschikbaar heeft, dit na voorafgaand overleg aan het waterschap wordt aangeboden teneinde de benodigde Keurvergunning voor de noodzakelijke werkzaamheden te verkrijgen.
Het waterschap heeft per brief gedateerd 19 februari 2010 laten weten in te kunnen stemmen met hetgeen in de waterparagraaf (zie paragraaf 4.7) is opgenomen, zie bijlage 3.