18.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
18.2.1 Toelaatbare bebouwing
-
a. op de gronden mag uitsluitend vrijstaand worden gebouwd;
-
b. de oppervlakte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 40% van het bouwperceel;
-
c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 40 m²;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' mogen gebouwen op onderdelen worden vernieuwd of veranderd en voor zover toelaatbaar binnen de bestemmingsgrenzen en de regels worden uitgebreid, mits het betrokken bouwplan mede strekt tot het behoud van het karakter van het gebouw in bestaande toestand.
18.2.2 Afstanden
-
a. de afstand van hoofdgebouwen tot de perceelsgrens dient aan beide zijden ten minste 3 meter te bedragen;
-
b. de afstand van niet aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel mag niet minder bedragen dan 1 m;
-
c. de afstand van gebouwen en overkappingen tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 1 m, tenzij in de perceelsgrens wordt gebouwd.
18.2.3 Goot- en bouwhoogte
-
a. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding aangegeven goothoogte;
-
b. de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 4 m meer bedragen dan maximum toelaatbare goothoogte, tenzij met en aanduiding 'maximale bouwhoogte' anders is bepaald;
-
c. ongeacht het bepaalde op de kaart mag de goothoogte en bouwhoogte van aan- en uitbouwen en van bijgebouwen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 7 m;
-
d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:
-
1. van muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen 2m;
-
2. van pergola's en overkappingen 2,75 m;
-
3. van speelvoorzieningen 3 m;
-
4. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1 m.