Plan: | Bestemmingsplan De Loop 2012, 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1711.BP20160815-VG02 |
Voorliggend bestemmingsplan betreft een partiële herziening van bestemmingsplan "De Loop 2012", zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Echt-Susteren op 27 juni 2013, met IMRO-idn NL.IMRO.1711.BP20120811-VG01. Voorliggende partiële herziening heeft als doel een aantal omissies in bestemmingsplan De Loop 2012 te repareren. Daarnaast dient het bestemmingsplan als basis om een nieuwe ontheffing hogere grenswaarde te kunnen verlenen voor de woning Loperweg 14. Tot slot draagt het bestemmingsplan bij aan de doelstelling om voor alle bedrijventerreinen de regels eenduidig te maken.
In hoofdstuk 2 van deze toelichting staat de ligging en begrenzing van het plangebied beschreven, evenals het vigerende bestemmingsplan. Hoofdstuk 3 omvat een beschrijving van de wijzigingen die voorliggend plan met zich meebrengt ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. In hoofdstuk 4 staat de relatie van dit plan met het beleidskader en de omgevingsaspecten weergegeven. Tot slot is in hoofdstuk 5 de uitvoerbaarheid van deze planherziening beschreven.
Het plangebied omvat het bestaande bedrijventerrein De Loop. Dit bedrijventerrein wordt begrensd door de gemeentegrens in het westen, de Slagmolenweg in het noorden, de 50 dB(A) geluidszone in het zuiden en het Valkterrein/Diepstraat en de perceelsgrens Mourik/Gamma in het oosten.
Direct ten oosten van het plangebied ligt de kern Echt. De overige omringende gronden - naast de hiervoor genoemde infrastructurele voorzieningen - zijn hoofdzakelijk in gebruik voor agrarische doeleinden.
Het gehele plangebied maakt deel uit van het bestemmingsplan "De Loop 2012", zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Echt-Susteren op 27 juni 2013, met IMRO-idn NL.IMRO.1711.BP20120811-VG01.
In dit hoofdstuk worden de wijzigingen beschreven die met voorliggende herziening worden gedaan ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan "De Loop 2012". Het betreft dan zowel wijzigingen ten aanzien van de regels als ten aanzien van de verbeelding van het plan. Ook in de toelichting worden wijzigingen aangebracht.
De regels van het vigerende bestemmingsplan "De Loop 2012", zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Echt-Susteren op 27 juni 2013, met IMRO-idn NL.IMRO.1711.BP20120811-VG01 (het moederplan), maken integraal deel uit van voorliggende herziening, waarbij onderstaande wijzigingen in de regels zijn aangebracht. Toegevoegde tekstdelen ten opzichte van het moederplan zijn geel gemarkeerd, verwijderde tekstdelen zijn doorgehaald.
1.28 bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van opslagdoeleinden
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die bij de aard van de bestemming passen, waaronder keerwanden, verlichtingsmasten, puinbrekers, weegbruggen, sproeiinstallaties en menginstallaties.
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding | Bedrijven die zijn opgenomen in de van deze regels deel uitmakende toegesneden lijst van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1 bij de regels) onder: |
Bedrijf tot en met categorie 2 | Categorie 2-bedrijven, met een grootste afstand van 30 meter* |
Bedrijf tot en met categorie 3.1 | Categorie 2 tot en met 3.1-bedrijven, met een grootste afstand van 50 meter* |
Bedrijf tot en met categorie 3.2 | Categorie 2 tot en met 3.2-bedrijven, met een grootste afstand van 100 meter* |
Bedrijf tot en met categorie 4.1 | Categorie 2 tot en met 4.1-bedrijven, met een grootste afstand van 200 meter* |
Bedrijf tot en met categorie 4.2 | Categorie 2 tot en met 4.2-bedrijven, met een grootste afstand van 300 meter* |
Bedrijf tot en met categorie 5.1 | Categorie 2 tot en met 5.1-bedrijven, met een grootste afstand van 500 meter* |
* alsmede daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijven.
een en ander met uitzondering van risicovolle inrichtingen en met dien verstande dat geluidzoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf uitgesloten - geluidzoneringsplichtige inrichtingen';
met de daarbij behorende:
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
7.5.1 Verboden gebruik
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 26.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
7.6 Afwijken van de gebruiksregels
7.6.2 Hogere milieucategorie
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in 7.1 onder b en c ten behoeve van het toelaten van bedrijven uit een hogere categorie dan op grond van de in artikel 7.1 opgenomen tabel mogelijk is, onder de volgende voorwaarden:
Ter plaatse van de aanduiding | Categorie bedrijven als opgenomen in de van deze regels deel uitmakende toegesneden lijst van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1 bij de regels) waarvoor afwijking mogelijk is binnen de gestelde voorwaarden: |
Bedrijf tot en met categorie 2 | Categorie 3-bedrijven, met een grootste afstand van 100 meter * |
Bedrijf tot en met categorie 3.1 | Categorie 3.2- en 4.1-bedrijven, met een grootste afstand van 200 meter * |
Bedrijf tot en met categorie 3.2 | Categorie 4.1-bedrijven, met een grootste afstand van 200 meter * |
Bedrijf tot en met categorie 4.1 | Categorie 4.2-bedrijven, met een grootste afstand van 300 meter * |
Bedrijf tot en met categorie 4.2 | Categorie 5.1-bedrijven, met een grootste afstand van 500 meter * |
Bedrijf tot en met categorie 5.1 | Categorie 5.2-bedrijven, met een grootste afstand van 700 meter * |
* alsmede daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijven.
25.2 Algemene regels met betrekking tot ondergronds bouwen
25.2.2 Ondergrondse bouwwerken
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze planregels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Op 9 september 2015 hebben Gedeputeerde Staten van Limburg ingestemd met de eindevaluatie voor het raamsaneringsplan De Loop. Uit het evaluatieverslag blijkt dat de sanering is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens artikel 38 Wbb en overeenkomstig het saneringsplan en het besluit op het saneringsplan. Ondanks dat de sanering als afgerond wordt beschouwd, zijn nog altijd gebruiksbeperkingen aanwezig. Lang niet alle terreindelen zijn immers gesaneerd, vaak niet eens volledig onderzocht en ook gesaneerde terreindelen kunnen nog restverontreiniging bevatten. In het verleden is het de bedoeling geweest om de gebruiksbeperkingen per zone op een bodemkwaliteitskaart te benoemen. Deze is echter nooit opgesteld. Bij gebrek aan deze kaart en vanwege de onvolledigheid en ouderdom van de beschikbare gegevens beschouwt de provincie het gehele gebied, waar voorheen het raamsaneringsplan voor van toepassing was, in principe als verdacht. Dit betekent dat alle gebruikswijzigingen of werkzaamheden in de bodem voorafgegaan dienen te worden door bodemonderzoek. Gezien het voorgaande zal artikel 27.3 op de volgende wijze aangepast worden.
27.3 'milieuzone - bodembeschermingsgebied'
27.3.1 Functies:
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - bodembeschermingsgebied' zijn de gronden
tevens bestemd voor een actief beheer van de bodem(kwaliteit) op basis van het als bijlage 3
bij deze regels gevoegde "Raamsaneringsplan Bedrijventerrein De Loop" alsmede de daaruit
voortvloeiende nazorgplannen.
27.3.2 Bouwregels
Bij alle voorbereidingen van bouwactiviteiten, de bouwactiviteiten zelf en werkzaamheden ten
behoeve van de terreinimrichting dient het "Raamsaneringsplan Bedrijventerrein De Loop"
(bijlage 3 bij deze regels) in acht te worden genomen. Na afloop van de werkzaamheden
dienen de uit het Raamsaneringsplan voortvloeiende nazorgplannen in acht te worden
genomen. Concreet dienen in bij het bouwen in ieder geval de volgende voorwaarden in acht
worden genomen:
27.3.3 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in
artikel 26.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken:
27.3.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
27.3.2 Uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in artikel 27.3.1 is niet van toepassing:
27.3.3 Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.3.1 mag alleen worden verleend indien uit een bodemonderzoek blijkt dat door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden geen nadelige gevolgen ontstaan voor de kwaliteit van de bodem gelet op de beoogde functies van het terrein.
De verbeelding van het vigerende bestemmingsplan "De Loop 2012", zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Echt-Susteren op 27 juni 2013, met IMRO-idn NL.IMRO.1711.BP20120811-VG01, maakt integraal deel uit van voorliggende herziening, waarbij de onderstaande wijzigingen op de verbeelding zijn aangebracht.
In 2006 is ten behoeve van de uitbreiding van het bedrijfsterrein van Baars Recycling voor de percelen gelegen ten noorden van de Molenbeek een vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO verleend. Deze vrijstelling beoogde open opslag toe te staan, zoals bedoeld in het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Loop' en vastgesteld d.d. 13 september 2001. In het geldende bestemmingsplan 'De Loop 2012' zijn deze percelen bestemd voor 'Bedrijventerrein' met de functieaanduiding 'opslag'. In de regels ontbreekt echter de mogelijkheid om voor de opslagdoeleinden bouwwerken, geen gebouwen zijnde op te richten. Hiertoe is een regeling in de planregels opgenomen (zie artikel 7.2.3), waarbij een aanduiding aan de betreffende gronden is toegekend op de verbeelding van het plan.
In 2004 is door de provincie Limburg een oprichtingsvergunning verleend voor Baars Recycling BV, Havenweg 30A te Echt. De oprichtingsvergunning heeft betrekking op de percelen kadastraal bekend als sectie R, nrs. 9, 10, 11 en 672. Het perceelnummer 11 heeft in het geldende bestemmingsplan 'De Loop 2012' een bestemming 'Bos'. Feitelijk bestaat het bos echter niet meer. In het kader van de procedure voor het bestemmingsplan 'De Loop 2012' is het de bedoeling geweest om het betreffende perceel overeenkomstig de oprichtingsvergunning een bedrijfsbestemming te geven. Uit navraag bij de provincie Limburg bleek echter dat niet alleen gecompenseerd had moeten worden in het kader van de Boswet, maar tevens in het kader van de provinciale Beleidsregel natuurcompensatie, omdat de onderhavige locatie was gelegen binnen de Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG). Aangezien het niet haalbaar was om deze compensatie nog te regelen tijdens de bestemmingsplanprocedure is destijds afgesproken dat de bestemming van het perceel gecorrigeerd zou worden in het reparatieplan bestemmingsplan De Loop 2012. In het kader van het voorliggende bestemmingsplan is de compensatie wederom met de provincie Limburg besproken. De conclusie is dat het gekapte bos in het kader van de Boswet elders in 2011 reeds adequaat en in voldoende omvang gecompenseerd is en dat het, om dubbelcompensatie te voorkomen, niet meer nodig is om compensatie POG/Bronsgroene natuur op te leggen vanuit de Beleidsregel natuurcompensatie.
Op het perceel gelegen aan de Havenweg 30 en 30a is in de bestaande situatie een tweetal weegbruggen aanwezig. Deze bouwwerken zijn echter gelegen buiten het op de verbeelding van het moederplan opgenomen bouwvlak. Het is wenselijk om deze bouwwerken binnen het bouwvlak op te nemen. Hiertoe is ter plaatse van deze weegbruggen het bouwvlak verruimd, waardoor deze bouwwerken in de toekomstige situatie binnen het bouwvlak zijn gesitueerd.
Op het perceel Havenweg 30a zijn op grond van de provinciale milieuvergunning ten noorden van het bestaande gebouw opslagactiviteiten toegestaan, waarbij verharding ten behoeve van deze activiteiten is aangelegd, inclusief een olieafscheider. Deze verharding en bouwwerken zijn deels buiten het bouwvlak gelegen. In voorliggende herziening wordt het bouwvlak hierop aangepast, zodat het geheel binnen het bouwvlak komt te liggen.
Op het perceel Havenweg 30 is ten noorden van het bestaande gebouw een tweetal containers en een nishut aanwezig ten behoeve van werkzaamheden. Deze bouwwerken zijn gedeeltelijk binnen en gedeeltelijk buiten het bouwvlak gesitueerd. Het bouwvlak wordt zodanig aangepast dat de bouwwerken geheel binnen het bouwvlak komen te liggen.
Bij de diverse planherzieningen is per abuis niet bij alle tankstations/wasstraten kleinschalige detailhandel mogelijk gemaakt. Tevens is vanuit het bedrijfsleven de vraag gekomen om bij de tankstations/wasstraten een broodjeszaak te mogen voeren. De vele vrachtwagenchauffeurs die op de verschillende bedrijventerreinen komen, hebben aangegeven het prettig te vinden wanneer op de bedrijventerreinen een mogelijkheid gecreëerd zou worden om iets te kunnen eten. Het is immers voor een vrachtwagenchauffeur niet praktisch om met de vrachtwagen richting centrum te rijden. Gezien de ligging van de bedrijventerreinen ten opzichte van de verschillende centra is het verder ook geen optie om te voet richting centrum te gaan. Aangezien zelfstandige horeca op de bedrijventerreinen niet wenselijk is, is een koppeling gezocht met de tankstations en wasstraten. Op basis hiervan is artikel 7.5.1 Verboden gebruik dusdanig aangepast dat naast detailhandel tevens broodjeszaken bij verkooppunten van motorbrandstoffen/wasstraten zijn toegestaan tot een maximum bruto-verkoopvloeroppervlak van 80 m² en uitsluitend in samenhang met de verkoop van motorbrandstoffen/wasstraten. Dat er vervolgens ook andere personen dan vrachtwagenchauffeurs een broodje gaan kopen, kan uiteraard niet uitgesloten worden. Het is echter niet de bedoeling om met de regeling zelfstandige horeca te realiseren. De broodjeszaak mag uitsluitend aanwezig zijn in samenhang met de verkoop van motorbrandstoffen/wasstraten. Mocht het tankstation/wasstraat stoppen met de activiteiten dan dient de broodjeszaak ook beëindigd te worden. Bij de reparatieplannen van de overige bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen zal de betreffende bepaling ook opgenomen worden.
De bedrijvenlijst wordt aangevuld met bedrijven uit milieucategorie 5.2 overeenkomstig de bedrijvenlijst van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Loop'.
De wijzigingen die met voorliggende herziening worden aangebracht zijn technisch en niet beleidsmatig van aard. Ze passen qua aard en omvang binnen het gestelde in de toelichting van het geldende bestemmingsplan "De Loop 2012". De geldende toelichting hoeft daarom niet aangepast of aangevuld te worden.
Voorliggende herziening heeft betrekking op het bestaande bedrijventerrein De Loop. De aanpassingen op grond van deze herziening hebben, met uitzondering van het perceel Loperweg 14 (zie paragraaf 4.2.2), geen significante milieukundige consequenties waardoor voor de onderbouwing van de milieukundige haalbaarheid verwezen wordt naar de toelichting van het bestemmingsplan "De Loop 2012".
Om verdere ontwikkelingen op het gezoneerde industrieterrein De Loop mogelijk te kunnen maken is de geluidszone bij de vaststelling van het bestemmingsplan 'De Loop 2012' verruimd. Bij deze zoneverruiming is tevens gekeken naar de reeds eerder verleende hogere waarden voor de woningen die zijn gelegen in de geluidszone van het industrieterrein. Voor een aantal woningen bleek dat de in maart 2001 verleende hogere waarden niet toereikend waren voor de huidige bedrijven en toekomstige ontwikkelingen. Naast de zoneverruiming zijn voor de betreffende woningen derhalve nieuwe hogere waarden vastgesteld.
Tegen de verhoging van de hogere waarde voor de woning Loperweg 14 in Echt heeft de eigenaar beroep aangetekend. Op 7 mei 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in de uitspraak met zaaknummer 201306151/1/R1 geoordeeld dat de bij de zoneverruiming horende verhoging van de hogere grenswaarde voor de woning Loperweg 14 in Echt, onvoldoende is onderzocht en gemotiveerd. Om deze reden is het besluit tot het vaststellen van de hogere grenswaarde voor deze woning vernietigd. Tegen de zoneverruiming en de vaststelling van de hogere waarde voor de andere woningen in de geluidszone is geen beroep ingesteld. Deze besluiten zijn hiermee onherroepelijk.
Door de voornoemde uitspraak geldt voor de woning Loperweg 14 niet de bij besluit van 4 juni 2013 vastgestelde hogere waarde van 56 dB(A)-etmaalwaarde, maar de in het verleden verleende hogere waarde van 52 dB(A)-etmaalwaarde. Uit de uitspraak van de RvS volgt dat nader onderzoek nodig is voordat gesteld kan worden dat maatregelen om de geluidsbelasting terug te brengen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Een aantal specifieke onderdelen behoeve een nadere onderbouwing:
Aangezien de hogere waarde van 52 dB(A) wordt overschreden, is het noodzakelijk om een nieuwe hogere grenswaarde voor de woning Loperweg 14 vast te stellen. Het voorliggende bestemmingsplan biedt hiertoe de grondslag en de nadere onderbouwing. Zie hierover bijlage 1 Afweging hogere grenswaarde Loperweg 14 en bijlage 2 Zoneboekhouding De Loop.
Voorliggende herziening van bestemmingsplan "De Loop 2012" is opgesteld om een aantal omissies uit dit moederplan te herstellen. Er treden voor de gemeente geen wijzigingen op voor de economische uitvoering van het plan. Een exploitatieplan behoeft derhalve niet vastgesteld te worden.
Het ontwerp Bestemmingsplan De Loop 2012, 1e herziening heeft met ingang van 15 juli 2016 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. In deze periode is een ieder in de gelegenheid gesteld een zienswijze op het plan in te dienen. Er zijn vijf zienswijzen ingediend. Deze zijn samengevat en van een gemeentelijk standpunt voorzien in het als separate bijlage beschikbare rapport 'Zienswijzenrapport en ambtshalve wijzigingen bestemmingsplan 'De Loop 2012, 1e herz.'.