direct naar inhoud van 3.3 Bestemmingsregels
Plan: Woonwijken bij de vesting Willemstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.wonenwillemstad03-0401

3.3 Bestemmingsregels

In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruikgemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren. In het bestemmingsplan komen de volgende bestemmingen voor.

Bedrijf

In het plangebied komen verspreid enkele wat grotere nutsvoorzieningen voor. Deze hebben de bestemming Bedrijf.

Groen

De bestemming Groen is gegeven aan beeld- of structuurbepalend groen. Het gaat dan om gronden die in gebruik zijn als plantsoenen, bermen, speelvoorzieningen, maar ook voor voet- en fietspaden.

Maatschappelijk

Maatschappelijke functies, waaronder kerken, scholen, zorginstellingen etc., zijn voorzien van de bestemming Maatschappelijk.

Recreatie

De volkstuinen aan de oostzijde van het plangebied hebben de bestemming Recreatie. Per volkstuin is een specifieke bebouwingsregeling opgenomen.

Sport

De sportvelden en bijbehorende clubgebouwen en het zwembad hebben de bestemming Sport.

Tuin

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor de voortuinen of zijtuinen bij de woningen. Hier zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. Daarnaast is er een bouwregeling opgenomen om beperkt mogelijkheid te bieden aan erkers, luifels en balkons en andere ondergeschikte bouwdelen ten behoeve van de bij de aangrenzende bestemming Wonen behorende hoofdgebouwen.

Verkeer

Daar waar een weg een stroomfunctie heeft, zijn de gronden bestemd als Verkeer. Binnen het plangebied betreft dit de Noordlangeweg en Steenpad. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen en dergelijke.

Verkeer - Verblijfsgebied

Het openbaar gebied in het plangebied heeft een verblijfs- en verplaatsingsfunctie. Deze gronden zijn bestemd als Verkeer - Verblijfsgebied. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen, speeltoestellen en reclame-uitingen.

Water

Waterpartijen, structuurbepalende watergangen en locaties die van belang zijn voor de waterberging, zijn bestemd voor Water.

Wonen

De woningen zijn voorzien van de bestemming Wonen. Het beleid is erop gericht de kwaliteit van de woonomgeving te behouden. Naast de bestaande situatie en de bestaande mogelijkheden die voortvloeien uit de vigerende regeling, is bij het toekennen van de bestemmingen het bieden van voldoende erfbebouwingsmogelijkheden voor de bestaande woningen het uitgangspunt. De basis voor de regeling van de bestaande woonfunctie wordt gevormd door een regeling bestaande uit bouwvlakken en bestemmingsvlakken.

Bouwvlakken hoofdgebouwen

Bij de opstelling van het bestemmingsplan is voor alle woningen bepaald waar in de huidige situatie het hoofdgebouw (de woning zelf) en waar het bijgebouw (bijvoorbeeld garage) staat. Deze bestaande situatie is het uitgangspunt. Rekening houdend met karakteristieke voorgevelverspringingen en rooilijnen, zijn op de verbeelding bouwvlakken opgenomen waarmee de plaats van hoofdgebouwen juridisch is vastgelegd. Per hoofdgebouw is de bouwhoogte vastgelegd. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in:

- 1 bouwlaag   4 m;  
- 1 bouwlaag met kap   8,5 m;  
- 2 bouwlagen   7 m;  
- 2 bouwlagen met kap   11 m.  

Hoofdgebouwen die bestaan uit meer dan 3 bouwlagen zijn afgestemd op de huidige situatie. Voorts is bij de vigerende regeling aangesloten indien de toegestane bouwhoogten 1,5 m of meer afweken van de maten zoals deze in bovengelegen tabel zijn benoemd.

Bij de grootte van de bouwvlakken is een onderscheid gemaakt tussen vrijstaande woningen en twee-aaneengebouwde en rijenwoningen. De bouwvlakken bij vrijstaande woningen bedragen in principe 15 m bij 15 m. Als uitzondering hierop geldt, dat de afstand van het bouwvlak tot de perceelsgrens ten minste 3 m dient te bedragen. In sommige gevallen kan het dus voorkomen dat de afmetingen bij bouwvlakken van vrijstaande woningen afwijken van de bovengenoemde vuistregel. De diepte van bouwvlakken bij twee-aaneengebouwde en rijenwoningen bedraagt 10 m. In afwijking van deze vuistregel geldt dat het bouwvlak 12 m bedraagt, indien het desbetreffende perceel dieper is dan 25 m.

Erfbebouwing

De gronden achter en deels naast het hoofdgebouw c.q. de woning zijn te gebruiken voor uitbreiding van het hoofdgebouw of voor de bouw van bijgebouwen. De regeling bevat bepalingen met betrekking tot de oppervlakte en de hoogte van erfbebouwing. Deze regeling gaat uit van de Moerdijkse standaard.

In het bestemmingsplan worden er voldoende erfbebouwingsmogelijkheden geboden, terwijl de ruimtelijke kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast.

Aan-huis-gebonden beroepen en overige functies

Aan-huis-gebonden beroepen zijn als ondergeschikte functie bij de hoofdfunctie wonen toegestaan. Deze mogen alleen voorkomen zolang de omvang niet meer dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing bedraagt. Dit geldt tot een maximum van 50 m² per woning. Naast een aan-huis-gebonden beroep is het ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' toegestaan om de woning te gebruiken ten behoeve van het verenigingsleven. Ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' is het vervolgens toegestaan de ruimte ten behoeve van kantoorfuncties te benutten.

Mantelzorg

Om in voorkomende gevallen huisvesting te kunnen bieden ten behoeve van mantelzorg, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen. Op basis hiervan kan een 'afhankelijke woonruimte' binnen de vigerende regeling voor bijgebouwen worden ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m².

Wonen - Woonwagens

Het woonwagenterrein aan de Grintweg heeft de bestemming Wonen - Woonwagens. Op deze gronden zijn standplaatsen voor woonwagens toegestaan en bijbehorende bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Het aantal standplaatsen voor woonwagens mag niet meer bedragen dan aangegeven op de verbeelding.

Leiding - Riool

Ter bescherming van de in het plangebied aanwezige planologisch relevante leiding, de rioolwatertransportleiding, is de dubbelbestemming Leiding - Riool opgenomen. Naast deze dubbelbestemming zijn ook andere bestemmingen van kracht. Ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken. Nieuwbouw is slechts mogelijk op basis van een door het college van burgemeester en wethouders verleende ontheffing, waarbij wordt getoetst aan het belang van de leiding. Voor het uitvoeren van een aantal werkzaamheden en werken, geen gebouwen zijnde, is een aanlegvergunningplicht opgenomen. De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar voor zover het leidingbelang niet onevenredig wordt geschaad.

Waterstaat - Waterkering

De noordgrens van het plangebied wordt gevormd door een primaire waterkering. Ter bescherming van deze waterkering is de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering opgenomen. De bestemmingen waarmee deze dubbelbestemming samenvalt zijn ondergeschikt aan deze dubbelbestemming. Dit uitgangspunt is vertaald in de bouwregels en heeft tot consequentie dat voor het bouwen binnen deze dubbelbestemming een ontheffing van de bouwregels is vereist. Deze ontheffing geldt niet voor bouwplannen die betrekking hebben op vervanging en vernieuwing van bestaande bouwwerken. Zodra eenmaal ontheffing is verleend en er zou sprake zijn van vernieuwing, hoeft de ontheffing zodoende niet nogmaals te worden aangevraagd.