direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen
Plan: Woonwijken bij de vesting Willemstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.wonenwillemstad03-0401

Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen en aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover het vloeroppervlak ten behoeve van de laatstbedoelde activiteiten niet meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 50 m²;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld': het wonen in gestapelde woningen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten voor zover het vloeroppervlak ten behoeve van de laatstbedoelde activiteiten niet meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 50 m²;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven': tevens voor verenigingen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens voor kantoren;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

12.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  • b. hoofdgebouwen worden gebouwd in een bouwvlak;
  • c. het bestaande aantal woningen per bouwvlak mag niet worden uitgebreid;
  • d. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;

12.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,35 m;
  • b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • c. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • e. het gezamenlijk oppervlak van aan- en uitbouwen gelegen buiten het bouwvlak, tezamen met het oppervlak van bijgebouwen en overkappingen bij het hoofdgebouw, bedraagt ten hoogste 50% van het erf met een maximum van 90 m².

12.2.3 Garages

Ter plaatse van de aanduiding 'garages' mogen uitsluitend garages worden gebouwd, waarbij per garage geldt dat:

  • a. de oppervlakte ten hoogste 25 m2 bedraagt;
  • b. de breedte ten hoogste 3 m bedraagt;
  • c. de bouwhoogte ten hoogste 3 m bedraagt.

12.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen op minder dan 1 m afstand van openbaar gebied bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 4 m.

12.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte niet is toegestaan.

12.4 Ontheffingsbevoegdheid mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de specifieke gebruiksregel in artikel 12.3 voor het toestaan van het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:

  • a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. de ontheffing vervalt zodra de onder a bedoelde noodzaak is komen te vervallen;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • d. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m².