Plan: | Noordschans |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1709.Noordschans-BP40 |
het bestemmingsplan Noordschans met identificatienummer NL.IMRO.1709.Noordschans-BP40 van de gemeente Moerdijk.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren en waarbij de bedrijfsvoering aanbod gericht is; nader te onderscheiden in:
een agrarisch bedrijf in de omvang van minder dan een halve arbeidskracht.
het uitvoeren van agrarische activiteiten, waarbij het niet-bedrijfsmatige karakter vooropstaat. Onder agrarische activiteiten wordt in deze zin verstaan het houden van vee en het telen van gewassen op een zodanig kleinschalige wijze dat geen milieuvergunning of melding noodzakelijk is. Het betreft hier agrarische activiteiten op locaties waar voorheen bedrijfsmatige agrarische activiteiten plaatsvonden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren, opslaan of inzamelen van goederen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
gebouwen die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan zijn of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
een overdekte steiger in de vorm van een schuur, voor berging, onderhoud, reparatie en verbouwing van pleziervaartuigen met de daarbij behorende voorzieningen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.
waarden van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden of het historisch-geografisch erfgoed.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, en bankfilialen.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw, 1 meter gelegen achter de denkbeeldige lijn in het verlengde van de lijn van het bouwvlak waar de voorgevel van het hoofdgebouw aan ligt, voorzover deze gronden gelegen zijn buiten het bouwvlak van het hoofdgebouw.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
grens van het terrein waarvoor een zone industrielawaai geldt, zoals bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder.
grens van de zone, zoals bedoeld in artikel 40 en artikel 41, leden 1 en 2, van de Wet geluidhinder.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
"horeca 1":
"horeca 2":
"horeca 3":
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen discipline, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
het bedrijfsmatig – of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt – gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een voertuig, verrichten van seksuele handelingen.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden en de verkoop van artikelen die inspelen op woontrends en het buitenleven.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of ''uitstraling'' als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de van de bovenkant goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Tabel 3.1 Rechtstreeks toegestane nevenfuncties
nevenfunctie | max. bvo aan bebouwing in gebruik |
agrarisch hulp- en nevenbedrijf in de categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | 400 |
opslag en stalling van agrarische producten, goederen, werktuigen en materialen in de bestaande bebouwing | 400 |
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten | 50 |
agrarische loonbedrijven in categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | 500 |
veearts | 400 |
hoefsmederij | 400 |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | 400 |
hoveniersbedrijf | 400 |
paardenstalling/paardenpension | 400 |
kano-, roeiboot- of fietsenverhuur | 400 |
kleinschalige horecagelegenheid | 100 |
kampeerboerderij | 400 |
sociale functie (resocialisatie, therapie, zorgboerderij) | 400 |
museum/tentoonstelling | 100 |
Op deze gronden mogen worden gebouwd:
en gelden de volgende regels:
max. aantal per bedrijf/ max. aantal | max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoningen (exclusief aanbouwen) |
bestaand | 750 m³ | 5,5 m | 10 m | |
bedrijfswoning (exclusief aanbouwen) bij dijkbebouwing | bestaand | 750 m³ | 7,5 m | ||
aanbouwen aan en bijgebouwen bij bedrijfswoning | 80 m² | - aanbouwen: begane grondlaag woning - bijgebouwen: 3 m |
- aanbouwen: 1,5 maal de goothoogte van de begane grondlaag van de woning - bijgebouwen: 5 m |
||
kassen en overige permanente teeltondersteunende voorzieningen binnen een bouwvlak zonder functieaanduiding | 1.000 m² per bouwvlak | 8 m |
zoals aangeduid op de verbeelding | ||
ondersteunende voorzieningen ten behoeve van bio-energie-installaties | zoals aangeduid op de verbeelding | ||||
overige bedrijfsgebouwen | 8 m | zoals aangeduid op de verbeelding | |||
sleufsilo's mestsilo's torensilo's |
2,5 m 6 m 10 m |
||||
windschermen |
2 m | ||||
terrein- en erfafscheidingen | 2 m | ||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 4 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2 onder h t/m k teneinde ruimere afstanden toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2 onder m, teneinde binnen het bouwvlak het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen met een meer permanent karakter mogelijk te maken voor een groter oppervlak dan 1.000 m², met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2 onder m, teneinde binnen bouwvlakken zonder aanduiding het oprichten van kassen en overige permanente teeltondersteunende voorzieningen mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het toestaan van de in tabel 3.2 genoemde nevenfuncties binnen het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Tabel 3.2 Nevenfuncties toegestaan met een aanvraag om omgevingsvergunning met afwijking van de planregels
nevenfunctie | max. bvo aan bebouwing in gebruik |
veehandelsbedrijven, africhtingsbedrijven voor paarden, foeragehandel, paardenhandel | 400 |
statische opslag en stalling van niet-agrarische producten, goederen, werktuigen en materialen in categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in de bestaande bebouwing, ten behoeve van particulieren of het ter plaatse gevestigde bedrijf | 1.000 |
bio-energie-installatie | 400 |
bed & breakfast | 400 |
kleinschalig kamperen | 400 |
dierenpension/hondenfokkerij | 400 |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de categorieën nevenfuncties zoals genoemd in tabel 3.1 en 3.2, teneinde nevenfuncties toe te laten die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de in tabel 3.1 en 3.2 toelaatbare nevenfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 3.5.1.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het maximale oppervlak aan bebouwing in gebruik voor de nevenfunctie, zoals genoemd in tabel 3.1 en 3.2, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de genoemde categorieën in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voor nevenfuncties, zoals genoemd in tabel 3.1 en 3.2, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 4.2 onder h voor de realisatie van één bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bedrijfswoning 1', met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 7.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, hetgeen door de initiatiefnemer met een schriftelijk advies van een deskundige inzake cultuurhistorie, landschap en natuur wordt aangetoond.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' zijn geen (aanleg)steigers toegestaan.
Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 11.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 11.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor de directe of indirecte te verwachten gevolgen voor de cultuurhistorische waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden geschaad.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in sublid 12.2.2 sub f, teneinde bij woningen met de aanduiding 'bijgebouwen' het vergroten van het oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende voorschriften:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.4 onder a voor het toestaan van het gebruik van een vrijstaand bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Waarde - Natuur en landschap' aangewezen gronden zijn - behalve de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels van de voorkomende bestemming(en) voor de bouw van schuil- en toiletgelegenheden, observatiehutten en beheersgebouwen ten behoeve van het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden of het recreatief medegebruik, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Waarde - Natuur en landschap zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 13.3.1 opgenomen verbod is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 13.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, hetgeen door de initiatiefnemer met een schriftelijk advies van een deskundige inzake cultuurhistorie, landschap en natuur wordt aangetoond.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - medebestemd voor de waterhuishoudelijke voorzieningen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 14.2. Omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' is de bouw van nieuwe geluidsgevoelige objecten (waaronder begrepen de splitsing van panden in meerdere woningen) niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 18.2.1 voor het oprichten van bouwwerken op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'veiligheidszone - leiding', mits het afwijken niet in strijd is met de belangen van de binnen het naastgelegen bestemmingsvlak gelegen leiding, alsmede de veiligheid van personen en goeden is afgewogen en het groepsrisico is verantwoord.
Alvorens een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 18.2.2, te verlenen wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder van de buisleidingenstraat omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' kunnen de gronden - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - worden gewijzigd ten behoeve van de realisatie van een ecologische verbindingszone en/of het behoud en herstel van het watersysteem.
Ter bescherming van de toekomstige realisatie van een ecologische verbindingszone danwel het behoud en herstel van het watersysteem gelden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' voor het bouwen de volgende regels:
Voor de realisatie van de ecologische verbindingszone en/of het behoud en herstel van het watersysteem ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' gelden onderstaande regels:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken - afwijken van de regels voor overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 1 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 5% worden vergroot.
Omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 1 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 5% worden vergroot.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ‘Noordschans’.