direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen
Plan: Kloosterblokje IV
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.KloosterblokjeIV-0401

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen;
  • b. aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover het vloeroppervlak ten behoeve van de laatstbedoelde activiteiten niet meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 50 m²;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

8.2.1 Hoofdgebouwen

  • a. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 108 waarbij geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden', het aantal wooneenheden niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
  • b. hoofdgebouwen worden gebouwd in een bouwvlak;
  • c. voor vrijstaande woningen geldt dat de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens aan beide zijde van het hoofdgebouw minimaal 3 m bedraagt;
  • d. voor tweeaaneengebouwde woningen geldt dat de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens aan één zijde van het hoofdgebouw minimaal 3 m bedraagt;
  • e. voor eindwoningen geldt dat de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens aan één zijde van het hoofdgebouw minimaal 3 m bedraagt, met uitzondering van eindwoningen waarvan het perceel grenst aan een brandgang;
  • f. voor vrijstaande woningen geldt een maximale bouwdiepte van 15 m en een maximale bouwbreedte van 15 m;
  • g. voor tweeaaneengebouwde woningen geldt een maximale bouwdiepte van 12 m en een maximale bouwbreedte van 10 m;
  • h. voor aaneengebouwde woningen geldt een maximale bouwdiepte van 10 m, tenzij anders op de verbeelding is weergegeven;
  • i. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte.


8.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

  • a. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,35 m;
  • b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3,25 m;
  • d. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 6 m;
  • e. het gezamenlijk oppervlak van aan- en uitbouwen gelegen buiten het bouwvlak, tezamen met het oppervlak van bijgebouwen en overkappingen bij het hoofdgebouw, bedraagt ten hoogste 50% van het erf met een maximum van 90 m².


8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 3 m.

8.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:

  • gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.