Plan: | Buitengebied, 3e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1709.Buitengebied3eherz-0401 |
Voor een aantal percelen in het buitengebied van Moerdijk is een nieuw bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening opgesteld. Een aantal redenen ligt hieraan ten grondslag.
Voor het buitengebied van de gemeente Moerdijk is op 13 december 2004 het bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld. Bij besluit van 11 juli 2005 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant (GS) het bestemmingsplan Buitengebied gedeeltelijk goedgekeurd. Tegen het GS-besluit is beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bij besluit van 24 januari 2007 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State onderdelen van het GS-besluit vernietigd en aan onderdelen van het GS-besluit goedkeuring onthouden.
GS hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak op 29 januari 2008 een heroverwegingsbesluit genomen. Tegen dit GS-besluit tot gedeeltelijke goedkeuring van het bestemmingsplan Buitengebied is opnieuw beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak. Bij besluit van 15 april 2009 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak onderdelen van het GS-besluit vernietigd.
Op 18 december 2008 is de 1e herziening bestemmingsplan Buitengebied Moerdijk vastgesteld (Buitengebied 1e herziening). Bij besluit van 1 september 2009 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant (GS) gedeeltelijk goedkeuring verleend aan het bestemmingsplan Buitengebied 1e herziening. Gelijktijdig hebben GS ter zake van het bestemmingsplan Buitengebied een heroverwegingsbesluit genomen. Tegen het GS-besluit is door drie reclamanten en door het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak. Bij besluit van 3 augustus 2011 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak de beroepen van de drie reclamanten ongegrond verklaard en het beroep van het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk gedeeltelijk gegrond verklaard. In het verlengde hiervan zijn onderdelen van het GS-besluit vernietigd. Beide besluiten van GS en de uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak noodzaken tot herziening van de eerder vastgestelde bestemmingsplannen.
Voor enkele ondergeschikte onderdelen van het bestemmingsplan Buitengebied is onder de vigeur van de oude WRO op 16 december 2010 het bestemmingsplan Buitengebied 2e herziening vastgesteld. Het betreft een aanpassing van de voorschriften. Bij besluit van 1 juli 2011 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State het enige beroepschrift gericht tegen het vastgestelde plan niet-ontvankelijk verklaard. Het bestemmingsplan Buitengebied, 2e herziening is in werking getreden en onherroepelijk.
Voor de andere onderdelen van het bestemmingsplan Buitengebied die herzien moeten worden is dit, gezien de inhoud van de besluiten van GS en de nieuwe Wro, alleen mogelijk als er een nieuw bestemmingsplan wordt opgesteld dat voldoet aan de digitale verplichtingen van de Wro. Het betreft hier noodzakelijke aanpassingen van de plankaarten (de verbeelding) al dan niet in samenhang met een aanpassing van de voorschriften (regels).
Sinds 1 juli 2008 is de nieuwe Wro van kracht en sinds 1 januari 2010 dienen alle bestemmingsplannen volledig digitaal te worden opgesteld met toepassing van de daarvoor geldende standaarden (SVBP2008/IMRO2008). Dit betekent dat de herziening van onderdelen van de bestemmingsplannen Buitengebied vorm moeten krijgen binnen de kaders van de Wro en de digitale verplichting. Het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening geeft hieraan invulling. In het onderstaande kader wordt de nieuwe plansystematiek die voortkomt uit de SVBP2008 kort toegelicht.
Nieuwe plansystematiek
Het vigerende bestemmingsplan Buitengebied is opgesteld als een 3-lagen-plan, waarbij de perceelsbestemmingen in de 1e laag beschreven zijn, de gebiedsbestemmingen in de 2e laag (zonering) en de beschrijving in hoofdlijnen in de 3e laag is verwerkt. Deze systematiek is door de verplichting van de SVBP niet langer toegestaan. De 3e laag (beschrijving in hoofdlijnen) komt hierdoor te vervallen. De regelingen uit de 1e laag (perceelsbestemmingen) en de 2e laag (gebiedsbestemmingen) worden samengevoegd in enkelbestemmingen. In de enkelbestemmingen zijn ook de neven- en vervolgfuncties uit de vigerende artikelen 34 en 35 en het aanlegvergunningenstelsel uit artikel 36 verwerkt. De bescherming van waardevolle landschapselementen (zoals kreekrestanten en waardevolle dijken) en belangrijke te beschermen waarden (zoals archeologie, schootsvelden, waterkeringen) zijn respectievelijk met functieaanduidingen en dubbelbestemmingen opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Een beschrijving van de planregels behorende bij het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening is terug te vinden in hoofdstuk 5 van de toelichting (juridische planbeschrijving). |
Naast de herziening van locaties waaraan GS goedkeuring hebben onthouden en die thans van een nieuwe regeling worden voorzien, heeft het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening betrekking op nog twee soorten locaties:
In hoofdstuk 2 worden deze locaties verder beschreven.
Het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening sluit wat betreft de inhoud van de regeling zoveel mogelijk aan op de regelingen in de vigerende bestemmingsplannen. Het opstellen van dit bestemmingsplan heeft niet ten doel nieuw beleid vast te stellen dat op het gehele buitengebied van toepassing is. De gemeente is voornemens om in 2012 een integrale actualisering van het bestemmingsplan Buitengebied ter hand te nemen.
Het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening is wat betreft de verbeelding een verzameling van locaties. De verbeelding is 'objectgericht' getekend, dat wil zeggen dat voor alle aan de orde zijnde bestemmingen, bouwpercelen en bouwvlakken op de verbeelding zijn opgenomen. Er is geen sprake meer van 'verbale bouwsteden' waarbij de begrenzing van het bouwvlak niet concreet op de plankaart is vastgelegd.
De voor deze locaties in de bestemmingsplannen Buitengebied opgenomen relevante voorschriften zijn vertaald in regels conform de SVBP2008. Deze regels zijn ook afgestemd op de vereisten van de Wabo. Omdat het bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening een verzameling van locaties betreft, maken ontwikkelingsmogelijkheden buiten deze locaties geen deel uit van dit bestemmingsplan en van de regels van dit plan.
Ter voorbereiding van de bestemmingsplannen Buitengebied, 2e en 3e herziening en gegeven de inhoud van de besluiten van GS over het bestemmingsplan Buitengebied en Buitengebied 1e herziening, heeft de gemeente Moerdijk haar beleid inzake vrijkomende agrarische bedrijfscomplexen opnieuw tegen het licht gehouden en geactualiseerd. De uitkomsten hiervan zijn vastgelegd in het Beleidskader vrijkomende agrarische bedrijfscomplexen d.d. 16 april 2010 (verder te noemen Beleidskader VAB). Op basis van dit nieuwe beleidskader is een aantal agrarische bedrijfscomplexen beoordeeld op de vraag of en onder welke ruimtelijke en milieuhygiënische voorwaarden medewerking kan worden verleend aan het omzetten van de vigerende agrarische bestemming in een woonbestemming. De uitkomsten van deze toetsing zijn in het voorliggende bestemmingsplan bij een aantal locaties betrokken (zie paragraaf 2.1 en paragraaf 2.3). Het Beleidskader VAB vormt samen met het bestemmingsplan Buitengebied 2e herziening ook het toetsingskader voor herziening van de regeling voor een aantal voormalige agrarische bedrijfscomplexen waaraan GS in het kader van de 1e herziening goedkeuring heeft onthouden.