direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal beleid
Plan: Kern Zevenbergschen Hoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.7bergschenhoek18-0401

2.2 Provinciaal beleid

Structuurvisie ruimtelijke ordening (2010)

Op 20 juli 2010 hebben Gedeputeerde Staten de Structuurvisie vastgesteld. De provincie geeft in de Structuurvisie de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. De visie geeft een ruimtelijke vertaling van de opgaven en doelen uit de Agenda van Brabant. Daarnaast ondersteunt de Structuurvisie het beleid op andere provinciale beleidsterreinen, zoals het economisch-, mobiliteits-, sociaal-, cultureel-, milieu- en natuurbeleid.

De uitwerkingsplannen van het Streekplan 2002 zijn met de vaststelling van de Structuurvisie ingetrokken. In de Verordening Ruimte zijn het verstedelijkingsbeleid en de zoekgebieden voor verstedelijking vastgelegd. De sturing op de kwalitatieve opgave per regio is in deze structuurvisie opgenomen.

Ruimtelijke opgaven

Het verschil tussen de woningbouwopgave van steden en van dorpen wordt steeds groter. Voor heel Noord-Brabant ligt er nog steeds een aanzienlijke woningbouwopgave. Zo zal tot 2025 de Brabantse woningbouwvoorraad nog met ongeveer 150.000 woningen toenemen. Dat heeft vooral te maken met de voortgaande individualisering en de hiermee samenhangende groei van het aantal huishoudens.

Een substantieel deel van de woningbouwopgave zal in bestaand stedelijk gebied worden opgevangen. Daar liggen belangrijke herstructurerings- en inbreidingsopgaven.

Kernen in landelijke gebieden

In de kernen in het landelijk gebied met de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking wordt de lokale behoefte voor verstedelijking opgevangen (wonen, werken en voorzieningen). Het stedelijk gebied 'aan de randen' van de provincie krijgt te maken met een afnemende groei van de woningbehoefte en op termijn zelfs (een beperkte mate van) krimp. Bij het zoeken naar ruimte voor nieuwe verstedelijking is zorgvuldig ruimtegebruik een voorwaarde.

Wonen

De kernen in het landelijk gebied bouwen voor de eigen woningbehoefte volgens het principe van 'migratiesaldo-nul'. Er is ruimte beschikbaar voor specifieke verbeterprojecten van enige omvang. Het gaat om kwalitatieve verbeteringen in bestaand stedelijk gebied zoals het saneren van milieuhinderlijke bedrijvigheid in de kern en het behouden van vrijkomende cultuurhistorisch waardevolle complexen. Regionale afstemming vindt plaats in de regionale agenda's voor wonen.

Voorzieningen

In de kernen in het landelijk gebied hanteert de provincie als uitgangspunt dat er alleen voorzieningen worden gevestigd die qua aard, schaal en functie passen. Dit zijn voorzieningen met een lokaal verzorgingsgebied.

Verordening Ruimte Noord-Brabant (2010)

In de Verordening Ruimte zijn regels opgesteld waarmee de gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen.

De onderwerpen die in de verordening staan, komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. De verordening is daarbij een van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen. Provinciale Staten hebben op 23 april 2010 de Verordening ruimte, fase 1, vastgesteld. De Verordening ruimte, fase 1, is op 1 juni 2010 in werking getreden. GS hebben op 1 juni 2010 de ontwerpVerordening ruimte, fase 2, vastgesteld. Dit ontwerp doorloopt de inspraakprocedure. De inspraaktermijn is inmiddels gesloten. GS gaan de ingediende reacties beoordelen en beantwoorden.

Het plangebied is aangewezen als bestaand stedelijk gebied (zie onderstaande figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.1709.7bergschenhoek18-0401_0003.png"

Uitsnede kaart Verordening ruimte Noord-Brabant fase 1

In artikel 2.1.3 van de verordening staat slechts één regel opgenomen voor het bestaand stedelijk gebied. Deze regel geeft aan dat bestemmingsplannen die voorzien in een stedelijke ontwikkeling uitsluitend moeten liggen binnen een bestaand stedelijk gebied.

De randen van het plangebied zijn aangewezen als 'zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling'. In artikel 2.1.4 van de verordening zijn de regels opgenomen met betrekking tot deze zoekgebieden. In deze zoekgebieden is stedelijke ontwikkeling mogelijk, mits de toelichting van een bestemmingsplan daaromtrent een verantwoording bevat die voldoet aan de eisen van de provincie.