direct naar inhoud van Artikel 25 Water
Plan: BP Zuidelijke kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.ZuidelijkekernenBP-VA01

Artikel 25 Water

25.1 Bestemmingsomschrijving
25.1.1 Algemeen

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en/of instandhouding van waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals watergangen, waterbergingen met de bijbehorende bermen en taluds;
  • b. watersportvoorzieningen;
  • c. behoud en ontwikkeling van ecologische waarden in relatie tot de waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. bruggen.
25.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 48.2.

25.2 Bouwregels
25.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd.

25.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend verkeerstekens worden gebouwd.

25.2.3 Overige regels
  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 3,00 meter.
25.3 Afwijken van de bouwregels
25.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van bouwwerken, geen gebouw zijnde

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 25.2.2, ten behoeve van het bouwen van aanlegsteigers, kademuren en oeverbeschoeiingen, met dien verstande dat:

  • a. kademuren en oeverbeschoeiingen noodzakelijk zijn vanuit het oogpunt van waterbeheer;
  • b. deze vanuit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar zijn.
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:

  • a. het dempen van oppervlaktewater;
  • b. het vergraven van oevers;
  • c. het verleggen van watergangen.
25.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 25.4.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning/ontheffing mogen worden uitgevoerd.
25.4.3 Toetsingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 25.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 25.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.

25.4.4 Advies

Alvorens de vergunning te verlenen, wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.