direct naar inhoud van Artikel 24 Sport
Plan: Vollenhove en Blokzijl
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.VollenBlokBP-VA01

Artikel 24 Sport

24.1 Bestemmingsomschrijving
24.1.1 Algemeen

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van sportactiviteiten;
  • b. evenementen, waarbij voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 24.5.2;
  • c. al dan niet overdekte zwembaden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zwembad';
  • d. een dierenartspraktijk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - dierenpraktijk';

met daaraan ondergeschikt:

    • 1. horeca tot en met categorie 2;
    • 2. wegen en paden;
    • 3. groenvoorzieningen;
    • 4. parkeervoorzieningen;
    • 5. nutsvoorzieningen;
    • 6. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
24.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 69.1.

24.2 Bouwregels
24.2.1 Algemeen

Op de voor 'Sport' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 24.1 genoemde bestemming, zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de in artikel 24.1 genoemde bestemming, zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak';

met inachtneming van de volgende regels (artikel 24.2.2 tot en met 24.2.3).

24.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. het bouwvlak mag tot maximaal 100% worden bebouwd;
  • b. de voorgevels worden geplaatst in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • c. gebouwen worden met een kap van maximaal 60° afgedekt;
  • d. de goothoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3,50 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' de aangeduide maximale goothoogte geldt;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 7,50 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de aangeduide maximale bouwhoogte geldt;
  • f. voor de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt het bepaalde in artikel 24.2.3.
24.2.3 Overige regels

Voor het overige gelden de volgende regels:

  • a. buiten het bouwvlak mag maximaal 25,00 m2 aan gebouwen en overkappingen worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen bedraagt maximaal 3,00 meter;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 6,00 meter, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen met een open constructie, waarvan de bouwhoogte maximaal 3,50 meter bedraagt;
    • 2. lichtmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 10,00 meter bedraagt of maximaal de bestaande bouwhoogte indien deze hoger is;
    • 3. ballenvangers, waarvan de bouwhoogte maximaal 10,00 meter bedraagt;
    • 4. glijbanen, waarvan de bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw bedraagt.
24.3 Nadere eisen
24.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 68.1, nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de hoogte van de bebouwing;
  • b. het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan;
  • c. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
24.3.2 Toepassingscriteria

De in artikel 24.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de landschappelijke inpassing;
  • c. een goede parkeerbalans;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • h. instandhouding van omliggende waarden.
24.4 Afwijken van de bouwregels
24.4.1 Afwijken van de bouwregels ten aanzien van het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 24.2.3 ten aanzien van het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering, welke niet vergunningsvrij zijn, met dien verstande dat:

  • a. deze passen binnen het stedenbouwkundige en landschappelijk beeld ter plaatse;
  • b. belangen van derden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
  • c. de totale bouwhoogte van de antenne-installatie inclusief bebouwing niet meer dan 40,00 meter bedraagt.
24.5 Specifieke gebruiksregels
24.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens, anders dan bedoeld in artikel 24.1;
  • b. detailhandel;
  • c. horeca, anders dan bedoeld in artikel 24.1, onder c sub 1;
  • d. gebouwen voor (recreatieve) bewoning;
  • e. buitenopslag, behalve als dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte tijdelijke gebruik en anders dan bedoeld in artikel 24.1.
24.5.2 Evenementen

Evenementen zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. Het evenement is toegestaan overeenkomstig de bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).
  • b. Het evenement duurt maximaal 15 dagen aaneengesloten, inclusief het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement.
  • c. Een locatie wordt niet meer dan 3 maal per jaar voor een evenement gebruikt.
  • d. Er vindt geen horeca ter plaatse plaats, anders dan inherent aan het toegestane evenement.
  • e. Er vindt geen detailhandel ter plaatse plaats, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement, met uitzondering van vlooien- en/of rommelmarkten.
  • f. Er vindt geen recreatief nachtverblijf ter plaatse plaats.
  • g. In de parkeerbehoefte wordt in voldoende mate voorzien.
  • h. Het evenement leidt niet tot onevenredige aantasting van bestaande natuurlijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden.
  • i. Er vindt geen onevenredige aantasting plaats van:
    • 1. de verkeersveiligheid;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. het woon- en leefklimaat;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende grond.
24.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
24.6.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Sport' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:

  • a. het aanbrengen van halfverhardingen ten behoeve van evenementen.
24.6.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 24.6.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning/ontheffing mogen worden uitgevoerd.
24.6.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 24.6.1 kan alleen worden verleend indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 24.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.