direct naar inhoud van Artikel 36 Waarde - Cultuurhistorie Kuinre
Plan: BP Noordelijke kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.NoordelijkkernenBP-VA02

Artikel 36 Waarde - Cultuurhistorie Kuinre

36.1 Bestemmingsomschrijving
36.1.1 Algemeen

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie Kuinre' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en oudheidkundig waardevolle elementen (monumenten en karakteristieke bebouwing), patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld) en gebieden, met ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' de monumenten, zoals vastgelegd bij lijst in Bijlage 4 'overzicht monumenten', en ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de karakteristieke panden.

36.1.2 Waarden

De waarden komen als volgt tot uitdrukking:

  • a. De woningen staan direct aan de straat en hebben geen voortuinen.
  • b. Langs het lint is de oorspronkelijke bebouwing kleinschalig.
  • c. Tussen de bebouwing bestaan doorzichten naar het buitengebied.
  • d. Kleine verspringingen in de voorgevelrooilijn.
  • e. In ieder geval is de hoofdbebouwing op de weg georiĆ«nteerd.
  • f. De bebouwing is vrijwel aaneengesloten en opgebouwd uit 1 bouwlaag met kap en een topgevel gericht op de weg.
  • g. De nokrichtingen van hoofd- en bijgebouwen staan haaks op de weg.
  • h. De gevelindeling is over het algemeen verticaal met relatief kleine raam- en deuropeningen.
  • i. Bij nieuwbouw, vervanging, verbouwing en uitbreiding van gebouwen worden de hiervoor beschreven bebouwingskarakteristieken gerespecteerd.
36.1.3 Bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 51.2.

36.2 Bouwregels
36.2.1 Algemeen

Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie Kuinre' aangewezen gronden mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' en ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' slechts worden gebouwd indien en voor zover zulks nodig is voor het behoud en/of herstel van de bestaande bebouwing, met dien verstande, dat:

  • a. bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming;
  • b. geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in het stedenbouwkundige beeld, bepaald door situering hoofd- en bijgebouwen, kapvorm, nokrichting, hoogtematen, gevel- en raamindeling.
36.2.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 36.2.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. bouwwerken, welke op het tijdstip van het inwerkingtreden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning/ontheffing mogen worden uitgevoerd.
36.3 Afwijken van de bouwregels
36.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van bouwen van gebouwen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 36.2.1 ten behoeve van het bouwen van gebouwen overeenkomstig de onderliggende bestemming(en), met dien verstande dat:

  • a. dit verenigbaar is met behoud, herstel en/of versterking van de cultuurhistorische waarden en kwaliteiten van de bestaande bebouwing;
  • b. dit conform advies van de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie, niet leidt tot een wezenlijke verandering van de aanwezige cultuurhistorische waarden en kwaliteiten.
36.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
36.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Cultuurhistorie Kuinre' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:

  • a. veranderingen aan te brengen in de aanwezige stedenbouwkundige/landschappelijke structuur;
  • b. geheel of gedeeltelijk het planten of rooien van bomen, bosschages, houtwallen en singels;
  • c. geheel of gedeeltelijk dempen/graven van watergangen;
  • d. aanbrengen van verhardingen.
36.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 36.4.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning/ontheffing mogen worden uitgevoerd.
36.4.3 Toepassingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 36.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien conform advies van de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie, de in artikel 36.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.

36.4.4 Voorschriften omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan aan de in artikel 36.5.1 genoemde vergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het gebied.

36.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
36.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Cultuurhistorie Kuinre' aangewezen gronden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige karakteristieke bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen.

36.5.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 36.5.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. sloopwerkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning/ontheffing mogen worden uitgevoerd.
36.5.3 Toepassingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 36.5.1 zijn slechts toelaatbaar mits:

  • a. de karakteristieke hoofdvorm dan wel de cultuurhistorische waarde niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijziging aan het pand kan worden hersteld;
  • b. de karakteristieke hoofdvorm dan wel de cultuurhistorische waarde in redelijkheid niet is te handhaven;
  • c. het delen van panden of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek dan wel cultuurhistorisch waardevol vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm dan wel de cultuurhistorische waarde plaatsvindt;
  • d. een positief advies wordt verkregen van de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.