Plan: | Giethoorn |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1708.Giethoorn-VA01 |
het bestemmingsplan 'Giethoorn' met identificatienummer NL.IMRO.1708.Giethoorn-VA01 van de gemeente Steenwijkerland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid dat op kleine schaal in een woning of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse, niet zijnde detailhandel, behoudens de ondergeschikte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.
een dienstverlenend beroep dat op kleine schaal in een woning of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse, niet zijnde detailhandel, behoudens de ondergeschikte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.
gevel van een gebouw die is gelegen aan de van de weg of het water afgekeerde zijde en die in ruimtelijk opzicht de achterkant van het gebouw vormt.
het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waaronder tevens wordt verstaan een productiegerichte paardenhouderij, niet zijnde een agrarische nevenactiviteit.
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, ten behoeve van een agrarisch bedrijf. Hieronder wordt mede verstaan een rietteeltbedrijf.
een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven.
een agrarische activiteit waarvan de productie afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond.
het telen van gewassen en/of het houden van dieren niet gericht op het voortbrengen van producten ten behoeve van een agrarisch bedrijf.
het ontplooien van activiteiten bij een agrarisch bedrijf, die niet rechtstreeks de uitoefening van de agrarische bedrijfsvoering betreffen.
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, ver-/bewerken, herstellen of installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt, ondergeschikt aan de woonfunctie. Wanneer deze activiteit in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen plaatsvindt, dient de omvang van de activiteit zodanig te zijn dat de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.
een recreatief nachtverblijf in een (deel van een) gebouw of bijgebouw waarbij een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct van het voetgangersniveau, gewaarborgd is
boven dan wel beneden of naast elkaar gesitueerde recreatieve nachtverblijven in één gebouw of deel van een gebouw waarbij per recreatief nachtverblijf een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.
de provinciaal, gemeentelijk of regionaal archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie.
terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd archeologisch monument.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden.
de aan een bouwwerk toegekende waarde in verband met de vormgeving, het materiaalgebruik en/of detaillering.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw welk is bestemd en/of wordt gebruikt om het publiek gelegenheid te geven om spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen.
voor het bepalen van de bebouwde kom als genoemd in artikel 30 en artikel 31 wordt aangesloten bij de bebouwde kom volgens de Wegenwet.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een in de verbeelding of regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
het aanbieden van recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt binnen bestaande woongebouwen gericht op kortdurend verblijf, niet zijnde de uitoefening van een hotel, pension of ander bedrijf. Hieronder wordt niet verstaan het overnachten, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijk of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten. Aan huis verbonden beroepen en bedrijven niet daaronder begrepen.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon deelnemen aan het economisch verkeer al dan niet met winstoogmerk, en activiteiten die hiermee naar aard, omvang en regelmaat zijn gelijk te stellen.
het vloeroppervlak van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor één huishouden waarvan de huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw en/of terrein.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde met betrekking tot de bouwkundige vormgeving en ruimtelijke en functionele aspecten.
het gedeelte van een gebouw dat gelijk is aan het natuurlijk oppervlak van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging. Is er sprake van hoogteverschillen in het terrein, dan geldt: de hoogte van het hoogst gelegen aansluitende maaiveld of de gemiddelde hoogte.
de op legale wijze gerealiseerde of realiseerbare bebouwing of het op legale wijze gerealiseerde of realiseerbare gebruik ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Bedrijf dat was toegestaan krachtens de (voormalige) beheersverordening Giethoorn en feitelijk aanwezig was ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
appartement in een daarvoor ingericht bedrijfsgebouw op een agrarisch bedrijf, ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
een gebouw ten behoeve van het aanleggen en afmeren van boten.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, dakopbouw of setback.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een vaste (of beweegbare) verbinding voor het verkeer tussen twee punten die door water gescheiden zijn.
het opslaan, of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van de bedrijfspercelen, daaronder mede begrepen de uitstalling ten verkoop, verhuur en dergelijke.
een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.
een aan de hoofdfunctie ondergeschikt horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van dranken en etenswaren.
het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot het aan huis verbonden beroep, gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteit zodanig is dat als deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.
een atelier, een expositieruimte, een reativiteitscentrum, een museum en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat in de loop van de geschiedenis is ontstaan door het gebruik dat de mens van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt.
waarden die ontstaan zijn door het gebruik van de gronden door de mens in de loop van de geschiedenis.
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats zonder overnachtingsmogelijkheden.
een uitwendige scheidingsconstructie als bovenafsluiting van een bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop, te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen, het verhuren en/of leveren, van goederen aan diegenen die, die goederen kopen respectievelijk huren, voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een relatief groot oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair, meubelen, bouwmarkten en detailhandel in landbouwwerktuigen.
bedrijf of instelling voor het bedrijfsmatig verrichten van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder in ieder geval zijn begrepen een kapperszaak, schoonheidsinstituut, fotostudio, uitzendbureau, stomerij, wasserette, apotheek, reisbureau en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf, een horecabedrijf, een centrum voor fysiotherapie, een fitnesscentrum, een seksinrichting en een coffeeshop.
een omheining of erfafscheiding bestaande uit één of meerdere evenwijdig aan elkaar lopende of haaks op elkaar staande draden.
bouwlaag op de begane grond.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
afscheiding welke op een grens tussen twee erven of tussen een erf en openbaar gebied is geplaatst.
een ondergeschikte uitbouw op de begane grond van de woning, die strekt ter vergroting van het woongenot. Een erker is gelegen aan de verblijfsruimte en zorgt voor een verbijzondering van de voor- of zijgevel zonder de architectuur wezenlijk aan te tasten. Een erker heeft een diepte van maximaal 1,00 meter en is aan drie zijden geheel of gedeeltelijk voorzien van glas.
een activiteit in de openlucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de bouwgrens die (nagenoeg) gelijk loopt aan de as van de weg of het water waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw is (zijn) geplaatst en die is gelegen aan de weg of het water grenzende perceelsgrens, ofwel de gevellijn als aangeduid op de verbeelding. Zie ook 1.158 voorgevel:
boerderijtype met smal voorhuis en breder, driebeukig achterhuis.
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief nachtverblijf, waarbij wordt overnacht in gemeenschappelijke slaapzalen en/of kamers.
een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering, al dan niet met beweiding, hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, zoals een melkrundveehouderijbedrijf, een akkerbouwbedrijf, een productiegerichte paardenhouderij, een biologisch veehouderijbedrijf, waarbij dieren worden gehouden overeenkomstig de regels die krachtens artikel 2 van de Landbouwkwaliteitswet zijn gesteld ten aanzien van de biologische productiemethoden, en naar zijn aard daarmee gelijk te stellen agrarische bedrijven.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies.
een horecabedrijf dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt.
een inrichting die is gericht op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen of kunnen worden genuttigd. Daaronder worden begrepen: cafetaria / snackbar, fastfood en broodjeszaak, lunchroom, ijssalon / ijswinkel, koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant.
een inrichting die is gericht op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te worden genuttigd, alsmede de gelegenheid biedt tot dansen. Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar.
een inrichting die is gericht op het verstrekken van recreatief nachtverblijf met de daarbij behorende voorzieningen. Daaronder wordt begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers.
een inrichting die is gericht op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met live muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen: discotheek / dancing, nacht-café en een zalencentrum (met nachtvergunning).
afmeergelegenheid en ligplaats ten behoeve van pleziervaartuigen, daaronder tevens begrepen recreatief nachtverblijf.
kapvorm waarbij de hoger gelegen nok van het bedrijfsgedeelte (achterhuis) van een (voormalige) boerderij op een vloeiende wijze is verbonden met de lager gelegen nok van het woongedeelte (voorhuis).
terrein of plaats waarop gelegenheid wordt gegeven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard.
te handhaven gebouw of bouwwerk, dat vanwege zijn architectonische vormgeving, schaal en cultuurhistorische waarde als kenmerkend voor een gebied kan worden beschouwd.
beeldbepalende en/of waardevolle beplanting welke kenmerkend is voor en past bij de omgeving.
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, groenten, bloemen of planten.
terrein of plaats met maximaal 15 kampeerplaatsen, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, gedurende de periode van 15 maart tot 1 november van elk kalenderjaar.
de in Bijlage 1 (Bedrijvenlijst ontleend aan de brochure Bedrijven en Milieuzonering VNG) genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
de aan een gebied toegekende waarden die gebaseerd zijn op de karakteristieken van dat gebied, welke tot uitdrukking komen in ieder geval de gebiedseigen beplanting, de ontginningsstructuur en de gebiedseigen bebouwingskarakteristieken.
bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging.
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge een maatvoeringssymbool in het betreffende vlak bepaalde afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en/of aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn toegelaten.
een niet-agrarisch bedrijf dat derden de mogelijkheid biedt om op het manegeterrein of in de omgeving ervan te rijden en/of te trainen (dressuur) met paarden.
zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie.
een silo, geen sleufsilo zijn, voor de opslag van de mest.
de beïnvloeding van de fysieke omgeving door het veroorzaken van lawaai, stank, hinder en/of door de uitworp van schadelijk (afval-)stoffen daarin.
een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlage 1. bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
alle bouwwerken conform artikel 6 Monumentenwet 1988, alsmede gemeentelijke monumenten.
zorg voor onderhoud van het natuurlandschap.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een perceel.
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
de langs een vaarweg aanwezige natuurlijke oever of aangebrachte oevervoorziening met inbegrip van de daarvoor noodzakelijke verankering.
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een gedeelte van een gebouw, dat is gelegen binnen de buitenwerkse gevelvlakken en wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven het peil is gelegen.
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie, maar indien dat in de bestemmingsomschrijving niet expliciet is aangegeven aan die functie niet ten dienste hoeft te staan c.q. daar functioneel mee verbonden hoeft te zijn.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief verblijf.
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
een gebouw of bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation.
het bewaren van goederen, materialen en stoffen, al dan niet in combinatie met de productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
waarde voor vogels.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde met een dak, dat niet of slechts aan één zijde is voorzien van een (bestaande) wand.
een onoverdekte, als zodanig herkenbare ruimte, al dan niet omsloten, bedoeld voor het trainen, rijden en berijden van paarden en pony's.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
een al dan niet overdekte c.q. ondergrondse stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer:
het gedurende een aaneengesloten periode plaatsen van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen.
detailhandel in producten die qua aard en/of omvang van het aangeboden product niet past binnen binnenstedelijke winkelgebieden, waaronder in elk geval worden verstaan: woninginrichting mits niet groter dan 1.000 m², keukens en badkamers, inclusief tegels en sanitair, bouwmarkten, auto's, motoren, boten, caravans, tenten, tuincentra (inclusief dierenverzorgingsartikelen), autoaccessoires, in directe relatie met inbouw, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen, brand- en explosiegevaarlijke stoffen en diversen, zoals zonwering, vijvers, zwembaden, tuinhuisjes.
bewoning door een persoon, gezin of andere groep van personen van een gebouw, dan wel een gedeelte daarvan als hoofdverblijf.
een boot, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
een paardenhouderij welke is gericht op het fokken van paarden die bedoeld en geschikt zijn voor een specifieke taak, waaronder in ieder geval wordt begrepen hengstenstations, paardenmelkerijen, opfokbedrijven voor paarden en pony's, ook merriehouderijen of stoeterijen genaamd.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning c.q. vrijetijdsbesteding.
het medegebruik van gronden voor recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, ruitersport en kanovaren, sportvisserijen, alsmede route-ondersteunende voorzieningen, zoals picknick-, uitzicht-, rust- en informatieplaatsen, voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten.
verblijf door recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
een stacaravan, chalet, trekkershut of ander recreatief verblijf met maximaal 1 bouwlaag op een terrein, die naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken en uitsluitend is bestemd voor recreatief nachtverblijf.
de bewoning door derden, die niet zijnde de eigenaar van de woning, voor verblijfsrecreatieve doeleinden.
een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief gebruik en waarvan de gebruikers elders hun woonverblijf hebben.
een vaartuig dat bedrijfsmatig wordt gebruikt voor het vervoer van personen of beschikbaar wordt gesteld aan een of meer personen ten behoeve van varende dagrecreatie.
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waar in bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een bouwwerk dat dient voor het opslaan van mest, veevoeder, graan of andere bulkstoffen ten behoeve van het agrarische bedrijf.
bouwwerk bestaande uit een (betonnen) keerwand en dichte vloerafdekking dat dient voor het opslaan van mest, veevoeder, graan of andere bulkstoffen ten behoeve van het agrarisch bedrijf.
de lijst van bedrijven bevattende basisinformatie voor milieuzonering, zoals die lijst is opgenomen in de bijlage 1. behorende bij deze regels.
opslag van goederen die naar hun aard weinig verplaatsing behoeven, zoals caravans, campers, boten en (klassieke) auto's.
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte.
de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, parkeermeters, stadsplattegronden, oplaadpunten voor elektrische auto's zitbanken, bloem- en plantenbakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstobjecten, draagconstructies voor reclame alsmede telefooncellen, abri's en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken.
een plek van een horecagelegenheid waar men buiten kan zitten.
een gebouw of een gedeelte daarvan waar overdag bedrijfsmatig niet alcoholhoudende dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt.
een bedrijf gericht op het transport van goederen.
het bedrijfsmatig uitoefenen van detailhandelsactiviteiten ten behoeve van de verkoop van bloemen, planten, heesters en bomen alsmede de voor de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen, parken, plantsoenen en bosschages benodigde hulpmiddelen en gereedschappen.
alle soorten van varende en drijvende voorwerpen welke gebezigd kunnen worden e/of ingericht zijn voor vervoer te water van personen en /of goederen waaronder mede vaartuigen dienende tot beoefening van de watersport of in gebruik ten behoeve van de sportvisserij, evenals vaartuigen dienende tot uitvoering van werkzaamheden onder in of boven water zoals baggermolens, zandbakken,vlotten en drijvende inrichtingen, elevators, dokken, sleepboten, duwboten en daarmee gelijk te stellen vaartuigen alsmede woonschepen.
de weergave van de inhoud van een bestemmingsplan conform het gestelde in de Regeling Standaarden Ruimtelijke Ordening 2008. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge wijze als de digitale wijze verstaan.
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats waarbij recreatief nachtverblijf centraal staat.
een bouwlaag die is gelegen boven de eerste bouwlaag, welke is gelegen ter plaatse van de begane grond.
de veiligheid voor het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers.
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel, niet zijnde de netto-vloeroppervlakte.
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en bijgebouwen op de begane grond.
een silo, geen sleufsilo zijnde, voor de opslag van voer.
een perceel grond dat hetzij als siertuin, hetzij voor de teelt van voedingsgewassen of bloemen en heesters in gebruik is bij een particulier en geen deel uitmaakt van het bouwperceel waarop de woning van de gebruiker staat al dan niet deel uitmakend van een complex.
de gronden die behoren bij een hoofdgebouw en gelegen zijn voor de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw.
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg of het water dan wel die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt. In voorkomende gevallen is de voorgevel op de verbeelding aangegeven middels de aanduiding 'gevellijn'.
de denkbeeldige lijn, die direct langs de voorgevel van een gebouw en in het verlengde daarvan, over de gehele breedte van het bouwperceel, getrokken kan worden;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerplaatsen.
activiteiten gericht op het lichamelijk welzijn van de mens in de breedste zin van het woord.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
het bouwkundig en functioneel splitsen van een bestaande woning in twee of meer zelfstandige woningen.
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst, waaronder niet begrepen een caravan.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, zoals banken, verzekeringswezen, exploitatie van handel in onroerende zaken, adviesbureaus en verhuurbedrijven, met uitsluiting van detailhandel.
ruimte(n) in een gebouw die hoofdzakelijk is (zijn) afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht geen deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de verbeelding bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de lengte van een bouwwerk, gemeten loodrecht vanaf de voorgevel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1,00 m.
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de diepte van een bouwwerk, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 3.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 3.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen géén bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 3.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.4.1, ten behoeve van een minicamping, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.4 ten behoeve van het gebruik van gronden als paardenbak, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 3.6.1 is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.6.1 kan alleen worden verleend indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 3.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
In de volgende gevallen vraagt het bevoegd gezag advies aan het ter plaatse bevoegde waterschapsgezag, alvorens de in artikel 3.6.1 genoemde vergunning te verlenen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' de aanduiding 'parkeerterrein' op te nemen (met dien verstande dat dit parkeerterrein uitsluitend halfverhard mag zijn), met dien verstande dat een evenredige belangenafweging dient plaats te vinden waarbij betrokken wordt:
Indien deze waarden, functies en/of belangen onevenredig worden geschaad, mag aan de wijzigingsbevoegdheid geen toepassing worden gegeven.
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met artikel 38 en de bouwregels van artikel 4.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 4.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (4.2.2 tot en met 4.2.6)
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 100%.
Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het overige gelden de volgende regels: Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 4.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.3 ten behoeve van het vergroten van de inhoud van een bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.3, 4.2.4 en 4.2.5 ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - daghoreca' is een complementair daghorecabedrijf toegestaan met een maximale oppervlakte van 100 m2 (inclusief terras).
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Een aan huis verbonden beroep, als opgenomen in het overzicht aan huis verbonden beroepen (Bijlage 2 bij deze regels), is onder de volgende voorwaarden toegestaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.2, ten behoeve van de volgende ondergeschikte nevenactiviteiten naast de agrarische bedrijfsfunctie:
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.5.2, ten behoeve van mantelzorg in de bedrijfswoning of in bestaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.5.2, ten behoeve van een minicamping, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' ten behoeve van bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten die behoren tot milieucategorie 1 en 2, zoals die zijn opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten (Bijlage 1 bij deze regels), en/of daarmee qua milieueffecten gelijk te stellen bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten, of statische opslag mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Recreatie' ten behoeve van hoogwaardige recreatieve voorzieningen, zoals wellness- en relaxvoorzieningen, dagrecreatieve activiteiten voor groepen of routeondersteunende voorzieningen, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Recreatie' en/of 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' ten behoeve van overige recreatieve activiteiten op het gebied van logiesverstrekking en dagrecreatie, zoals bed en breakfast, groepsaccommodaties, complementaire daghoreca, toonzalen, expositieruimten, ateliers, praktijkruimten en educatie, al dan niet in combinatie met elkaar, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Maatschappelijk' ten behoeve van zorggerelateerde activiteiten, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1', 'Wonen - 2', 'Tuin' en/of 'Tuin - 1' ten behoeve van wonen, indien;
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 5.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 5.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, anders dan bedoeld in artikel 5.1.1.
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - botenloods' gelden de volgende regels:
Op de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De onder artikel 5.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.4.1, ten behoeve van een minicamping, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.4.1 ten behoeve van het gebruik van gronden als paardenbak, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.4.1 ten behoeve van het gebruik als parkeerterrein voor motorvoertuigen van (toeristische dag-)bezoekers met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 5.6.1 is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.6.1 kan alleen worden verleend indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 5.1.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
In de volgende gevallen vraagt het bevoegd gezag advies aan het ter plaatse bevoegde waterschapsgezag, alvorens de in artikel 5.5.1 genoemde vergunning te verlenen:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Water', ten behoeve van het aanleggen van watergangen, waaronder regenwaterbuffers, en het herinrichten van bestaande watergangen, met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 6.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 6.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (6.2.3 tot en met 6.2.7)
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraag maximaal 80 % met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het aangeduide maximum bebouwingspercentage geldt.
Voor het bouwen van de gebouwen als bedoeld in artikel 6.2.1, sub a gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 6.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.3 ten behoeve van het gedeeltelijk bouwen buiten het bouwvlak en/of het vergroten van de inhoud van de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.3, 6.2.4, 6.2.5 en 6.2.6 ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - daghoreca' is een complementair daghorecabedrijf toegestaan met een maximale oppervlakte van 100 m2 (inclusief terras).
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Een aan huis verbonden beroep, als opgenomen in het overzicht aan huis verbonden beroepen (Bijlage 2 bij deze regels), is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 6.5.2, ten behoeve van het gebruik voor detailhandel in ter plaatse vervaardigde of bewerkte goederen als nevenactiviteit naast de bedrijfsfunctie, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 6.5.2, ten behoeve van mantelzorg in de bedrijfswoning of in bestaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemming 'Centrum' met de nadere aanduiding 'horeca tot en met categorie 2', met dien verstande dat een evenredige belangenafweging dient plaats te vinden waarbij betrokken wordt:
De voor 'Bedrijf - Botenloods' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 7.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Bedrijf - Botenloods' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (7.2.2 tot en met 7.2.4).
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 100%.
Voor het bouwen van de gebouwen als bedoeld in artikel 7.2.1, sub a gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 7.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 8.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 8.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (8.2.2 tot en met 8.2.4).
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraag maximaal 100%.
Voor het bouwen van de gebouwen als bedoeld in artikel 8.2.1, sub a gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Bedrijf - Rietlandbeheer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 9.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 9.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Bedrijf - Rietlandbeheer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (9.2.2 tot en met 9.2.7).
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraag maximaal 80%.
Voor het bouwen van de gebouwen als bedoeld in artikel 9.2.1, sub a gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1, nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 9.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 9.2.4 ten behoeve van het gedeeltelijk bouwen buiten het bouwvlak en/of het vergroten van de inhoud van de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 9.2.3, 9.2.4, 9.2.5 en 9.2.6 ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Een aan huis verbonden beroep, als opgenomen in het overzicht aan huis verbonden beroepen (Bijlage 2 bij deze regels), is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 9.5, ten behoeve van de volgende ondergeschikte nevenactiviteiten naast de agrarische bedrijfsfunctie:
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 9.5, ten behoeve van mantelzorg in de bedrijfswoning of in bestaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1' en/of 'Tuin' ten behoeve van wonen, mits:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en met dien verstande dat de volgende milieuzonering in acht wordt genomen:
Ter plaatse van de aanduiding: | zijn de volgende categorieën bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten en/of daarmee qua milieueffecten gelijk te stellen bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten, toegestaan: |
'bedrijf tot en met categorie 2' | milieucategorie 1 tot en met 2 |
'bedrijf tot en met categorie 3.1' | milieucategorie 1 tot en met 3.1 |
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Op de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (10.2.2 tot en met 10.2.6).
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraagt 100%.
Voor het bouwen van de gebouwen als bedoeld in artikel 10.2.1, sub a gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 10.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 10.2.4 ten behoeve van het vergroten van de inhoud van een bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.6 ten aanzien van het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering, welke niet vergunningsvrij zijn, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.2 sub f voor een gebouw met een grotere oppervlakte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 10.2.3, 10.2.4 en 10.2.5 voor het verminderen van de dakhelling tot 0° met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Een aan huis verbonden beroep, als opgenomen in het overzicht aan huis verbonden beroepen (Bijlage 2 bij deze regels), is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 10.5.1, ten behoeve van het gebruik voor detailhandel in ter plaatse vervaardigde of bewerkte goederen als nevenactiviteit naast de bedrijfsfunctie, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 10.5, ten behoeve van mantelzorg in de bedrijfswoning of in bestaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 11.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 11.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd, ander dan bedoeld in 11.1.1
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op of in de voor 'Bos' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 11.4.1 is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 11.4.1 kan alleen worden verleend indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in artikel 11.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
In de volgende gevallen vraagt het bevoegd gezag advies aan het ter plaatse bevoegde waterschapsgezag, alvorens de in artikel 11.4.1 genoemde vergunning te verlenen:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.4.1, sub e. wordt slechts verleend onder de voorwaarde dat ter compensatie van gekapte bomen herplanting met gebiedseigen beplanting als opgenomen in het overzicht gebiedseigen beplanting (Bijlage 5 bij deze regels) plaatsvindt, tenzij hier op grond van een schriftelijk advies van de Monumentencommissie van kan worden afgezien.
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Op de voor 'Centrum' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (12.2.3 tot en met 12.2.5).
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraag maximaal 100 %.
Voor het bouwen van de gebouwen als bedoeld in artikel 12.2.1, sub. a gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 12.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 12.2.3 en 12.2.4, ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 12.2 sub d. ten behoeve van een hogere goothoogte met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 12.2.3, sub b voor het bouwen van meer woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal woonheden' dan het volgens deze aanduiding aangegeven maximum aantal, met dien verstande dat:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 12.5, ten behoeve van het toestaan van detailhandel in andere bouwlagen dan de begane grond, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 12.5, ten behoeve van de vestiging van een horecabedrijf, elders dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 12.5, ten behoeve van mantelzorg in de woning of in bestaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 13.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (13.2.2 tot en met13.2.6 ).
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraag maximaal 100%.
Voor het bouwen van de gebouwen als bedoeld in artikel 13.2.1, sub a. gelden de volgende regels:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:
Oppervlakte bestaand bouwperceel |
Oppervlakte bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
Bouwperceel tot 350 m² | 50 m² |
Bouwperceel van 350 m² - 700 m² | 70 m² |
Bouwperceel van 700 m² - 1.000 m² | 80 m² |
Bouwperceel vanaf 1.000 m² | 100 m² |
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – botenhuis' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 13.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 13.2.1, sub a ten behoeve van het gedeeltelijk bouwen buiten het bouwvlak al dan niet in combinatie met het vergroten van de inhoud van de woning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 13.2.3 en 13.2.4, ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – daghoreca' is een complementair daghorecabedrijf toegestaan uitsluitend in de vorm van de productie en verkoop van consumptie-ijs met een maximale oppervlakte van 100 m2 (inclusief terras);
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Een aan huis verbonden beroep, als opgenomen in het overzicht aan huis verbonden beroepen (Bijlage 2 bij deze regels), is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 13.5, ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf als opgenomen in het overzicht aan huis gebonden bedrijven (Bijlage 2 bij deze regels), met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 13.5, ten behoeve van mantelzorg in de woning of in bestaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 13.5, ten behoeve van complementaire daghoreca, bij een woning of een detailhandelsfunctie met dien verstande dat:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 14.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (14.2.2 tot en met 14.2.5).
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'botenhuis' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen ten dienste van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld in artikel 14.2.1 sub c gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 14.2.3, ten behoeve van het bouwen van gebouwen ten dienste van nutsvoorzieningen met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 14.1 ten behoeve van het verbreden van aan de bestemming grenzende wegen of voor de aanleg van fietspaden, onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 14.1 ten behoeve van het realiseren van parkeerplaatsen, onder de voorwaarden dat:
Indien en voor zover de gronden zijn aangeduid als 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' geldt bovendien dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1', 'Wonen - 2', 'Tuin' en/of 'Tuin - 1', ten behoeve van de vergroting van een aan de bestemming 'Groen' grenzende tuin, met dien verstande dat:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 15.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 15.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Horeca' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (15.2.2 tot en met 15.2.7).
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraag maximaal 100 %, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het aangeduide maximum bebouwingspercentage geldt.
Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld artikel 15.2.1, sub a. gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – botenhuis' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 15.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 15.2.4 ten behoeve van het gedeeltelijk bouwen buiten het bouwvlak en/of het vergroten van de inhoud van de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 15.2.3, 15.2.4 en 15.2.5, ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 15.5, ten behoeve van mantelzorg in de bedrijfswoning of in bestaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 15.5, ten behoeve van de vestiging van een horecabedrijf, elders dan ter plaatse van de aanduidingen 'horeca tot en met categorie 4'en 'horeca tot en met categorie 5' mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming “Horeca” bij beëindiging van het horecabedrijf te wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1', 'Wonen - 2', 'Tuin' en/of 'Tuin - 1' ten behoeve van wonen, mits:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen in de vorm of ten behoeve van:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 16.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (16.2.2 tot en met 16.2.5).
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraag maximaal 100 %, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het aangeduide maximum bebouwingspercentage geldt.
Voor het bouwen van de gebouwen als bedoeld in artikel 16.2.1, sub a gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 16.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 16.2.1 en 16.2.3, ten behoeve van het bouwen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 16.2.3 en 16.2.4ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 36 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 17.2 gelden de krachtens artikel 36 tot en met 32 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 6.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd maar zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde toegestaan met inachtneming van de volgende regels (17.2.2).
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.1, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken noodzakelijk met het oog op natuurbeheer, zoals een wildhut, materiaalberging, observatiepost, voederberging of voederruif, en bouwwerken, geen gebouw zijnde ter ondersteuning van het recreatief medegebruik, mits de te beschermen natuurlijke waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op of in de voor 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 17.5.1 is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 17.5.1 kan alleen worden verleend indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 17.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
In de volgende gevallen vraagt het bevoegd gezag advies aan het ter plaatse bevoegde waterschapsgezag, alvorens de in artikel 17.5.1 genoemde vergunning te verlenen:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 18.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (18.2.2 tot en met 18.2.6).
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraag maximaal 100 %.
Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld artikel 18.2.1, sub a. gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 18.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 18.2.1, sub a ten behoeve van het gedeeltelijk bouwen buiten het bouwvlak van de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 18.2.3, 18.2.4 en 18.2.5, ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 20.5, ten behoeve van horeca van categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘horeca van categorie 2’,met dien verstande dat:
De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 19.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (19.2.2 tot en met 19.2.6).
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraag maximaal 100 %.
Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld artikel 19.2.1, sub a. gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 19.2.3 ten behoeve van het gedeeltelijk bouwen buiten het bouwvlak en/of het vergroten van de inhoud van de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 19.2.3, 19.2.4 en 19.2.5, ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 20.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 20.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (20.2.2 tot en met 20.2.6).
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraag maximaal 100 %.
Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld artikel 20.2.1, sub a. gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 20.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 20.2.1, sub b ten behoeve van het gedeeltelijk bouwen buiten het bouwvlak van de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 20.2.3, 20.2.4 en 20.2.5 ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Een aan huis verbonden beroep, als opgenomen in het overzicht aan huis verbonden beroepen (Bijlage 2 bij deze regels), is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van het bepaalde in artikel 20.5.1 sub c is het gebruik van een bedrijfswoning als woning toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - wonen', met dien verstande dat op het moment dat dit gebruik eindigt, weer uitsluitend het gebruik als bedrijfswoning is toegestaan.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 20.5, ten behoeve van mantelzorg in de bedrijfswoning of in bestaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 21.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Sport' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (21.2.2 tot en met 21.2.4).
Het bouwvlak mag tot maximaal 100% worden bebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het aangeduide maximum bebouwingspercentage geldt.
Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld artikel 21.2.1, sub a. gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 21.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 21.2.3 ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Evenementen zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 22.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Tuin' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 22.2.1 onder b., ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 45.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 23.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 23.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor en/of als:
Het is verboden op of in de voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 23.4.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 23.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 23.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
In de volgende gevallen vraagt het bevoegd gezag advies aan het ter plaatse bevoegde waterschapsgezag, alvorens de in artikel 23.4.1 genoemde vergunning te verlenen:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 24.1 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 24.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van de onder artikel 24.2.1, sub a. bedoelde gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 24.2.2 ten behoeve van het bouwen van gebouwen ten dienste van nutsvoorzieningen met een grotere bouwhoogte, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1', 'Wonen - 2', 'Tuin' en/of 'Tuin - 1' ten behoeve van de vergroting van een aan de bestemming 'Verkeer' grenzende tuin, met dien verstande dat:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 25.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 25.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels.
Voor de bouw van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 25.2.3, ten behoeve van het bouwen van aanlegsteigers, kademuren en oeverbeschoeiingen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 25.2.1 ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 25.2.1 ten behoeve van het oprichten van botenhuizen bij een woning, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 25.4.1 is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 25.4.1 kan alleen worden verleend indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 25.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.4.1, sub a. en b. te verlenen, wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 33 tot en met 38 en de bouwregels van artikel 25.2 gelden de krachtens artikel 33 tot en met 38 gestelde bouwregels.
Voor zover ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – cultuurhistorie Beulakerweg' een strijdigheid bestaat tussen de bouwregels van artikel 32 en de bouwregels van artikel 26.2 gelden krachtens 32 gestelde bouwregels.
Op de voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (26.2.2.tot en met 26.2.9).
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraag maximaal 100 %.
Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld in artikel 26.2.1 sub a. gelden de volgende regels:
Voor de bouw van de in artikel 26.2.1, sub b bedoelde woonwagens gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Oppervlak bestaand bouwperceel | Toegestane oppervlakte bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen" |
Bouwperceel tot 350 m2 | 50 m2 |
Bouwperceel van 350 m2 - 700 m2 | 70 m2 |
Bouwperceel van 700 m2 - 1.000 m2 | 80 m2 |
Bouwperceel vanaf 1.000 m2 | 100 m2 |
Voor het bouwen van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van in artikel 26.2.1. sub c. bedoelde appartementen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Voor zover de oppervlakte aan bestaande bijgebouwen de maximale oppervlakte zoals vermeld in artikel 26.2.5 onder a. overschrijdt, mag indien het meerdere wordt gesloopt, 75% van de gesloopte oppervlakte van een gebouw worden teruggebouwd, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 26.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 26.2.1 ten behoeve van het gedeeltelijk bouwen buiten het bouwvlak en/of het vergroten van de inhoud van de woning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 26.2.2, 26.2.5 en 26.2.6, ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - rondvaart- en botenverhuur' en 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - atelier' en omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 26.2.5 ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte aan bijgebouwen, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Een aan huis verbonden beroep, als opgenomen in het overzicht aan huis verbonden beroepen (Bijlage 2 bij deze regels), is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van het bepaalde in artikel 26.5.1, onder g mag het huidige gebruik van gronden en de daarop aanwezige gebouwen voor maximaal twee recreatie appartementen ter plaatse van de aanduiding “specifiek vorm van recreatie – appartementen II” worden voortgezet met dien verstande dat indien dit gebruik eindigt weer uitsluitend het gebruik als wonen als bedoeld in artikel 26.1.1 en de daarbij horende bouwwerken in de vorm van bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde als bedoeld in artikel 26.2.1 is toegestaan.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 26.5, ten behoeve van het gebruik voor detailhandel als ondergeschikte activiteit, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 26.5, ten behoeve van complementaire daghoreca, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 26.5 , ten behoeve van een bed en breakfast, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 26.5, ten behoeve van mantelzorg in de woning of in bestaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 26.5, ten behoeve van splitsing van bestaande woningen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 26.5, ten behoeve van het samenvoegen van woningen, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Op de voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (27.2.2 tot en met 27.2.7)
De oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 100 % met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het aangeduide maximum bebouwingspercentage geldt.
Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld in artikel 27.2.1 sub a. en d. gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Oppervlakte bestaande bouwperceel | Toegestane oppervlakte bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen" |
Bouwperceel tot 350 m2 | 50 m2 |
Bouwperceel van 350 m2 - 700 m2 | 70 m2 |
Bouwperceel van 700 m2 - 1.000 m2 | 80 m2 |
Bouwperceel vanaf 1.000 m2 | 100 m2 |
Voor het bouwen van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Voor zover de bestaande oppervlakte aan legale bijgebouwen de maximale oppervlakte zoals vermeld in artikel 27.2.4 onder a. overschrijdt, mag indien het meerdere wordt gesloopt, 75% van de gesloopte oppervlakte van een gebouw worden teruggebouwd, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1 nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 27.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 27.2.2 ten behoeve van het gedeeltelijk bouwen buiten het bouwvlak en/of het vergroten van de inhoud van de woning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 27.2.3, 27.2.4 en 27.2.5, ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Een aan huis verbonden beroep, als opgenomen in het overzicht aan huis verbonden beroepen (Bijlage 2 bij deze regels), is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 27.5, ten behoeve van het gebruik voor detailhandel als ondergeschikte activiteit, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 27.5, ten behoeve van complementaire daghoreca, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 27.5 , ten behoeve van een bed en breakfast, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 27.5, ten behoeve van mantelzorg in de woning of in bestaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 27.5, ten behoeve van splitsing van bestaande woningen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 27.5, ten behoeve van het samenvoegen van woningen, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - Garage' aangewezen gronden zijn bestemd voor garageboxen ten behoeve van het stallen van motorvoertuigen en fietsen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Op de voor 'Wonen - Garage' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (28.2.2)
Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolleiding en de daarbij behorende voorzieningen, met de hartlijn van de leiding ter plaatse van de figuur 'hartlijn leiding - riool'.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd.
Op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 29.2.1, ten behoeve van het bouwen van gebouwen of andere bouwwerken, geen gebouw zijnde op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 29.4.1 is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 29.4.1 kan alleen worden verleend indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het bouwen en/of vergroten van gebouwen en/of bouwwerken, waarbij de bestaande bebouwing wordt vergroot met een oppervlakte van meer dan 100 m² en/of de bestaande fundering niet wordt benut, dient door de aanvrager een aanvullend en/of definitief archeologisch rapport te worden overgelegd waarin naar het oordeel van het bevoegd gezag:
Indien uit het in artikel 30.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 30.3.1 is niet van toepassing, indien:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 30.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien mede op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.3.1 die betrekking heeft op gronden, die zijn aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 1' dient een rapport te overleggen waarin naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
Indien uit het in artikel 30.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Indien uit het in artikel 31.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
voorzover de ingreep:
Het bepaalde in artikel 31.3.1 is niet van toepassing, indien:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 31.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien mede op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 31.3 die betrekking heeft op gronden, die zijn aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 2' dient een rapport te overleggen waarin naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
Indien uit het in artikel 31.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie Beulakerweg' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel en ontwikkeling van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en oudheidkundig waardevolle elementen (monumenten en karakteristieke bebouwing), patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld) en gebieden, met de monumenten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' en zoals vastgelegd in Bijlage 3 'overzicht monumenten', en ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de karakteristieke panden.
De waarden komen als volgt tot uitdrukking:
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie Beulakerweg' aangewezen gronden gelden, alleen wanneer er bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming, in aanvulling daarop de volgende regels van artikel 32.2.2. Indien de onderliggende bestemming niet voorziet in de mogelijkheid van het bouwen van gebouwen zijn onderstaande bouwregels niet van toepassing.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Inhoud bestaande (bedrijfs)woning | Maximaal toegestane inhoud (bedrijfs)woning |
woning tot 400 m3 | Maximaal 400 m3 |
Woning van 400 m3 - 600 m3 | Maximaal 600 m3 |
Woning van meer dan 600 m3 | De bestaande inhoud |
Voor zover krachtens de onderliggende bestemming een omgevingsvergunning kan worden verleend voor het afwijken van de bouwregels
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Cultuurhistorie Beulakerweg' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 32.4.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 32.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 32.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens een omgevingsvergunning voor de werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 32.4.1, sub a. tot en met e. te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie en voor wat betreft de werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 32.4.1, sub c. tevens bij het bevoegde waterschapsgezag.
Het bevoegd gezag kan aan de in artikel 32.4.1 genoemde omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het gebied met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Middenbuurt Noordzijde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en versterking van de met de historische ontwikkeling samenhangende structuren en ruimtelijke kwaliteiten van het beschermd dorpsgezicht, als nader beschreven in 33.1.2 met ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' de monumenten, zoals nader beschreven in Bijlage 3 (overzicht monumenten) en ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de karakteristieke panden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen in de diverse bestemmingen als bedoeld in Artikel 3 tot en met 31 zijn de desbetreffende regels voor zover niet strijdig met dit artikel van toepassing.
De waarden van het beschermde dorpsgezicht komen als volgt tot uitdrukking:
Bebouwing, erf- en tuininrichting | |
Rooilijn en oriëntatie | - Verspringingen in de voorgevelrooilijn van de hoofdbebouwing op de kavels ten opzichte van elkaar - Voorgevels van de hoofdbebouwing zijn georienteerd op de Kerkweg de kavels liggen haaks ten opzichte van het Kerkweg |
Bebouwingstypologie | - Gieterse /Hallenhuis boerderijen, met voor- en achterhuis: boerderijtype met smal voorhuis en breder, driebeukig achterhuis. De overgang tussen het voor- het achterhuis wordt gekenmerkt door een vloeiende overgang, de zogenaamde kamelenrug. - Vrijstaande bebouwing gelegen op kavels die soms worden gescheiden door opvaarten. |
Bouwhoogte en nokrichting voorhuis | - Eén bouwlaag met kap - Duidelijk lager dan het achterhuis - Voor de kapvormen en de nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) |
Bouwhoogte en nokrichting achterhuis | - Eén bouwlaag met hoge kap - Duidelijk hoger dan voorhuis - Voor de kapvormen en de nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) |
Aan- en uitbouwen | - Zijn duidelijk architectonisch ondergeschikt ten opzichte van het hoofdgebouw - Zijn bescheiden van omvang |
Bijgebouwen | - Zijn informeel gesitueerd, maar t.o.v. hoofdgebouw zo gesitueerd dat hoofdgebouw en bijgebouw een geheel vormen - Staan achter op de erven, in ieder geval achter het voorhuis hebben een kap - De nokrichting is evenwijdig aan die van het hoofdgebouw, tenzij er een andere nokrichting is aangegeven in Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) - Kleurstelling, zowel van gevels als dak, is donker (zwart, bruin, bruinrood) met bijv. antracietkleurige keramische pannen of riet - Kenmerkend voor Giethoorn zijn verder de karakteristieke donker houten kapschuren, die (half) over de sloot zijn gebouwd - Karakteristieke bakstenen bakhuisjes met pannendaken |
Botenhuizen | - Hebben een lessenaars dak - Wanden in donkerbruin of zwart hout, dakbedekking donker van kleur |
Dakkapellen | - Maximaal één, gesitueerd op het voordakvlak van het voorhuis - Bescheiden van omvang en uitstraling |
Materiaalgebruik voorhuis | - Baksteen; topgevels eventueel in hout - Keramische pannen of rieten daken met nokvorsten of rietrollen - Geen daklijsten bij rieten kap, bij pannendak wel, uitgevoerd in hout - Kozijnen hout, draaiende of schuivende delen en details van hout |
Materiaalgebruik achterhuis | - Gepotdekseld hout of bakstenen gevels - Rieten kap met antracietkleurige nokvorsten of rietrol - Geen daklijsten - Kozijnen: hout. Draaiende of schuivende delen in dezelfde kleurstelling als de rest van het kozijn |
Erf- en tuininrichting | - Voor- en zijtuinen hebben weinig tot geen (half)verharding. De (half)verharding is uitgevoerd in gedekte kleuren - Voortuinen zijn omgeven door een lage haag in gebiedseigen beplanting (zie tabellen in Bijlage 5) - Zijtuinen die rechtstreeks grenzen aan water hebben geen erfafscheiding, het gazon loopt door tot de rand van het water/de oeverbeschoeiing. Langs de oevers van de Dorpsgracht mogen geen steigers, vlonders, trappen etc. worden aangebracht. De natuurlijke groene uitstraling moet behouden blijven - Gebiedseigen beplantingen (zie tabellen in Bijlage 5) - Oeverbeschoeiingen dienen van donker hout te zijn |
Op de voor 'Waarde - Middenbuurt Noordzijde' aangewezen gronden gelden, alleen wanneer er bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming, in aanvulling op en/of in afwijking van de bouwregels van die onderliggende bestemming de volgende regels van artikel 33.2.2 tot en met artikel 33.2.5. Indien de onderliggende bestemming niet voorziet in de mogelijkheid van het bouwen van gebouwen en/of bijgebouwen zijn onderstaande bouwregels voor deze bouwwerken niet van toepassing.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Inhoud bestaande (bedrijfs)woning | Maximaal toegestane inhoud (bedrijfs)woning |
woning tot 400 m3 | Maximaal 400 m3 |
Woning van 400 m3 - 600 m3 | Maximaal 600 m3 |
Woning van meer dan 600 m3 | De bestaande inhoud |
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1, ten behoeve van de instandhouding van de cultuurhistorische waarden zoals beschreven in artikel 33.1, nadere eisen stellen ten aanzien van:
De nadere eisen mogen worden gesteld voor zover deze noodzakelijk zijn ter waarborging van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden dan wel het garanderen van een onbelemmerde doorvaart. Alvorens overgaan tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 33.3.1 sub a. t/m e. wordt de Monumentencommissie gehoord.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 33.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken overeenkomstig de onderliggende bestemming(en), waaronder begrepen de in die bestemming(en) ter plaatse van de aanduiding beschermd dorpsgezicht buiten toepassing verklaarde bouwregels en afwijkingsmogelijkheden voor de bouw van bouwwerken, met dien verstande dat :
Voor de het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 33.4.1 gelden de volgende afwijkingsvoorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 33.2.2 onder a, ten behoeve van het samenvoegen van woningen als bedoeld in en onder dezelfde voorwaarden als in artikel 26.6.7.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Middenbuurt Noordzijde' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 33.5.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 33.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 33.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens een omgevingsvergunning voor de werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 33.5.1, sub a. tot en met e. te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie en voor wat betreft de werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 33.5.1, sub c. tevens bij het bevoegde waterschapsgezag.
Het bevoegd gezag kan aan de in artikel 33.5.1 genoemde omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het gebied met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Middenbuurt Noordzijde' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het bepaalde in artikel 33.6.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 33.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 33.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind. Hiervan is uitsluitend sprake indien:
Alvorens een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 33.6.1 te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.
De voor 'Waarde - Middenbuurt Zuidzijde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en versterking van de met de historische ontwikkeling samenhangende structuren en ruimtelijke kwaliteiten van het beschermd dorpsgezicht, als nader beschreven in 34.1.2 met ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' de monumenten, zoals nader beschreven in Bijlage 3 (overzicht monumenten) en ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de karakteristieke panden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen in de diverse bestemmingen als bedoeld in artikel 3 tot en met 31 zijn de desbetreffende regels voor zover niet strijdig met dit artikel van toepassing.
De waarden van het beschermde dorpsgezicht komen als volgt tot uitdrukking:
Bebouwing, erf- en tuininrichting | |
Rooilijn en oriëntatie | - Verspringingen in de voorgevelrooilijn van de hoofdbebouwing op de kavels ten opzichte van elkaar Voorgevels van de hoofdbebouwing zijn georienteerd op de Kerkweg de kavels liggen haaks ten opzichte van het Kerkweg |
Bebouwingstypologie | - Gieterse /Hallenhuis boerderijen, met voor- en achterhuis: boerderijtype met smal voorhuis en breder, driebeukig achterhuis. De overgang tussen het voor- het achterhuis wordt gekenmerkt door een vloeiende overgang, de zogenaamde kamelenrug. - Vrijstaande bebouwing gelegen op kavels die soms worden gescheiden door opvaarten. |
Bouwhoogte en nokrichting voorhuis | - Eén bouwlaag met kap - Duidelijk lager dan het achterhuis - Voor de kapvormen en de nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) |
Bouwhoogte en nokrichting achterhuis | - Eén bouwlaag met hoge kap - Duidelijk hoger dan voorhuis - Voor de kapvormen en de nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) |
Aan- en uitbouwen | - Zijn duidelijk architectonisch ondergeschikt ten opzichte van het hoofdgebouw - Zijn bescheiden van omvang |
Bijgebouwen | - Zijn informeel gesitueerd, maar t.o.v. hoofdgebouw zo gesitueerd dat hoofdgebouw en bijgebouw een geheel vormen - Staan achter op de erven, in ieder geval achter het voorhuis - Hebben een kap - De nokrichting is evenwijdig aan die van het hoofdgebouw, tenzij er een andere nokrichting is aangegeven in Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) - Kleurstelling, zowel van gevels als dak, is donker (zwart, bruin, bruinrood) met bijv. antracietkleurige keramische pannen of riet Kenmerkend voor Giethoorn zijn verder de - karakteristieke donker houten kapschuren, die (half) over de sloot zijn gebouwd - karakteristieke bakstenen bakhuisjes met pannendaken |
Botenhuizen | - Hebben een lessennaars dak - Wanden in donkerbruin of zwart hout, dakbedekking donker van kleur |
Dakkapellen | - Maximaal één, gesitueerd op het voordakvlak van het voorhuis - Bescheiden van omvang en uitstraling |
Materiaalgebruik voorhuis | - Baksteen; topgevels eventueel in hout - Keramische pannen of rieten daken met nokvorsten of rietrollen - Geen daklijsten bij rieten kap, bij pannendak wel, uitgevoerd in hout - Kozijnen hout, draaiende of schuivende delen en details van hout |
Materiaalgebruik achterhuis | - Gepotdekseld hout of bakstenen gevels - Rieten kap met antracietkleurige nokvorsten of rietrol - Geen daklijsten - Kozijnen: hout. Draaiende of schuivende delen in dezelfde kleurstelling als de rest van het kozijn |
Erf- en tuininrichting | - Voor- en zijtuinen hebben weinig tot geen (half)verharding. De (half)verharding is uitgevoerd in gedekte kleuren - Voortuinen zijn omgeven door een lage haag in gebiedseigen beplanting (zie tabellen in Bijlage 5) - Zijtuinen die rechtstreeks grenzen aan water hebben geen erfafscheiding, het gazon loopt door tot de rand van het water/de oeverbeschoeiing. Langs de oevers van de Dorpsgracht mogen geen steigers, vlonders, trappen etc. worden aangebracht. De natuurlijke groene uitstraling moet behouden blijven - Gebiedseigen beplantingen (zie tabellen in Bijlage 5) - Oeverbeschoeiingen dienen van donker hout te zijn |
Openbare Ruimte | - De Kerkweg heeft een groene inrichting met afwisselend bomenrijen, hagen en grasbermen |
Op de voor 'Waarde - Middenbuurt Zuidzijde' aangewezen gronden gelden, alleen wanneer er bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming, in aanvulling op en/of in afwijking van de bouwregels van die onderliggende bestemming de volgende regels van artikel 34.2.2 tot en met artikel 34.2.5. Indien de onderliggende bestemming niet voorziet in de mogelijkheid van het bouwen van gebouwen en/of bijgebouwen zijn onderstaande bouwregels voor deze bouwwerken niet van toepassing.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Inhoud bestaande (bedrijfs)woning | Maximaal toegestane inhoud (bedrijfs)woning |
woning tot 400 m3 | Maximaal 400 m3 |
Woning van 400 m3 - 600 m3 | Maximaal 600 m3 |
Woning van meer dan 600 m3 | De bestaande inhoud |
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1, ten behoeve van de instandhouding van de cultuurhistorische waarden zoals beschreven in artikel 34.1, nadere eisen stellen ten aanzien van:
De nadere eisen mogen worden gesteld voor zover deze noodzakelijk zijn ter waarborging van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden en het behoud van voldoende doorvaartmogelijkheden. Alvorens overgaan tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 34.3.1 sub a. tot en met f. wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 34.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken overeenkomstig de onderliggende bestemming(en), waaronder begrepen de in die bestemming(en) ter plaatse van de aanduiding beschermd dorpsgezicht buiten toepassing verklaarde bouwregels en afwijkingsmogelijkheden voor de bouw van bouwwerken, met dien verstande dat :
Voor de het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.4.1 gelden de volgende afwijkingsvoorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 34.2.2 onder a, ten behoeve van het samenvoegen van woningen als bedoeld in en onder dezelfde voorwaarden als in artikel 26.6.7.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Middenbuurt Zuidzijde' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 34.5.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 34.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 34.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens een omgevingsvergunning voor de werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 34.5.1, sub a. tot en met e. te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie en voor wat betreft de werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 34.5.1, sub c. tevens bij het bevoegde waterschapsgezag.
Het bevoegd gezag kan aan de in artikel 34.5.1genoemde omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het gebied met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Middenbuurt Zuidzijde' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het bepaalde in artikel 34.6.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 34.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 34.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind. Hiervan is uitsluitend sprake indien:
Alvorens een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 34.6.1 te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.
De voor 'Waarde - Noordeinde Molenweg' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en versterking van de met de historische ontwikkeling samenhangende structuren en ruimtelijke kwaliteiten van het beschermd dorpsgezicht, als nader beschreven in 35.1.2 met ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' de monumenten, zoals nader beschreven in Bijlage 3 (overzicht monumenten) en ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de karakteristieke panden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen in de diverse bestemmingen als bedoeld in Artikel 3 en 31 zijn de desbetreffende regels voor zover niet strijdig met dit artikel van toepassing.
De waarden van het beschermd dorpsgezicht als volgt tot uitdrukking:
Bebouwing, erf- en tuininrichting | |
Rooilijn en oriëntatie | - Verspringingen in de voorgevelrooilijn van de hoofdbebouwing op de kavels ten opzichte van elkaar - De hoofdbebouwing staat enigszins schuin ten opzichte van de Molenweg - Voorgevels van de hoofdbebouwing zijn georienteerd op de Molenweg |
Bebouwingstypologie | - Gieterse /Hallenhuis boerderijen, met voor- en achterhuis: boerderijtype met smal voorhuis en breder, driebeukig achterhuis. De overgang tussen het voor- het achterhuis wordt gekenmerkt door een vloeiende overgang, de zogenaamde kamelenrug. - Vrijstaande bebouwing gelegen op kavels die soms worden gescheiden door opvaarten. |
Bouwhoogte en nokrichting voorhuis | - Eén bouwlaag met kap - Duidelijk lager dan het achterhuis - Voor de kapvormen en de nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) |
Bouwhoogte en nokrichting achterhuis | - Eén bouwlaag met hoge kap - Duidelijk hoger dan voorhuis - Voor de kapvormen en de nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) |
Aan- en uitbouwen | - Zijn duidelijk architectonisch ondergeschikt ten opzichte van het hoofdgebouw - Zijn bescheiden van omvang |
Bijgebouwen | - Zijn informeel gesitueerd, maar t.o.v. hoofdgebouw zo gesitueerd dat hoofdgebouw en bijgebouw een geheel vormen - Staan achter op de erven, in ieder geval achter het voorhuis - Hebben een kap - De nokrichting is evenwijdig aan die van het hoofdgebouw, tenzij er een andere nokrichting is aangegeven in Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) - Kleurstelling, zowel van gevels als dak, is donker (zwart, bruin, bruinrood) met bijv. antracietkleurige keramische pannen of riet - Kenmerkend voor Giethoorn zijn verder de karakteristieke donker houten kapschuren, die (half) over de sloot zijn gebouwd karakteristieke bakstenen bakhuisjes met pannendaken |
Botenhuizen | - Hebben een lessenaars dak - Wanden in donkerbruin of zwart hout, dakbedekking donker van kleur |
Dakkapellen | - Maximaal één, gesitueerd op het voordakvlak van het voorhuis - Bescheiden van omvang en uitstraling |
Materiaalgebruik voorhuis | - Baksteen; topgevels eventueel in hout - Keramische pannen of rieten daken met nokvorsten of rietrollen - Geen daklijsten bij rieten kap, bij pannendak wel, uitgevoerd in hout - Kozijnen hout, draaiende of schuivende delen en details van hout |
Materiaalgebruik achterhuis | - Gepotdekseld hout of bakstenen gevels - Rieten kap met antracietkleurige nokvorsten of rietrol - Geen daklijsten - Kozijnen: hout. Draaiende of schuivende delen in dezelfde kleurstelling als de rest van het kozijn |
Erf- en tuininrichting | - Voor- en zijtuinen hebben weinig tot geen (half)verharding. De (half)verharding is uitgevoerd in gedekte kleuren - Voortuinen die grenzen aan de Molenweg, worden van deze weg gescheiden door een lage haag (max 1 meter hoog), bestaande uit streekeigen beplanting - Voor- en zijtuinen die rechtstreeks grenzen aan water hebben geen erfafscheiding, het gazon loopt door tot de rand van het water/de oeverbeschoeiing. Langs de oevers van de Dorpsgracht mogen geen steigers, vlonders, trappen etc. worden aangebracht. De natuurlijke groene uitstraling moet behouden blijven gebiedseigen beplantingen (zie tabellen in Bijlage 5) - Oeverbeschoeiingen dienen van donker hout te zijn |
Openbare Ruimte | - De oevers hebben een natuurlijke groene uitstraling en zijn voorzien van begeleidende gebiedseigen beplanting (zie tabellen in Bijlage
5) - In of aan de oevers van de Dorpsgracht mogen geen steigers, trappen en vlonders etc. worden aangebracht - Oeverbeschoeiingen zijn van donker hout de Gieterse bruggen zijn qua breedte afgestemd op het voetgangersverkeer en hebben een loopvlak van maximaal 1 meter breed. De hoogte van de bruggen is afgestemd op de hooivaart. De bruggen zijn uitgevoerd in hout en donker(bruin) van kleur. De leuningen op de brug zijn ook van hout en hebben een lichte kleurstelling - De vonders die de opvaarten overbruggen hebben een donker houten loopvlak en houten leuningen in een lichte kleurstelling en zijn uitneembaar. |
Op de voor 'Waarde - Noordeinde Molenweg' aangewezen gronden gelden, alleen wanneer er bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming, in aanvulling op en/of in afwijking van de bouwregels van die onderliggende bestemming de volgende regels van artikel 35.2.2 tot en met artikel 35.2.5. Indien de onderliggende bestemming niet voorziet in de mogelijkheid van het bouwen van gebouwen en/of bijgebouwen zijn onderstaande bouwregels voor deze bouwwerken niet van toepassing.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Inhoud bestaande (bedrijfs)woning | Maximaal toegestane inhoud (bedrijfs)woning |
woning tot 400 m3 | Maximaal 400 m3 |
Woning van 400 m3 - 600 m3 | Maximaal 600 m3 |
Woning van meer dan 600 m3 | De bestaande inhoud |
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1, ten behoeve van de instandhouding van de cultuurhistorische waarden zoals beschreven in artikel 35.1, nadere eisen stellen ten aanzien van:
De nadere eisen mogen worden gesteld voor zover deze noodzakelijk zijn ter waarborging van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden en het behoud van voldoende doorvaartmogelijkheden. Alvorens overgaan tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 35.3.1 sub a. tot en met f. wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 35.2, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken overeenkomstig de onderliggende bestemming(en), waaronder begrepen de in die bestemming(en) ter plaatse van de aanduiding beschermd dorpsgezicht buiten toepassing verklaarde bouwregels en afwijkingsmogelijkheden voor de bouw van bouwwerken, met dien verstande dat :
Voor de het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 35.4.1 gelden de volgende afwijkingsvoorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 35.2.2 onder a, ten behoeve van het samenvoegen van woningen als bedoeld in en onder dezelfde voorwaarden als in artikel 26.6.7.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Noordeinde Molenweg' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten:
Het bepaalde in artikel 35.5.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 35.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 35.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens een omgevingsvergunning voor de werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 35.5.1, sub a. tot en met e. te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie en voor wat betreft de werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 35.5.1, sub c. tevens bij het bevoegde waterschapsgezag.
Het bevoegd gezag kan aan de in artikel 35.5.1 genoemde omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het gebied met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Noordeinde Molenweg' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het bepaalde in artikel 35.6.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 35.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 35.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind. Hiervan is uitsluitend sprake indien:
Alvorens een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 35.6.1 te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.
De voor 'Waarde - Noordeinde Noorderpad' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en versterking van de met de historische ontwikkeling samenhangende structuren en ruimtelijke kwaliteiten van het beschermd dorpsgezicht, als nader beschreven in 36.1.2, met ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' de monumenten, zoals nader beschreven in Bijlage 3 (overzicht monumenten) en ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de karakteristieke panden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen in de diverse bestemmingen zijn de desbetreffende regels voor zover niet strijdig met dit artikel van toepassing.
De waarden van het beschermd dorpsgezicht als volgt tot uitdrukking:
Bebouwing, erf- en tuininrichting | |
Rooilijn en oriëntatie | - Grote verspringingen in de voorgevelrooilijn van de hoofdbebouwing op de kavels te opzichte van elkaar. - Langs de Dorpsgracht zijn de voorgevels georiënteerd op de Dorpsgracht. - Aan de Appensteeg en in 't Klooster zijn de voorgevels georiënteerd op de steeg. |
Bebouwingstypologie | - Gieterse /Hallenhuis boerderijen, met voor- en achterhuis: boerderijtype met smal voorhuis en breder, driebeukig achterhuis. De overgang tussen het voor- het achterhuis wordt gekenmerkt door een vloeiende overgang, de zogenaamde kamelenrug. - Vrijstaand, veelal op huuspollen. Dit zijn verhoogde percelen tussen opvaarten. De opvaarten liggen haaks op de gracht en ontsluiten het perceel |
Bouwhoogte en nokrichting voorhuis | - Eén bouwlaag met kap - Duidelijk lager dan het achterhuis - Voor de kapvormen en de nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) |
Boowuhoogte en nokrichting achterhuis | - Eén bouwlaag met hoge kap - Duidelijk hoger dan voorhuis - Voor de kapvormen en de nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) |
Aan- en uitbouwen | - Zijn duidelijk architectonisch ondergeschikt ten opzichte van het hoofdgebouw - Zijn bescheiden van omvang |
Bijgebouwen | - Zijn informeel gesitueerd, maar t.o.v. hoofdgebouw zo gesitueerd dat hoofdgebouw en bijgebouw een geheel vormen - Staan achter op de erven, in ieder geval achter het voorhuis - Hebben een kap - De nokrichting is evenwijdig aan die van het hoofdgebouw, tenzij er een andere nokrichting is aangegeven in Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) - Kleurstelling, zowel van gevels als dak, is donker (zwart, bruin, bruinrood) met bijv. antracietkleurige keramische pannen of riet - Kenmerkend voor Giethoorn zijn verder de: - karakteristieke donker houten kapschuren, die (half) over de sloot zijn gebouwd - karakteristieke bakstenen bakhuisjes met pannendaken |
Botenhuizen | - Hebben een lessenaars dak - Wanden in donkerbruin of zwart hout, dakbedekking donker van kleur |
Dakkapellen | - maximaal één, gesitueerd op het voordakvlak van het voorhuis - Bescheiden van omvang en uitstraling |
Materiaalgebruik voorhuis | - Baksteen; topgevels eventueel in hout - Keramische pannen of rieten daken met nokvorsten of rietrollen geen daklijsten bij rieten kap, bij pannendak wel, uitgevoerd in hout - Kozijnen hout, draaiende of schuivende delen en details van hout |
Materiaalgebruik achterhuis | - Gepotdekseld hout of bakstenen gevels - Rieten kap met antracietkleurige nokvorsten of rietrol - Geen daklijsten - Kozijnen: hout. Draaiende of schuivende delen in dezelfde kleurstelling als de rest van het kozijn |
Erf- en tuininrichting | - Voor- en zijtuinen hebben weinig tot geen (half)verharding. De (half)verharding is uitgevoerd in gedekte kleuren - Voortuinen die grenzen aan het pad langs de Dorpsgracht, worden van dit pad gescheiden door een lage haag (max 1 meter hoog), bestaande uit streekeigen beplanting - Voor- en zijtuinen die rechtstreeks grenzen aan water hebben geen erfafscheiding, het gazon loopt door tot de rand van het water/de oeverbeschoeiing. Langs de oevers van de Dorpsgracht mogen geen steigers, vlonders, trappen etc. worden aangebracht. De natuurlijke groene uitstraling moet behouden blijven - Gebiedseigen beplantingen (zie tabellen in Bijlage 5) - Oeverbeschoeiingen dienen van donker hout te zijn |
Openbare ruimte | - De oevers hebben een natuurlijke groene uitstraling en zijn voorzien van begeleidende gebiedseigen beplanting (zie tabellen in Bijlage 5) - In of aan de oevers van de Dorpsgracht mogen geen steigers, trappen en vlonders etc. worden aangebracht - Oeverbeschoeiingen zijn van donker hout - De Gieterse bruggen zijn qua breedte afgestemd op het voetgangersverkeer en hebben een loopvlak van maximaal 1 meter breed. De hoogte van de bruggen is afgestemd op de hooivaart. De bruggen zijn uitgevoerd in hout en donker(bruin) van kleur. De leuningen op de brug zijn ook van hout en hebben een lichte kleurstelling - De vonders die de opvaarten overbruggen hebben een donker houten loopvlak en houten leuningen in een lichte kleurstelling en zijn uitneembaar. |
Op de voor 'Waarde - Noordeinde Noorderpad' aangewezen gronden gelden, alleen wanner er bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming, in aanvulling daarop en mogelijk in afwijking daarvan de volgende regels van artikel 36.2.2 tot en met artikel 36.2.5. Indien de onderliggende bestemming niet voorziet in de mogelijkheid van het bouwen van gebouwen en/of bijgebouwen zijn onderstaande bouwregels voor deze bouwwerken niet van toepassing.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Inhoud bestaande (bedrijfs)woning | Maximaal toegestane inhoud (bedrijfs)woning |
Woning tot 400 m3 | Maximaal 400 m3 |
Woning van 400 m3 - 600 m3 | Maximaal 600 m3 |
Woning van meer dan 600 m3 | De bestaande inhoud |
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1, ten behoeve van de instandhouding van de cultuurhistorische waarden zoals beschreven in artikel 36.1, nadere eisen stellen ten aanzien van:
De nadere eisen mogen worden gesteld voor zover deze noodzakelijk zijn ter waarborging van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden en het behoud van voldoende doorvaartmogelijkheden. Alvorens overgaan tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 36.3.1 sub a. tot en met f. wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 36.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken overeenkomstig de onderliggende bestemming(en), waaronder begrepen de in die bestemming(en) ter plaatse van de aanduiding beschermd dorpsgezicht buiten toepassing verklaarde bouwregels en afwijkingsmogelijkheden voor de bouw van bouwwerken, met dien verstande dat :
Voor de het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 36.4.1 gelden de volgende afwijkingsvoorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 36.2.2 onder a, ten behoeve van het samenvoegen van woningen als bedoeld in en onder dezelfde voorwaarden als in artikel 26.6.7.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Noordeinde Noorderpad' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 36.5.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 36.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 36.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens een omgevingsvergunning voor de werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 36.5.1, sub a. tot en met e. te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie en voor wat betreft de werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 36.5.1, sub c. tevens bij het bevoegde waterschapsgezag.
Het bevoegd gezag kan aan de in artikel 36.5.1 genoemde omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het gebied met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Noordeinde Noorderpad' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het bepaalde in artikel 36.6.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 36.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 36.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind. Hiervan is uitsluitend sprake indien:
Alvorens een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 36.6.1 te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.
De voor 'Waarde - Zuideinde Binnenpad' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en versterking van de met de historische ontwikkeling samenhangende structuren en ruimtelijke kwaliteiten van het beschermd dorpsgezicht, als nader beschreven in 37.1.2 met ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' de monumenten, zoals nader beschreven in Bijlage 3 (overzicht monumenten) en ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de karakteristieke panden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen in de diverse bestemmingen als bedoeld in Artikel 3 tot en met 31 zijn de desbetreffende regels voor zover niet strijdig met dit artikel van toepassing.
De waarden van het beschermd dorpsgezicht komen als volgt tot uitdrukking:
Bebouwing, erf- en tuininrichting | |
Rooilijn en oriëntatie | - Verspringingen in de voorgevelrooilijn van de hoofdbebouwing op de kavels ten opzichte van elkaar - Voorgevels van de hoofdbebouwing zijn georiënteerd op de Dorpsgracht - De kavels liggen haaks ten opzichte van de Dorpsgracht |
Bebouwingstypologie | - Gieterse /Hallenhuis boerderijen, met voor- en achterhuis: boerderijtype met smal voorhuis en breder, driebeukig achterhuis. De overgang tussen het voor- het achterhuis wordt gekenmerkt door een vloeiende overgang, de zogenaamde kamelenrug. - Vrijstaand, veelal op huuspollen. Dit zijn verhoogde percelen tussen opvaarten. De opvaarten liggen haaks op de gracht en ontsluiten het perceel. |
Bouwhoogte en nokrichting voorhuis | - Eén bouwlaag met kap - Duidelijk lager dan het achterhuis - Voor de kapvormen en de nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) |
Bouwhoogte en nokrichting achterhuis | - Eén bouwlaag met hoge kap - Duidelijk hoger dan voorhuis - Voor de kapvormen en de nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) |
Aan- en uitbouwen | - Zijn duidelijk architectonisch ondergeschikt ten opzichte van het hoofdgebouw - Zijn bescheiden van omvang |
Bijgebouwen | - Zijn informeel gesitueerd, maar t.o.v. hoofdgebouw zo gesitueerd dat hoofdgebouw en bijgebouw een geheel vormen - Staan achter op de erven, in ieder geval achter het voorhuis - Hebben een kap - De nokrichting is evenwijdig aan die van het hoofdgebouw, tenzij er een andere nokrichting is aangegeven in Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) - Kleurstelling, zowel van gevels als dak, is donker (zwart, bruin, bruinrood) met bijv. antracietkleurige keramische pannen of riet - Kenmerkend voor Giethoorn zijn verder de - Karakteristieke donker houten kapschuren, die (half) over de sloot zijn gebouwd - Karakteristieke bakstenen bakhuisjes met pannendaken |
Botenhuizen | - Hebben een lessenaars dak - Wanden in donkerbruin of zwart hout, dakbedekking donker van kleur |
Dakkapellen | - Maximaal één, gesitueerd op het voordakvlak van het voorhuis - Bescheiden van omvang en uitstraling |
Materiaalgebruik voorhuis | - Baksteen; topgevels eventueel in hout - Keramische pannen of rieten daken met nokvorsten of rietrollen - Geen daklijsten bij rieten kap, bij pannendak wel, uitgevoerd in hout - Kozijnen hout, draaiende of schuivende delen en details van hout |
Materiaalgebruik achterhuis | - Gepotdekseld hout of bakstenen gevels - Rieten kap met antracietkleurige nokvorsten of rietrol - Geen daklijsten - Kozijnen: hout. Draaiende of schuivende delen in dezelfde kleurstelling als de rest van het kozijn |
Erf- en tuininrichting | - Voor- en zijtuinen hebben weinig tot geen (half)verharding. De (half)verharding is uitgevoerd in gedekte kleuren - Voortuinen die grenzen aan het pad langs de Dorpsgracht, worden van dit pad gescheiden door een lage haag (max 1 meter hoog), bestaande uit streekeigen beplanting - Voor- en zijtuinen die rechtstreeks grenzen aan water hebben geen erfafscheiding, het gazon loopt door tot de rand van het water/de oeverbeschoeiing. Langs de oevers van de Dorpsgracht mogen geen steigers, vlonders, trappen etc. worden aangebracht. De natuurlijke groene uitstraling moet behouden blijven - Gebiedseigen beplantingen (zie tabellen in Bijlage 5) - Oeverbeschoeiingen dienen van donker hout te zijn |
Openbare Ruimte | - De oevers hebben een natuurlijke groene uitstraling en zijn voorzien van begeleidende gebiedseigen beplanting (zie tabellen in Bijlage 5) - In of aan de oevers van de Dorpsgracht mogen geen steigers, trappen en vlonders etc. worden aangebracht - Oeverbeschoeiingen zijn van donker hout - De Gieterse bruggen zijn qua breedte afgestemd op het voetgangersverkeer en hebben een loopvlak van maximaal 1 meter breed. De hoogte van de bruggen is afgestemd op de hooivaart. De bruggen zijn uitgevoerd in hout en donker(bruin) van kleur. De leuningen op de brug zijn ook van hout en hebben een lichte kleurstelling - De vonders die de opvaarten overbruggen hebben een donker houten loopvlak en houten leuningen in een lichte kleurstelling en zijn uitneembaar |
Op de voor 'Waarde - Zuideinde Binnenpad' aangewezen gronden gelden, alleen wanneer er bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming, in aanvulling op en/of in afwijking van de bouwregels van die onderliggende bestemming de volgende regels van artikel 37.2.2 tot en met artikel 37.2.5. Indien de onderliggende bestemming niet voorziet in de mogelijkheid van het bouwen van gebouwen en/of bijgebouwen zijn onderstaande bouwregels voor deze bouwwerken niet van toepassing.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Inhoud bestaande (bedrijfs)woning | Maximaal toegestane inhoud (bedrijfs)woning |
woning tot 400 m3 | Maximaal 400 m3 |
Woning van 400 m3 - 600 m3 | Maximaal 600 m3 |
Woning van meer dan 600 m3 | De bestaande inhoud |
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1, ten behoeve van de instandhouding van de cultuurhistorische waarden zoals beschreven in artikel 37.1, nadere eisen stellen ten aanzien van:
De nadere eisen mogen worden gesteld voor zover deze noodzakelijk zijn ter waarborging van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden en het behoud van voldoende doorvaartmogelijkheden. Alvorens overgaan tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 37.3.1 sub a. tot en met f. wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 37.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken overeenkomstig de onderliggende bestemming(en), waaronder begrepen de in die bestemming(en) ter plaatse van de aanduiding beschermd dorpsgezicht buiten toepassing verklaarde bouwregels en afwijkingsmogelijkheden voor de bouw van bouwwerken, met dien verstande dat :
Voor de het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.4.1 gelden de volgende afwijkingsvoorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 37.2.2 onder a, ten behoeve van het samenvoegen van woningen als bedoeld in en onder dezelfde voorwaarden als in artikel 26.6.7.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Zuideinde Binnenpad' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 37.5.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 37.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 37.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens een omgevingsvergunning voor de werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 37.5.1, sub a. tot en met e. te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie en voor wat betreft de werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 37.5.1, sub c. tevens bij het bevoegde waterschapsgezag.
Het bevoegd gezag kan aan de in artikel 37.5.1 genoemde omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het gebied met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Zuideinde Binnenpad' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het bepaalde in artikel 37.6.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 37.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 37.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind. Hiervan is uitsluitend sprake indien:
Alvorens een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 37.6.1 te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.
De voor 'Waarde - Zuideinde Zuiderpad' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en versterking van de met de historische ontwikkeling samenhangende structuren en ruimtelijke kwaliteiten van het beschermd dorpsgezicht, als nader beschreven in 38.1.2 met ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' de monumenten, zoals nader beschreven in Bijlage 3 (overzicht monumenten) en ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de karakteristieke panden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen in de diverse bestemmingen als bedoeld in Artikel 3 tot en met 31 zijn de desbetreffende regels voor zover niet strijdig met dit artikel van toepassing.
De waarden van het beschermd dorpsgezicht komen als volgt tot uitdrukking
Bebouwing, erf- en tuininrichting | |
Rooilijn en oriëntatie | - Verspringingen in de voorgevelrooilijn van de hoofdbebouwing op de kavels ten opzichte van elkaar - Voorgevels van de hoofdbebouwing zijn georiënteerd op de Dorpsgracht - De kavels liggen haaks ten opzichte van de Dorpsgracht |
Bebouwingstypologie | - Gieterse /Hallenhuis boerderijen, met voor- en achterhuis: boerderijtype met smal voorhuis en breder, driebeukig achterhuis. De overgang tussen het voor- het achterhuis wordt gekenmerkt door een vloeiende overgang, de zogenaamde kamelenrug. - Vrijstaand, veelal op huuspollen. Dit zijn verhoogde percelen tussen opvaarten. De opvaarten liggen haaks op de gracht en ontsluiten het perceel. |
Bouwhoogte en nokrichting voorhuis | - Eén bouwlaag met kap - Duidelijk lager dan het achterhuis - Voor de kapvormen en de nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) |
Bouwhoogte en nokrichting achterhuis | - Eén bouwlaag met hoge kap - Duidelijk hoger dan voorhuis - Voor de kapvormen en de nokrichting wordt verwezen naar Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) |
Aan- en uitbouwen | - Zijn duidelijk architectonisch ondergeschikt ten opzichte van het hoofdgebouw - Zijn bescheiden van omvang |
Bijgebouwen | - Zijn informeel gesitueerd, maar t.o.v. hoofdgebouw zo gesitueerd dat hoofdgebouw en bijgebouw een geheel vormen - Staan achter op de erven, in ieder geval achter het voorhuis - Hebben een kap - De nokrichting is evenwijdig aan die van het hoofdgebouw, tenzij er een andere nokrichting is aangegeven in Bijlage 7 bij de regels (Kappenkaart Beschermd dorpsgezicht Giethoorn) - Kleurstelling, zowel van gevels als dak, is donker (zwart, bruin, bruinrood) met bijv. antracietkleurige keramische pannen of riet - Kenmerkend voor Giethoorn zijn verder de - Karakteristieke donker houten kapschuren, die (half) over de sloot zijn gebouwd - Karakteristieke bakstenen bakhuisjes met pannendaken |
Botenhuizen | - Hebben een lessenaars dak - Wanden in donkerbruin of zwart hout, dakbedekking donker van kleur |
Dakkapellen | - Maximaal één, gesitueerd op het voordakvlak van het voorhuis - Bescheiden van omvang en uitstraling |
Materiaalgebruik voorhuis | - Baksteen; topgevels eventueel in hout - Keramische pannen of rieten daken met nokvorsten of rietrollen - Geen daklijsten bij rieten kap, bij pannendak wel, uitgevoerd in hout - Kozijnen hout, draaiende of schuivende delen en details van hout |
Materiaalgebruik achterhuis | - Gepotdekseld hout of bakstenen gevels - Rieten kap met antracietkleurige nokvorsten of rietrol - Geen daklijsten - Kozijnen: hout. Draaiende of schuivende delen in dezelfde kleurstelling als de rest van het kozijn |
Erf- en tuininrichting | - Voor- en zijtuinen hebben weinig tot geen (half)verharding. De (half)verharding is uitgevoerd in gedekte kleuren - Voortuinen die grenzen aan het pad langs de Dorpsgracht, worden van dit pad gescheiden door een lage haag (max 1 meter hoog), bestaande uit streekeigen beplanting - Voor- en zijtuinen die rechtstreeks grenzen aan water hebben geen erfafscheiding, het gazon loopt door tot de rand van het water/de oeverbeschoeiing. Langs de oevers van de Dorpsgracht mogen geen steigers, vlonders, trappen etc. worden aangebracht. De natuurlijke groene uitstraling moet behouden blijven - Gebiedseigen beplantingen (zie tabellen in Bijlage 5) - Oeverbeschoeiingen dienen van donker hout te zijn |
Openbare Ruimte | - De oevers hebben een natuurlijke groene uitstraling en zijn voorzien van begeleidende gebiedseigen beplanting (zie tabellen in Bijlage 5) - In of aan de oevers van de Dorpsgracht mogen geen steigers, trappen en vlonders etc. worden aangebracht - Oeverbeschoeiingen zijn van donker hout - De Gieterse bruggen zijn qua breedte afgestemd op het voetgangersverkeer en hebben een loopvlak van maximaal 1 meter breed. De hoogte van de bruggen is afgestemd op de hooivaart. De bruggen zijn uitgevoerd in hout en donker(bruin) van kleur. De leuningen op de brug zijn ook van hout en hebben een lichte kleurstelling - De vonders die de opvaarten overbruggen hebben een donker houten loopvlak en houten leuningen in een lichte kleurstelling en zijn uitneembaar. |
Op de voor 'Waarde - Zuideinde Zuiderpad' aangewezen gronden gelden, alleen wanneer er bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming, in aanvulling op en/of in afwijking van de bouwregels van die onderliggende bestemming de volgende regels van artikel 38.2.2tot en met artikel 38.2.5. Indien de onderliggende bestemming niet voorziet in de mogelijkheid van het bouwen van gebouwen en/of bijgebouwen zijn onderstaande bouwregels voor deze bouwwerken niet van toepassing.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Inhoud bestaande (bedrijfs)woning | Maximaal toegestane inhoud (bedrijfs)woning |
woning tot 400 m3 | Maximaal 400 m3 |
Woning van 400 m3 - 600 m3 | Maximaal 600 m3 |
Woning van meer dan 600 m3 | De bestaande inhoud |
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor de bouw van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van de procedure als bedoeld in artikel 45.1, ten behoeve van de instandhouding van de cultuurhistorische waarden zoals beschreven in artikel 38.1, nadere eisen stellen ten aanzien van:
De nadere eisen mogen worden gesteld voor zover deze noodzakelijk zijn ter waarborging van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden en het behoud van voldoende doorvaartmogelijkheden. Alvorens overgaan tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 38.3.1 sub a. tot en met f. wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 38.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken overeenkomstig de onderliggende bestemming(en), waaronder begrepen de in die bestemming(en) ter plaatse van de aanduiding beschermd dorpsgezicht buiten toepassing verklaarde bouwregels en afwijkingsmogelijkheden voor de bouw van bouwwerken, met dien verstande dat :
Voor de het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 38.4.1 gelden de volgende afwijkingsvoorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 38.2.2 onder a, ten behoeve van het samenvoegen van woningen als bedoeld in en onder dezelfde voorwaarden als in artikel 26.6.7.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Zuideinde Zuiderpad' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 38.5.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 38.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 38.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens een omgevingsvergunning voor de werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 38.5.1, sub a. tot en met e. te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie en voor wat betreft de werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 38.5.1, sub c. tevens bij het bevoegde waterschapsgezag.
Het bevoegd gezag kan aan de in artikel 38.5.1 genoemde omgevingsvergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het gebied met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Zuideinde Zuiderpad' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het bepaalde in artikel 38.6.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 38.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 38.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind. Hiervan is uitsluitend sprake indien:
Alvorens een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 38.6.1 te verlenen wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 46.1.
Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd.
Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming, waarvan de bouwhoogte maximaal 10,00 meter bedraagt.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 39.2 ten behoeve van het bouwen van gebouwen of andere bouwwerken, geen gebouw zijnde op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 39.4.1 is niet van toepassing op:
De in 39.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvoor hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de waterstaatkundige en waterkerende functies niet in gevaar wordt of kan worden gebracht. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij het bevoegde waterschapsgezag.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn' zijn de gronden mede bedoeld voor behoud, herstel en ontwikkeling van het beschermd dorpsgezicht, zoals dit nader tot uitdrukking komt in artikel 33 tot en met 38, conform het aanwijzingsbesluit beschermd dorpsgezicht Giethoorn (Bijlage 4 bij de regels).
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorie Beulakerweg' zijn de gronden mede bedoeld voor behoud, herstel en ontwikkeling van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en oudheidkundig waardevolle elementen (monumenten en karakteristieke bebouwing), patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld) en gebieden, zoals dit nader tot uitdrukking komt in artikel 32.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de aangeduide bouwgrenzen indien een meetverschil of onnauwkeurigheid ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, mits de afwijking maximaal 3,00 meter bedraagt.
Het bevoegd gezag kan, behoudens op de voor de voor 'Natuur' aangewezen gronden en met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bouw- en/of gebruiksregels voor het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, pinautomaten, afval- en glascontainers en dergelijke, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, behoudens op de voor de voor 'Natuur' aangewezen gronden en met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels van het plan ten aanzien van het toestaan van evenementen die met een zekere regelmaat plaatsvinden en een planologische relevantie hebben vanwege de duur van de activiteit, waaronder het opbouwen en afbreken en/of vanwege de omvang van de activiteit, waaronder het aantal deelnemers/toeschouwers, mits:
Het bevoegd gezag kan, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn', behoudens op de voor de voor 'Natuur', 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden en met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels van het plan ten aanzien van het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering, welke niet vergunningsvrij zijn, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, behoudens op de voor de voor 'Natuur' aangewezen gronden en met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen van de bouw- en/of gebruiksregels voor het herbouwen en vervangen van de van bestaande, legale botenhuizen, met dien verstande dat:
Een omgevingsvergunning, vrijstelling of ontheffing die ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan is verleend voor een bouw- en/of gebruiksactiviteit waarvoor ingevolge deze regels een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan is vereist, wordt gelijkgesteld met een dergelijke omgevingsvergunning.
Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat dubbelbestemmingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Giethoorn'.