direct naar inhoud van 5.2 Nadere toelichting op de planregels
Plan: Woldpoort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.00003669-VA02

5.2 Nadere toelichting op de planregels

Hierna worden - voor zover nodig geacht - de regels artikelsgewijs van een nadere toelichting voorzien.

Begrippen

De begrippen zijn opgenomen om uitsluitsel te geven bij interpretatieproblemen. Zij kunnen bepalend zijn bij de uitleg van de overige regels.

Bedrijf - Nutsvoorziening

Deze bestemming betreft de gronden waarop gebouwen ten behoeve van de nutsvoorziening kunnen worden gerealiseerd, zoals bijvoorbeeld het gasreduceerstation. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 3 meter bedragen; de bouwhoogte van bouwwerken niet meer dan 2,5 meter.

Gemengd

Deze bestemming laat detailhandel en zakelijke dienstverlening op de begane grond toe. De detailhandel is beperkt tot specifiek genoemde detailhandel, waarbij een supermarkt is uitgesloten. De locatie waar een supermarkt wel is toegestaan, is specifiek op de plankaart aangeduid. Verder is wonen op de verdiepingen toegestaan. De ondergrondse parkeergarage is aangeduid als 'parkeergarage'.

Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is met betrekking tot het wonen een uitzondering gemaakt, hier geldt namelijk dat eveneens op de begane grond mag worden gewoond. Binnen de bestemming is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen waarbij toegestaan wordt dat het gebouw met één bouwlaag (maximaal 3,50 meter hoogte) mag worden verhoogd.

Groen

Deze bestemming laat groenvoorzieningen met bijbehorende voorzieningen in de zin van speelvoorzieningen, paden, waterhuishoudkundige voorzieningen (zoals sloten) toe.

Maatschappelijk

De bibliotheek en het voormalige gebouw School B hebben de bestemming "Maatschappelijk" gekregen. De gronden van het voormalige gebouw School B zijn voorzien van een aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied'. Door deze wijzigingsbevoegdheid kan een functiewijziging mogelijk worden gemaakt naar een horeca-bestemming, een culturele bestemming en/of zakelijke en/of publieke dienstverlenende bestemming, zoals bijvoorbeeld een VVV kantoor.

Tuin

Deze bestemming betreft de gronden bij woningen, die in beginsel vrij van bebouwing dienen te blijven.

Verkeer, Verkeer - Parkeerterrein en Verkeer - Verblijfsgebied

Deze bestemmingen hebben betrekking op de in het plangebied voorkomende dan wel daarvoor aangewezen verkeersvoorzieningen. De bestemming Verkeer heeft vooral betrekking op het doorgaande verkeer. De bestemming Verkeer - Parkeerterrein heeft betrekking op de parkeervoorzieningen ten behoeve van het stallen van (motor)voertuigen. Voor gebieden waar de verblijfsfunctie een grotere rol van betekenis speelt, is gekozen voor de specifieke bestemming Verkeer - Verblijfsgebied.

Water

Deze bestemming heeft betrekking op de in het plan voorkomende grachten met bijbehorende bouwwerken.

Wonen

Deze bestemming heeft betrekking op de vrijstaande en halfvrijstaande woningen in het plangebied. Bepaald is dat de woonhuizen binnen de bouwvlakken dienen te worden gebouwd, waarbij de afstand tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 3 meter moet bedragen. De maximale goothoogtes zijn in het bouwvlak aangegeven, afhankelijk van het gewenste bebouwingsbeeld. De dakhelling is voor alle woningen bepaald op ten minste 30 graden en ten hoogste 60 graden.

Bij de woonhuizen mogen zowel aanbouwen, uitbouwen als bijgebouwen gebouwd worden. De aan-/uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht. Gezien het feit dat in deze bestemming de woonfunctie centraal is gesteld en derhalve een aan de verkavelingvorm gebonden oppervlakte aan-/uitbouwen en bijgebouwen tot een omslachtige regelgeving zou leiden, is een zodanige maat opgenomen dat daarmee in principe in de behoefte aan aan-/uitbouwen en bijgebouwen kan worden voorzien. De oppervlakte mag ten hoogste 20 m2 bedragen bij een woonhuis. Hierbij geldt dat de gezamenlijke oppervlakte van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel dat is gelegen achter de voorgevel(rooilijn) van het hoofdgebouw verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw. Voor deze oppervlakteberekening telt niet mee de oppervlakte die is gelegen binnen het bouwvlak, voor zover gelegen binnen het verlengde van de zijgevels. Een en ander betekent dat bij kleine percelen het bebouwingspercentage het maximum oppervlakte bepaalt, terwijl bij grote percelen de maximale oppervlakte bepalend is.

De goothoogte van een aanbouw, uitbouw, aangebouwd of vrijstaand bijgebouw mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte ten hoogste 5 meter.

Wonen - Woongebouw

Deze bestemming betreft de cultuurhistorisch waardevolle villa met omliggende gronden, die worden ingericht ten behoeve van appartementen en/of wooneenheden voor specifieke doelgroepen. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan ouderen of gehandicapten.

Leiding - Gas

Deze dubbelbestemming is gegeven aan de in het plangebied gelegen gasleiding. Ter plaatse van deze bestemming zijn enkele bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming toegestaan. Verder is ter bescherming van deze leiding een specifiek aanlegvergunningenstelsel opgenomen ter sturing van de voorgenomen werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden.

Anti-dubbeltelregel

Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te kunnen voorkomen. Dit kan zich voordoen indien een deel van een bouwperceel dat reeds bij de berekening van een maximum bebouwingspercentage was betrokken wederom, nu ten behoeve van de berekening van het maximum bebouwingspercentage van een ander bouwperceel wordt betrokken.

Algemene ontheffingsregels

In dit artikel is een aantal regels opgenomen teneinde het mogelijk te maken dat het plan op ondergeschikte punten wordt aangepast. Ook kleine afwijkingen (maximaal 10%) van de in de regels opgenomen dan wel op kaart aangegeven maten kunnen volgens dit artikel mogelijk worden gemaakt. Uit de praktijk is gebleken dat er behoefte bestaat om met ondergeschikte bouwdelen de bouwvlakgrens te overschrijden. Tegen dergelijke overschrijdingen behoeft geen bezwaar te bestaan met name omdat hierdoor tevens de mogelijkheid kan worden geboden tot een grotere herkenbaarheid van het individuele gebouw. De afweging, die bij het verlenen van deze ontheffing zal dienen plaats te vinden, voorkomt dat zich negatieve ontwikkelingen zullen voordoen. Omdat een en ander zich niet beperkt tot één bestemming, maar in principe bij diverse bestemmingen gewenst of noodzakelijk kan blijken, zijn deze regels op alle bestemmingscategorieën van toepassing.

Overgangsrecht

Ingevolge het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening dient voor wat betreft het overgangsrecht de voorgeschreven standaardregel te worden opgenomen.

In beginsel geldt voor bebouwing die afwijkt van dit bestemmingsplan - en bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan - het overgangsrecht. Een geringe vergroting van de inhoud kan met ontheffing worden toegestaan. Indien de onder het overgangsrecht gebrachte bebouwing door een calamiteit verloren gaat is volledige herbouw toegestaan. "Illegaal" tot stand gekomen bebouwing valt niet onder het overgangsrecht.

Het legale gebruik van gronden en opstallen dat in strijd is met dit bestemmingsplan op het tijdstip van inwerkingtreding mag worden voortgezet. Wijziging van dit strijdige gebruik is - tenzij de afwijking naar aard en omvangt wordt verkleind - is verboden.