direct naar inhoud van 8.2 Bebouwingsleidraad
Plan: Bestemmingsplan De Pompers
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1706.BPSRD6003-VAST

8.2 Bebouwingsleidraad

8.2.1 Algemeen

Het stedenbouwkundig plan is gebaseerd op een aantal “dorpse bouwstenen”, die bepalend zijn voor het plan:

  • De landschappelijke context bepaalt de uiteindelijke stedenbouwkundige structuur;
  • De stedenbouwkundige structuur is kleinschalig en zowel intern als extern gericht. Harde contrasten met het omringende landschap zijn niet wenselijk, de uitbreiding moet een “natuurlijke toevoeging” zijn;
  • Een verscheidenheid in sferen, “wonen aan het lint”, “wonen in het hart van het plan rondom de groene pleinvormige ruimte” en “wonen langs de nieuwe ontsluitingsstructuur”;
  • Een variatie in voortuinen;
  • Diepe achtertuinen, die zorgen voor een groene omzoming van de nieuwe dorpsuitbreiding;
  • De woningen sluiten qua massa aan op een dorpse schaal, waarbij de bebouwing ondergeschikt is aan het perceel.

Een juiste positionering en omvang van de woningen op de kavels is bepalend voor de gewenste sfeer van de nieuwe uitbreiding. Hiertoe zijn specifiek per kavel bouwvlakken op de verbeelding aangegeven waarbinnen de bebouwing plaats dient te vinden. De positie en omvang van de bouwvlakken varieert per kavel. De bebouwingsgrens is hierbij vastgelegd en is in alle gevallen georiënteerd op de interne ontsluitingsstructuur, op de Van Sevenbornlaan of op De Pompers. De achtertuinen vormen de overgang naar het omringende landschap, waardoor aansluiting wordt gezocht op de huidige bebouwingsrand, die door smalle diepe achtertuinen een groene dorpsrand vormen.

In het plangebied kunnen twee woningtypologieën worden benoemd, passend binnen de bovengenoemde bouwstenen: "Wonen aan de linten" (figuur 8.1) en "Wonen rondom de plaetse" (figuur 8.2).

afbeelding "i_NL.IMRO.1706.BPSRD6003-VAST_0013.png"

Figuur 8.1: Wonen aan de linten

afbeelding "i_NL.IMRO.1706.BPSRD6003-VAST_0014.png"

Figuur 8.2 Wonen rondom de plaetse

8.2.2 Wonen aan de Linten

Beeldkwaliteitscriteria zijn:

  • architectuur woningen: traditioneel, dorps;
  • kappen: zadeldak met variatie in nokrichtingen overeenkomstig stedenbouwkundig plan zoals aangegeven in de figuur 8.1;
  • materiaal- en kleurgebruik gevels: metselwerk in donkere bruintinten, combinatie met hout is mogelijk;
  • materiaal- en kleur daken: donkergrijze dakpannen of natuurlijk riet;
  • zorgvuldige detaillering.

afbeelding "i_NL.IMRO.1706.BPSRD6003-VAST_0015.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1706.BPSRD6003-VAST_0016.png"

Figuur 8.3: Sfeerbeelden "Wonen aan de linten"

8.2.3 Wonen rondom de "plaetse"

Beeldkwaliteitscriteria zijn:

  • Architectuur woningen: traditioneel, dorps;
  • Kap: zadeldak;
  • Variatie in kaprichtingen overeenkomstig stedenbouwkundig plan, zoals aangegeven in de figuur 8.2;
  • Materiaal- en kleurgebruik gevels: wit gekeimd metselwerk of wit stucwerk;
  • Materiaal- en kleur daken: donkergrijze dakpannen;
  • Zorgvuldige detaillering.

afbeelding "i_NL.IMRO.1706.BPSRD6003-VAST_0017.png"

Figuur 8.4: Sfeerbeelden "Wonen rondom de plaetse"

8.2.4 Hagen

Op de percelen van particuliere voor- en zijtuinen langs de plaetse zal een haag worden aangebracht aan de wegzijde. Voor deze hagen wordt uitgegaan van een zogenoemde onderhoudshoogte van 1 meter.

8.2.5 Materialisering in de openbare ruimte

Materiaalgebruik, meubilering (bijvoorbeeld verlichting) en toepassing van groen in de openbare ruimte bepalen in hoge mate de gewenste uitstraling van het nieuwe woongebied. Om de gewenste sfeer van landelijk wonen aan de rand van het dorp te ondersteunen wordt gekozen voor een passend materiaalgebruik. Daarnaast wordt verwezen naar bovenstaande ten aanzien van de beeldkwaliteit van de woningen: “baksteen en/of hout en kleuren in bruin- en roodtinten”.

8.2.6 Verharding

De uitstraling van de verharding in de openbare ruimte is voor bovengenoemde kwaliteit een belangrijk gereedschap. Daarnaast moet de verhardingssoort het functionele gebruik ondersteunen. De verharding komt voor in de rijweg, de inritten, de parkeervakken, het wandelpad en de langzaam verkeerverbinding.

Rijweg

Het voorstel is om de rijweg te bestraten met een gebakken klinker, keiformaat in een rood-bruine kleur. Het bestratingspatroon zal uitgevoerd worden in keperverband. De molgoten langs de rijbaan worden bestraat in dezelfde kleur van de klinkers, maar dan in dikformaat. De aanstrating rondom het plein wordt bestraat in klinkers met een mangaankleur.

Inritten

De inritten in de grasbermen worden bestraat in een mangaankleurige klinker, dikformaat in halfsteensverband.

Parkeervakken

De aan de inritten gekoppelde parkeervakken worden bestraat in een gebakken klinker, dikformaat in een mangaankleur. Het bestratingpatroon is in elleboogverband.

Wandelpad

Het voetpad naar Cranendonck wordt niet bestraat maar krijgt een halfverharding. Dit ondersteunt het gewenste landschappelijke karakter. De soort halfverharding zal mede uit beheersaspecten bepaald worden door de gemeente.

8.2.7 Groen

In aansluiting op het Landschapspark Baronie Cranendonck is op deze locatie veel aandacht geschonken aan openbaar groen. Ook de gewenste landelijke sfeer ondersteunt het gebruik van groen. Het groen komt in de openbare ruimte voor als bomen, struiken, hagen en gras.

Bomen

De bomen rondom het groene plein worden op regelmatige afstanden van elkaar geplaatst om de strakke driehoekige vorm te versterken. Hiertoe worden daarom ook de twee laatste bomen van de langste zijde van de driehoek in de wegverharding geplaatst. Ter bescherming worden zij voorzien van een hekwerk. In de ruimte aan de oostgrens worden de bomen op onregelmatige afstanden geplaatst, zodat een meer 'natuurlijke' situatie ontstaat. Hier worden behalve bomen ook meerstammige bomen en forse struiken geplant. De soortkeuze is niet eenduidig en kent naast een hoofdsoort op specifieke plaatsen afwijkende soorten.

De hoofdsoort is de Inlandse eik in het gezelschap van bijvoorbeeld Spaanse esdoorn, Robinia, Meidoorn, Kornoelje en Hondsroos. Daarnaast worden in het retentiebekken (meerstammige) boomsoorten en struiken toegepast die tegen “natte voeten” kunnen. In het aan te vullen gedeelte van de houtwal die het woongebied aan de oostzijde binnenkomt worden dezelfde soorten aangeplant als in het bestaande deel.

Gras

Waar niet geparkeerd hoeft te worden wordt in de bermen gras ingezaaid om het landelijke en groene karakter te benadrukken. Bovendien is gras voor de groeiomstandigheden van bomen te verkiezen boven een verharding.

8.2.8 Verlichting

De keuze voor de verlichting is afhankelijk van de functie. In de openbare ruimte moeten de wegen verlicht worden. Daarnaast zal de langzaam verkeerverbinding vanuit het oogpunt van sociale veiligheid eveneens voorzien moeten worden van verlichting. Het groene plein kan met een sfeerverlichting een extra accent krijgen. Het verlichtingsplan moet in alle gevallen voldoen aan het Politie Keurmerk Veilig Wonen. Selectie van het type verlichtingsarmatuur vindt tijdens de inrichtingsfase plaats.