direct naar inhoud van Artikel 11 Algemene ontheffingsregels
Plan: Bestemmingsplan De Pompers
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1706.BPSRD6003-VAST

Artikel 11 Algemene ontheffingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

  • a. de bij recht in de planregels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, voor zover daarvoor in deze planregels geen bijzondere ontheffingsbevoegdheden zijn opgenomen;
  • b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  • c. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • d. de planregels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
    • 1. de oppervlakte per gebouw niet meer dan 10 m² zal bedragen;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 3 meter zal bedragen;
    • 3. de bouwhoogte niet meer dan 6 meter zal bedragen;
  • e. de planregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
    • 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 40 meter;
    • 2. ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot maximaal 40 meter, mits:
      • geen onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden plaats vindt;
      • dit niet leidt tot een aantasting van de ruimtelijke kwaliteit;
      • dit niet in strijd is met de belangen van verkeersveiligheid;
      • de mogelijkheden van gezamenlijk gebruik niet worden beperkt;
    • 3. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10 meter;
  • f. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten wordt vergroot, mits:
    • 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer dan 10% vanhet betreffende bouwvlak zal bedragen;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen.

De hierboven geregelde ontheffingen kunnen worden verleend indien hierdoor de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad en de stedenbouwkundige samenhang niet onevenredig wordt aangetast. Er zal sprake zijn van een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige samenhang indien:

  • de bebouwingskarakteristiek (vrijstaand, twee-aaneen, aaneengebouwd) wordt aangetast;
  • de karakteristiek van de open ruimte wordt aangetast;
  • historische of stedenbouwkundige betekenis van bebouwing wordt aangetast.