het bestemmingsplan “Ruimte voor Ruimte
Laarstraat ongenummerd te Budel;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML
bestand NL.IMRO.1706.BPBG3015-VAS2 met de bijbehorende regels en
bijlagen;
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouw aan een
hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, dan wel als
vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw welk
gebouw (door de vorm) onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en
dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden
zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten
aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
aan huis verbonden beroep:
de uitoefening van een beroep aan huis op administratief,
juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of
hiermee gelijk te stellen terrein, waarbij de woning in overwegende
mate de woonfunctie behoudt;
een aan-, uit- of bijgebouw bij een woning, dat qua
ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waarin een
gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest
is;
één of meer gebouwen en/of
bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf met als doel
het verstrekken van logies en ontbijt aan logerende gasten;
- a.v.
bebouwing: bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan
rechtskracht heeft verkregen, dan wel die mag worden gebouwd krachtens
een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
- a.v.
gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het
tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde
bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat zich daarvan door zijn constructie
en architectonisch opzicht onderscheid;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten,
vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het
geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een
standplaats;
de grens van een bouwvlak;
het geheel van op gelijke of nagenoeg gelijke vloerhoogte
gelegen ruimten in een gebouw met inbegrip van de begane grond en met
uitsluiting van kelder, onderbouw, zolder en vliering;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels
een zelfstandige, bij elkaar
behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn
aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken
geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal
of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is
verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een op de grond staande overkapping van
één bouwlaag bij een bestaande woning die bedoeld
is als een overdekte stallingsruimte voor personenauto’s
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de
uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degene
die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending
anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke,
overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een (deel van een) gebouw dat gelet op de bestemming dan
wel door zijn constructie en of afmetingen, als het belangrijkste
bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken;
een aantal aan elkaar door familie- of daarmee gelijk te
stellen band gerelateerde personen, dat gezamenlijk
één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik
maakt van dezelfde voorzieningen in één woning
(bijvoorbeeld een gezin, een gezin met inwonende ouders of een
woongroep);
- een tent,
tentwagen, kampeerauto of caravan;
- enig ander
onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte
daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde;
een stacaravan valt hier niet onder;
kleinschalig kampeerterein:
een terrein of plaats nabij een burgerwoning, agrarisch of
voormalig agrarisch bedrijf, geheel of gedeeltelijk ingericht, en
blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het
tijdelijk plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve
van recreatief nachtverblijf. Dit kampeerterrein of deze plaats heeft
betrekking op een kampeerterrein voor een beperkt aantal
kampeerplaatsen;
het bedrijfsmatig vervaardigen, herstellen, onderhouden of
bewerken van producten en/of diensten in de vorm van bedrijven die
voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de van deze regels deel
uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten;
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op
het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en
buiten organisatorisch verband;
een bouwwerk, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel
gelegen hoofdgebouw, dat aan minimaal twee zijden open is, met
uitzondering van een overkapping welke wordt gebouwd tegen een gebouw
op het belendende perceel;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van
seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding;
een seksinrichting met één of meer
ramen van waarachter de prostituee/ prostitué tracht de
aandacht van passanten op zich te vestigen;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin
bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele
handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische
aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval
verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een
parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een
erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een permanent bouwwerk met beperkte inhoud en oppervlakte
bestaande uit één ruimte, bestemd voor recreatief
nachtverblijf voor personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw,
die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft
(goot)hoogte, dakhelling en dakvorm), ondergeschikt is aan het
hoofdgebouw;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien
het een gebouw betreft met meer dan één naar de
weg gekeerde gevel , de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden
aangemerkt;
de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen
alsmede het verlengde daarvan;
de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en
waarop de bebouwing is georiënteerd;
een woning waarbij het hoofdgebouw geen gemeenschappelijke
wand heeft met een bij- of hoofdgebouw van een andere woning;
Wet ruimtelijke ordening:
Wet van 20 oktober 2006, Stb. 2006, 566, zoals gewijzigd
bij de Wet van 24 mei 2007, Stb. 2007, 271 (grondexploitatie),
inclusief de door de Tweede Kamer op 1 januari 2008 aanvaarde
wijzigingen in het kader van de Invoeringswet (TK 2007-2008, 30 938, A);
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de
huisvesting van niet meer dan één huishouden;
Wet van 29 augustus 1991 (Stb. 439) tot herziening van de
woningwet, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van
het ontwerp van dit plan. Herziening
de lijn waarin de zijgevel van een bouwwerk is gelegen
alsmede het verlengde daarvan.