Plan: | Bedrijventerreinen actualisatie 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1705.94-VG01 |
De gemeente Lingewaard heeft besloten tot de integrale herziening van de bestemmingsplannen voor haar bedrijventerreinen Gendt/Bemmel, Houtakker I, Pannenhuis I, Agropark I en Looveer. De bedrijventerreinen liggen verspreid binnen de gemeente. De bedrijventerreinen zijn weliswaar verschillend, maar toch vergelijkbaar met betrekking tot de aanwezige bedrijvigheid. Door het vaststellen van één bestemmingsplan voor deze bedrijventerreinen wordt tevens het aantal bestemmingsplannen verminderd en de regeling geactualiseerd. Hierdoor wordt de gebruiksvriendelijkheid en de toegankelijkheid van het bestemmingsplan bevorderd.
Voor de toekomst van de bedrijventerreinen is het van belang dat ingespeeld kan worden op eigentijdse ontwikkelingen van buitenaf (onder andere verscherping milieueisen en aandacht voor meervoudig ruimtegebruik) en dat ruimte kan worden gegeven aan initiatieven die binnen het plangebied reeds worden ontplooid.
Het bestemmingsplan is consoliderend van aard. Dit wil zeggen dat nieuwe ontwikkelingen met dit bestemmingsplan niet mogelijk worden gemaakt.
Duurzaam en intensief ruimtegebruik
Om optimaal gebruik te kunnen (blijven) maken van de bedrijventerreinen, is het wenselijk om in te zetten op duurzaam en intensief ruimtegebruik. Bedrijventerreinen kenmerken zich door een relatief hoge mate van belasting met geluid, industriële geur, stof en (hogere) risico's op het gebied van externe veiligheid. Duurzaam gebruik van de bedrijventerreinen uit zich in het toelaten van (binnen de kaders van de regelgeving) passende bedrijven uit de maximale milieucategorie met bijbehorende bouwmogelijkheden.
Actualisatieverplichting
Met dit bestemmingsplan wordt aan de actualiseringsverplichting vanuit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) voldaan. Deze wetgeving verplicht om eens in de 10 jaar een bestemmingsplan te actualiseren. De bestemmingsregeling van de vigerende plannen voldoet immers niet geheel meer aan de huidige inzichten, wetgeving, jurisprudentie en het (boven)gemeentelijk ruimtelijke ordeningsbeleid.