Artikel 40 Algemene wijzigingsregels
40.1 Wijzigingsmogelijkheden
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:
-
a. het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
1. bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven;
-
2. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
-
3. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad;
-
b. het toestaan van de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen met een hoogte van ten hoogste 3,5 m en een inhoud van ten hoogste 75 m3 ten dienste van het openbare nut en overige openbare dienstverlening;
-
c. de reconstructie van de binnen het plangebied gelegen wegen, met dien verstande dat de bestemmingen Verkeer ter weerszijden van de weg met ten hoogste 25 m mogen worden verbreed.
40.2 Voorwaarden wijzigingsbevoegdheid
Ten aanzien van de in dit plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden zal de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moeten zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:
-
a. bodemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden;
-
b. met betrekking tot (spoor)wegverkeersgeluid een aanvaardbaar woonklimaat wordt gerealiseerd;
-
c. met betrekking tot de luchtkwaliteit een aanvaardbaar leefklimaat wordt gerealiseerd, dan wel dat geen onevenredige verslechtering plaatsvindt;
-
d. met betrekking tot de externe veiligheid een aanvaardbaar leefklimaat wordt gerealiseerd, dan wel dat geen onevenredige verslechtering plaatsvindt;
-
e. beschermde planten- en diersoorten en biotopen niet onevenredig worden geschaad;
-
f. er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.
-
g. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.
40.3 Verleggen waterlopen en ontsluitingswegen binnen glastuinbouwgebied
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden binnen de bestemming Agrarisch -
Glastuinbouw alsmede ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied intensiveringsgebied' en 'wro-zone - omgevingsvergunning onbebouwd' wijzigen in de bestemming Verkeer en/of Water, zodanig dat ontsluitingswegen van percelen en waterlopen vanwege herstructurering van glastuinbouwbedrijven kunnen worden verlegd, verwijderd en/of worden toegevoegd, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
-
a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van stedenbouwkundige en landschappelijke waarden;
-
b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap;
-
c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
-
d. de verkeerscapaciteit dient te zijn afgestemd op de plaatselijke situatie;
-
e. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 3.1 omschreven waarden.
40.4 Verleggen Agrarisch - Glastuinbouw i.v.m. waterlopen en ontsluitingswegen binnen glastuinbouwgebied
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden binnen de bestemming Verkeer en Water wijzigen in de bestemming Agrarisch - Glastuinbouw, ten behoeve van het verleggen, verwijderen en/of toevoegen van ontsluitingswegen van percelen en waterlopen vanwege herstructurering van glastuinbouwbedrijven, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
-
a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van stedenbouwkundige en landschappelijke waarden;
-
b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse. Hiertoe vindt overleg plaats met het waterschap;
-
c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
-
d. de verkeerscapaciteit dient te zijn afgestemd op de plaatselijke situatie;
-
e. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 3.1 omschreven waarden.