Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie beschermd dorpsgezicht
29.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' beschermd dorpsgezicht aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het instandhouden van de binnen het beschermd dorpsgezicht voorkomende, dan wel daaraan eigen landschappelijke en cultuurhistorische waarden.
29.2 bouwregels
Binnen het bouwvlak gelden voor gebouwen de volgende voorwaarden:
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mag de goothoogte en/of de bouwhoogte met maximaal 10% afwijken van de bestaande goothoogte respectievelijk bouwhoogte. Deze goot- respectievelijk bouwhoogte mag nooit meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mag de bebouwde oppervlakte met maximaal 10% afwijken van de bestaande bebouwde oppervlakte;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - monument' mag de goothoogte en/of de bouwhoogte niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - monument' mag de bebouwde oppervlakte niet meer bedragen dan de bestaande bebouwde oppervlakte;
-
e. de bestaande dakhelling mag niet worden gewijzigd.
29.3 nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de instandhouding van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht nadere eisen stellen aan plaats en afmetingen van de bebouwing.
29.4 specifieke gebruiksregels
De volgende besluiten, zoals opgenomen in de andere daar voorkomende bestemmingen, kunnen uitsluitend worden toegepast voor zover deze voldoen aan het bepaalde in de Beleidsanalyse Ressen - Dorpskern:
-
a. een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiks- of bouwregels van dit plan;
-
b. een omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden;
-
c. dan wel bij het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid.
29.5 omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
29.5.1 omgevingsvergunningplichtig
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het geheel of gedeeltelijk slopen van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
Uitzonderingen vergunningenplicht
29.5.2 uitzonderingen vergunningenplicht
Het onder 29.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
-
a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.5.1 is verleend;
-
b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren.
29.5.3 toetsing
De onder 29.5.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien door de genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daardoor direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen blijvende onomkeerbare verstoring van de cultuurhistorische waarden en de cultuurhistorische structuur van het beschermde dorpsgezicht tot gevolg zal hebben.
Sloop van gebouwen kan worden toegestaan in de volgende gevallen:
-
a. de karakteristieke hoofdvorm is niet langer aanwezig en kan niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand worden hersteld;
-
b. de karakteristieke hoofdvorm is redelijkerwijs niet te handhaven;
-
c. het betreft delen van een pand of bijgebouwen, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan vindt geen onevenredige aantasting plaats van de karakteristieke hoofdvorm.